hoofdstuk 2: stoffen in de cel Flashcards
Zijn de verzadigde of onverzadigde vetten goed voor de gezondheid?
De onverzadigde vetten zijn goed voor de gezondheid.
Welke zijn de macromoleculen?
Calcium, fosfor, magnesium, natrium, kalium, chloor en zwavel.
Welke soorten enzymen worden er mogelijk gebruikt bij het afbreken van sachariden?
Amylase, sucrase, maltase en lactase.
Welke naam krijgen katalysatoren in de levende cel?
Biokatalysatoren.
Welke meerwaarde geeft de turgodruk aan plantenweefsels?
Het geeft ze stevigheid.
Welke fase is het geactiveerd complex?
Als de reagentia voldoende energie hebben om te reageren.
Welke bindingen ontstaan er bij de opbouw van eiwitten?
Binding tussen de OH-groep van één aminozuur met een H-atoom van de aminogroep van een ander aminozuur. Hierbij wordt water afgesplitst. (Bijlage 2.21)
Welke binding ontstaat er bij de opbouw van sachariden?
Een binding tussen twee OH-groepen waarbij water wordt afgesplitst.
Welk verschil zien we tussen fructose en glucose mbv de structuurformule? (Mono)
De ring van glucose bevat 6 C-atomen en de ring van fructose slecht 5. (Bijlage 2.11)
We weten dat bij chemische reactie reagerende stoffen worden omgezet in reactieproducten.
Reagentia–> reactieproducten… Hoe ontstaat zo een reactie?
Door het breken van bestaande bindingen en het vormen van nieuwe bindingen.
We verdelen de mineralen op in twee grote groepen…Welke twee?
Macromoleculen en micromoleculen.
Water is een temperatuurbuffer in de cel…Wat houdt dat in?
Dat de temperatuur binnen de cel nagenoeg constant blijft voor de werking van de celorganellen en enzymen.
Water dient als oplosmiddel…Maar voor wie?
Voor bepaalde moleculen in de cel.
Wat zijn zwavelbruggen?
Atoombindingen die kunnen optreden tussen cysteïnefragmenten.
Wat zijn polysachariden?
Zetmeel ketens die bestaan uit meer dan 5-duizend aan elkaar gekoppelde bouwstenen.
Wat zijn mineralen?
Een grote groep anorganische stoffen die in een relatief kleine hoeveelheid voorkomen in het lichaam.
Wat zijn macrofagen?
Een bepaalde soort witte bloedcellen; de stofzuigers in ons lichaam voor bacteriën.
Wat zijn katalysatoren?
Stoffen die bepaalde chemische reacties gemakkelijker kunnen laten verlopen, zonder daarbij zelf te veranderen.
Wat zijn essentiële aminozuren?
De aminozuren die we via voeding moeten binnenkrijgen.
Wat zijn enkele micromoleculen?
Ijzer, zink, koper, mangaan, jood,…
Wat zijn eiwitten?
Hele grote moleculen opgebouwd uit kleinere eenheden.
Wat zijn eiwitpompen?
Dat zijn transporteiwitten de dwars door een membraan zitten.
Wat zijn biokatalysatoren, zo goed als altijd, in de levende cel?
Enzymen.
Wat vormt het membraan bij pinocitose?
Het vormt instulpingen waarin vloeistof wordt opgenomen. (2.31)
Wat vormt het membraan bij fagocytose?
Vingervormige uitstulpingen die het vaste deeltje omringen. (2.30)
Wat voor reactie is de afbraak van eiwitten?
Een hydrolyse. (Want er is water nodig.)
Wat voor functie bieden vetten aan een cel?
Ze hebben een beschermende functie.
Wat voor enzymen zijn de dissimilatie?
Enzymen die helpen afbreken.
Denk aan: vertering.
Wat voor enzymen zijn de assimilatie?
Enzymen die helpen bij het opbouwen.
Denk aan: fotosynthese.
Wat veroorzaakt het denatureren van eiwitten?
Een te hoge temperatuur. (De lichaamstemp. zal door denaturatie stel stijgen.)
