Hoofdstuk 6: Moderne samenlevingen zijn altijd multicultureel

Question 1

waarvoor staat cultuur volgens sociologen?

Answer 1

iets immaterieels: eetgewoonten, omgangsvormen, talen, kunststijlen… De materiële producten die het resultaat zijn van cultuur of de voorwerpen die nodig zijn om cultuur te bedrijven behoren dat in strikte zin niet toe. Toch wordt de materiële cultuur indirect ook bij het sociologische cultuurbegrip betrokken.

Question 2

3 soorten cultureel kapitaal volgens bourdieu

Answer 2

1) geobjectiveerde staat van cultuur: cultuur goederen, onmiddelijk overdraagbaarheid
2) geïncorporeerde cultuur kapitaal: wijze waarop met die vorowerpen wordt omgegaan
3) geïnstitutionaliseerde vorm: onderwijsdiploma’s die formeel en onafhankelijk zijn

Question 3

cultural lag

Answer 3

1) (immateriële) cultuur kan achterblijven op (veranderde) materiële situaties
2) 2 aspecten van een welbepaalde cultuur, die oorspronkleijk op elkaar waren afgestemd, zich met verschillende snelheden ontwikkelen.

Question 4

cultuur met een grote C

Answer 4

hoge cultuur, de formele en vaak elitaire vormen van kunst, literatuur, muziek, theater en andere culturele uitingen.

Question 5

cultuur met kleine c

Answer 5

alledaagse cultuur, inclusief gewoontes, normen, waarden, tradities, taalgebruik, en populaire cultuur. Het omvat hoe mensen in het dagelijks leven met elkaar omgaan en zich gedragen.

Question 6

kenmerken van cultuur?

Answer 6

1)waarden
2) normen
3) doeleinden
4) verwachtingen

Question 7

waarden?

Answer 7

algemene opvattingen over wat moreel goed, rechtvaardig en daarom nastrevenswaardig is. Principes als vrijheid, gelijkheid, solidariteit….
Waardeschalen verschillen geografisch en historisch MAAR universele onderliggende patronen!

Question 8

normen?

Answer 8

opvattingen over hoe men zich (niet) moet gedragen in feitelijke omstandigheden, gedragsregels:
1)mores/zeden
2) juridische normen
positief (geboden) en negatief (verboden)
verschillende reikwijdte: universals, specialties en alternatives
niet onverandelijk

Question 9

doeleinden

Answer 9

gewenste resultaten van handelen, concretiseren van waarden.
meetbaar en operationaliseerbaar

Question 10

verwachtingen

Answer 10

opvattingen over wat zal of kan gebeuren
verwachtingen verwachtingen: wederzijds karakter van verwachtingen

Question 11

welke factoren hebben invloed op appreciaite van cultuur?

Answer 11

1) financiële speelruimte
2) intellectuele bedrijvenheid
3)minder vrije tijd
4) statuspositie

Question 12

dominante cultuur

Answer 12

geeft binnen een samenlevingsverband de toon aan

Question 13

subculturen

Answer 13

wijken af van dominante cultuur, maar komt er nog +- mee overeen

Question 14

tegenculturen

Answer 14

zetten zich tegen de dominante cultuur, omdat ze vaak niet akkoord gaan met de normen en waarden van de dominante cultuur

Question 15

hoe verschilt hedendaagse cultuur van premoderne cultuur?

Answer 15

1) opvattingen zijn contingent (tijdsgebonden)
2) differntiatie van culturele sferen, vroeger homogene samenleving, nu heterogeen

Question 16

5 dimensies van nationale culturen

Answer 16

1) gevoeligheid voor een grote vs kleine machtsafstand
2) drang tot sterke dan wel zwakke onzekerheidsvermijding
3) sterk vs zwak individualisme
4) hoge vs lage masculiniteit
5) confuciaans dynamisme: langetermijngerichtheid van samenleving