hoofdstuk 6:homeostase en immuniteit Flashcards
wat is het uitwendig milieu bij meercellige organismen?
Het uitwendig milieu is alles wat zich buiten het lichaam bevindt of de omgeving waarin het lichaam als geheel zich bevindt. Lichaamsholten die via openingen contact maken met die buitenwereld (neusholte, darmholte) behoren ook tot het uitwendig milieu.
wat is het inwendig milieu bij meercellige organismen?
Het inwendig milieu is de “vochtige” binnenkant van het lichaam. Het omvat bloed, lymfe en het extracellulair vocht rond de weefselcellen.
wat is het intracellulair milieu?
De inhoud van cellen vormt het intracellulair milieu.
wat is de homeostase?
Dieren zijn in staat om hun inwendig milieu in evenwicht te houden. Het gaat om een dynamisch evenwicht omdat het zich voortdurend aanpast aan veranderende omstandigheden.
Dit vermogen om het inwendig milieu in evenwicht te houden, is de homeostase.
wat zijn de belangrijkste oorzaken bij fysiologische stress
- Een teveel aan CO2.
- Een teveel aan ureum.
- Verstoring van de concentraties van bepaalde ionen. Dit heeft gevolgen voor de osmotische druk.
- Een teveel of een tekort aan suiker of water.
- Een te hoge of te lage lichaamstemperatuur.
door wat wordt de communicatie en de samenwerking tussen sensoren, effectoren en controlecentrum geregeld?
- Het zenuwstelsel geeft signalen door via zenuwcellen.
- Het hormoonstelsel zorgt voor de productie van specifieke hormonen. Die worden door het bloed getransporteerd naar het orgaan dat iets moet doen.
wat betekent negatieve terugkoppeling bij homeostase?
Dit betekent dat er altijd wordt gereageerd om een bepaalde situatie tegen te werken. Wanneer bepaalde waarden te hoog zijn, dan moeten die weer dalen
(= stijging tegenwerken). Wanneer bepaalde waarden te laag zijn, dan moeten die weer stijgen (= daling tegenwerken).
hoe houden koudbloedige dieren evenwicht in hun lichaamstemperatuur?
Koudbloedige dieren zijn hiervoor afhankelijk van hun omgeving. Ze moeten warmere of koudere plaatsen opzoeken (bv. in de zon gaan zitten om op te warmen en in de schaduw gaan zitten om af te koelen).
hoe houden warmbloedige dieren evenwicht in hun lichaamstemperatuur?
Warmbloedige dieren zijn in principe niet afhankelijk van hun omgeving. Ze kunnen zelf warmte produceren en beschikken over mechanismen om warmte af te staan. De omgeving heeft natuurlijk wel een invloed
op welke 2 manieren wordt warmte productie gestimuleerd?
- De hypothalamus geef een signaal aan de schildklier die hierdoor actiever
wordt en meer schildklierhormoon produceert. De grotere concentratie schildklierhormoon versnelt de celstofwisseling. Er worden dan meer voedingsstoffen verbrand, waardoor er ook meer warmte vrijkomt. - De skeletspieren worden geprikkeld en zo aangezet tot korte, ongecoördineerde samentrekkingen (= rillen). Dit genereert warmte.
op welke 2 manieren wordt het verlies van warmte beperkt?
- In de huid ligt een groot netwerk aan bloedvaten. Doordat de bloedvaten daar dicht aan de oppervlakte komen, ontstaat er een groot oppervlak waar de door het bloed vastgehouden warmte wordt afgegeven aan de omgeving. Wanneer het koud is, is dit ongewenst. De hypothalamus geeft daarom een signaal aan de bloedvaten in de huid waardoor die samentrekken(= vasoconstrictie). De huid wordt een stuk minder doorbloed (bleekheid) en er kan dan ook veel minder warmte ontsnappen.
- Samentrekking van de haarspiertjes waardoor de haren rechtop komen en het warmte-isolerend vermogen van de vacht sterk wordt verhoogd
op welke 5 manieren kan de afvoer van warmte gestimuleerd worden?
1) het huid wordt sterker doorbloed om meer warmte te kunnen afstaan.
2) de zweetklieren worden geactiveert. wanneer het zweet verdampt heeft dat een afkoelend effect.
3) de spierspanning neemt af. hierdoor is er minder warmte productie in de spieren.
4) ademfrequentie neemt toe. wanneer de warme lucht van de longen uit de mond komt verdampt wat speeksel en dat heeft een afkoelend effect.
5) het lichaamshaar ligt zo plat mogelijk.
wat is het nierkapsel?
De buitenkant van de nier bestaat uit een stevige laag bindweefsel, het nierkapsel.
welke 2 gebieden zijn in het nierweefsel duidelijk te onderscheiden?
de schors (cortex) en het merg (medulla).
wat is een nefron?
Het nefron (nierlichaampje) is de kleinste functionele eenheid van de nier. Elke nier telt ongeveer een miljoen nefronen.
uit welke 3 delen bestaat het nierbuisje?
- Een gekronkeld deel dat aansluit op het lichaampje van Malpighi en in de schors ligt.
- Een gestrekt deel (lis van Henle) dat in het merg ligt.
- Een gekronkeld deel dat in de schors ligt.
uit wat bestaat het lichaampje van Malpighi?
- de glomerulus (= het geheel van haarvaatjes binnen het kapsel van Bowman)
- het kapsel van Bowman (= een uitstulping van het nierbuisje rond de glomerulus
wat is het ultrafiltratie proces?
Elk minuut stroomt er ongeveer een liter bloed door de nefronen (wanneer we actief zijn, zelfs meer). In de glomeruli is de bloeddruk iets hoger dan in andere haarvaten. Hierdoor wordt het bloed met kracht tegen de wand van de haarvaten geduwd. Wat klein genoeg is om door de wand te kunnen, wordt door de wand geperst (= alles behalve bloedcellen en bloedeiwitten) en komt terecht in de holte van het kapsel van Bowman. Dit proces is de ultrafiltratie. Het resultaat ervan is voorurine.
wat doet reabsorptie?
er zitten in de voorurine niet alleen afvalstoffen, maar ook tal van nuttige stoffen. Het lichaam moet de nuttige stoffen dus recupereren. Dat gebeurt via reabsorptie. Allerlei stoffen worden via actief transport uit de voorurine gehaald en vervolgens afgegeven aan het bloed.
waar neemt reabsorptie zich plaats?
Reabsorptie vindt plaats in in de hele tubulus en zelfs nog in de verzamelbuis.
wat is excretie?
Het nierbuisje staat in nauw contact met haarvaten. Via actief transport worden afvalstoffen en overtollige stoffen in het bloed afgegeven aan het nierbuisje zodat die kunnen worden afgevoerd.
voor wat zorgt het ‘lekken’ van ureum plaatselijk?
Het ‘lekken’ van ureum zorgt plaatselijk voor een hogere osmotische waarde, waardoor er nog meer water gereabsorbeerd wordt.
hoeveel percent is de volume van de uitijndelijke urine van het voorurine?
1%
wat zit er in urine?
- Water (ongeveer 96%).
- Diverse zouten en ionen.
- Ureum, creatinine en urinezuur
- Urobiline
- Celresten afkomstig van de nefronen en de urinewegen.
- Vitamine C
- (Eventueel) hormonen.