Wat speelt er bij de tertiaire structuren een grote rol?
Waterstofbruggen en zwavelbruggen.
Wat komt er vrij eens de reactie is gestart door gebruik te maken van activeringsenergie?
Dan komt er bij de vorming van de nieuwe reactieproducten energie vrij die gebruikt wordt in plaats van activeringsenergie.
Wat kan er gebeuren als de pH-waarde van een enzymenuit balans is?
Dan kan deze denatureren. Waardoor het enzym en substraat niet meer op elkaar passen en niet meer reageren. (Bijlage 2.18)
Wat is receptor-gemedieerde endocytose?
Het endocytoseproces waarbij een receptoreiwit met een specifieke molecule bindt. (2.32)
Wat is plasmolyse?
Proces waarbij inhoud van de cel krimpt maar celwand niet. (2.34)
Wat is pinocytose?
Het endocytoseproces waarbij een vloeistof wordt opgenomen. (2.31)
Wat is osmose? En wat is dan de osmotische druk?
Osmose; Een proces waarbij sprake is van een netto diffusie van water door een semipermeabele wand (alleen water wordt doorgelaten).
Osmotische druk; De precieze hoeveelheid druk die nodig is om osmose tegen te werken
Wat is osmose?
Diffusie van water doorheen een semipermeabel membraan.
Wat is nog een bekende monosacharide?
Fructose (vruchtensuiker).
Wat is het verschil tussen verzadigde en onverzadigde vetzuren?
Verzadigde vetzuren hebben enkelvoudige bindingen tussen koolstoffen in de koolstofketen.
Onverzadigde vetzuren bevatten één of meer dubbele bindingen tussen koolstofatomen.
Wat is het substraat?
De stof die reageert als gevolg van de enzymwerking.
Wat is het passief transport systeem?
Het transportsysteem van moleculen zonder energie te moeten verbruiken.
Wat is het optimumtemperatuur?
Temperatuur waarbij het enzym het actiefst is en dus best werkt.
Wat is het meest voorkomende monosacharide?
Glucose (druivensuiker).
Wat is het gevolg van denaturatie voor een eiwit?
De samenstelling van het eiwit veranderd. Zo verliezen ze hun ruimtelijke structuur en kunnen ze hun functies niet meer uitoefenen.
Wat is het actief transportsysteem?
Het transportsysteem van moleculen waarbij energie moet verbruikt worden.
Wat is fagoctyose?
Het endoctyoseproces waarbij grote vaste deeltjes zoals bacteriën worden opgenomen.
Wat is exoctyose?
Het transportproces waarbij moleculen uit een cel worden gebracht.
Vesikel smelt met membraan = molecuul komt buiten de cel terecht.
Wat is er uitermate belangrijk voor biochemische reacties in de cel?
Water.
Wat is er nodig bij de afbraak van eiwitten?
Water en een enzym peptidase.
Wat is endoctyose?
Het transportproces waarbij een klein stukje van het celmembraan op een bepaalde plek een instulping (vesikel) naar binnen maakt.
Wat is een semipermeabel membraan?
Een membraan dat enkel watermoleculen doorlaat.
Wat is een hypertonisch milieu?
Als plantencellen in een bepaalde omgeving komen met een hogere concentratie aan opgeloste stoffen.
Wat is een heel bekende disacharide?
Sacharose (kristalsuiker).
Wat is een emulgator?
Een stof die helpt bij het mengen van twee stoffen die normaal gesproken niet of moeilijk mengbaar zijn.
Wat is een andere naam voor glycerol?
12,3 propaantriol
Wat is een ander woord voor assimilatie?
Anabolisme.
Wat is dissimilatie of katabolisme?
Het afbreken van stoffen in de stofwisseling.
Wat is diffusie?
Het transportproces waarbij deeltjes bewegen van een bepaalde plaats waar ze in een hoge concentratie voorkomen naar een plaats waar ze in een lagere concentratie voorkomen.
(Bijlage 2.26)
Wat is deplasmolyse?
Proces waarbij inhoud van de cel opzwelt, maar de celwand niet. (2.34)
Wat is denaturatie?
als bij een eiwit de correcte vouwing verloren gaat
Wat is de tertiaire structuur ( van eiwitten)?
binnen een eiwitstreng vormen zich meestal tal van bèta-platen en alfa-helices. de volledig gevouwen aminozuurketen is de tertiaire structuur.
Wat is de secundaire structuur (van eiwitten)?
geplooid polypeptide. De aminozuren in een polypeptide kunnen onderling binden. Door die bindingen ontstaan dwarsverbanden of crosslinks. De crosslinks trekken delen van de keten naar elkaar toe en zo wordt het polypeptide geplooid.
De geplooide versie van de aminozuur-keten is de secundaire structuur van het eiwit.
Wat is de reactie energie?
Het verschil tussen de energie van de reactieproducten en de energie van de reagerende stoffen of reagentia.
Wat is de quaternaire structuur (van eiwitten)?
Sommige soorten eiwitten kunnen wanneer ze eenmaal volledig geplooid zijn, samenklitten met andere eiwitten. Ze vormen dan een complex. Dit complex is de quaternaire structuur van eiwitten.
Wat is de primaire structuur? (Eiwitstructuren)
Een polypeptide ontstaat wanneer een carboxygroep (van een aminozuur) een binding aangaat met een aminogroep (van een ander aminozuur). Polypeptiden vormen de primaire structuur van een eiwit.
Wat is de activeringsenergie?
Een bepaalde hoeveelheid energie die je van ergens nodig hebt op een reactie te starten.
Wat is celmetabolisme?
De stofwisseling in een cel wat bestaat uit de opbouw en afbreken van stoffen in de cel.
Wat is assimilatie (anabolisme)?
Het opbouwen van stoffen in de stofwisseling.
Wat is actief transport?
Een transportproces waarvoor energie nodig is.
Wat houden mineralen in evenwicht?
de zuur-base binnen de cel.
Wat hebben sachariden te maken met het leveren van energie (ATP) in een cel?
De sachariden worden afgebroken tot glucose. Deze worden door celademhaling verbrand en zo ontstaat er energie.
Wat heb je nodig bij de afbraak van sacharide?
Water en een enzym.
Wat gebeurt er tijdens osmose?
Het water zal verplaatsen van een hoge concentratie aan water naar een lage concentratie.
Anders gezegd zal het water zich verplaatsen van een lage concentratie aan opgeloste stoffen naar een hoge concentratie aan opgeloste stoffen. (2.28)
Wat gebeurt er met moleculen bij assimilatie?
Er wordt met meerder kleine moleculen een groter molecuul gemaakt.
= Energie voor nodig (Bijlage 2.18)
Wat gebeurt er met het afval van de afgebroken bacterie?
Het afval wordt door exoctylose buiten de cel gebracht. (2.36)
Wat gebeurt er met de veksels bij endoctylose?
Ze worden afgesnoerd van het cytoplasma en komen op die manier in de cel terecht.
Wat gebeurt er met de moleculen bij dissimilatie?
Een groot molecuul wordt afgebroken tot kleinere moleculen.
Wat gebeurt er met de inwendige energie door een exo-energetische reactie?
De inwendige energie vermindert.
Wat gebeurt er met de inwendige energie door een endo-energetische reactie?
De inwendige energie vermeerdert.
Wat gebeurt er dus eigenlijk met de activeringsenergie als de katalysatoren helpen?
De activeringsenergie verlaagt.
Wat gebeurt er duidelijk bij een exo-energetische reactie?
Dat de inwendige energie van de reagerende stoffen groter is dan die van de reactieproducten.
Wat gebeurt er als plantencellen in een omgeving met hogere concentratie aan opgeloste stoffen (= een hypertonisch milieu) komen?
> Plasmolyse
Door osmose verliest de vacuole water = hij krimt
De celwand is zelf sterk => krimpt niet. (2.34)
Wat gebeurt er als plantencellen in een omgeving komen met een lagere concetratie aan opgeloste stoffen (= hypotonisch milieu)?
> Deplasmolyse
Door osmose nemen de vacuole water op = cel zwelt op. De celwand trekt niet. (2.34)
Wat gebeurd er met het te veel aan energie tijdens bv. een verbrandingsreactie?
Die energie komt dan vrij als warmte en licht.
Wat doen mineralen met osmotische druk?
Ze handhaven de osmotische druk.
Wat doen mineralen met de enzymen en de celademhaling?
Ze beïnvloeden hun werking.
Wat doen de eiwitpompen?
Ze werken als een soort sluis; op bepaalde momenten laat het stoffen door of houdt het tegen.
Wat bevat elk aminozuur?
Een aminogroep (NH₂) en zuurgroep (COOH).
Wanneer spreken we van een vet?
Als de stof bij kamertemperatuur vast is.
Wanneer spreken we van een olie?
Als de stof bij kamertemperatuur vloeibaar is.
Wanneer spreken we van een gemengd glyceride?
Als de gemenge glyceride vetzuren verschillend zijn.
Zo zijn de vetzuren die met glycerol verbonden zijn, niet altijd dezelfde zijn.
Wanneer komt er bij de vorming van nieuwe reactieproducten energie vrij die gebruikt worden in plaats van de activeringsenergie?
Dit gebeurt eens de reactie is gestart.
Wanneer spreken we over een gewone diffusie?
Als een molecule gemakkelijk doorheen het celmembraan kon geraken.
» Er zijn maar weinig moleculen die dit kunnen: H₂O, O₂,…
Waneer spreken we over een gefaciliteerde diffusie?
Als de stoffen niet oplossen in het celmembraan.
Waarom zijn de macrofagen de stofzuigers voor bacteriën?
Ze nemen de bacteriën op via fagoctyose. Hierdoor blijven de bacteriën vastzitten in vesikels.
Waarom wordt er pancreatine gebruikt voor de afbraak van vuilresten?
Om lenzen gemakkelijker te kuisen.
Waarom vormen er zich bij pinoctyose instulpingen in het membraan?
Omdat opgeloste stoffen zo samen met de vloeistof terecht kunnen komen. (2.31)
Waarom is zink (Zn) in het lichaam nodig?
Voor de werking van enzymen.
Waarom is sucrase een mogelijk enzym bij het afbreken van sachariden?
Omdat sucrase helpt bij het verbreken van sucrose in glucose en fructose.
Waarom is maltase een mogelijk enzym bij het afbreken van sachariden?
Omdat maltase helpt bij het verbreken van sucrose in glucose.
Waarom is lactase een mogelijk enzym bij het afbreken van sachariden?
Omdat lactase helpt bij het verbreken van lactose in glucose en galactose.
Waarom is ijzer zo belangrijk?
Ze dienen als bouwstof en zijn noodzakelijk voor de celademhaling.
Waarom is het zo belangrijk dat de osmotische druk van de lichaamsvloeistoffen gehandhaafd worden?
Zodat de cellen niet een verschrompelen of zwellen.
Waarom is het cytoplasma gevuld met water?
Om de cel vorm te geven.
Waarom is amylase een mogelijk enzym bij het afbreken van sachariden?
Amylase helpt bij het verbreken van polysachariden.
Waarom dacht men lange tijd dat koolhydraten verbindingen waren van koolstof en water?
Omdat er bij de verhitting van suikers waterdamp vrijkomt en koolstof achter gelaten wordt.
Waar speelt magnesium een grote rol bij?
Bij de activering van enzymen die betrokken zijn bij de energiestofwisseling.
Waar speelt chroom (Cr) een grote rol bij?
Bij de werking van insuline, het hormoon dat de bloedsuikerspiegel reguleert.
= Dus ook belangrijk voor celademhaling.
Waar komen verzadigde vetzuren vooral voor?
In dierlijke producten. (Roomboter, melk,…)
Waar is zink essentieel nodig?
Bij het transport van CO₂ en O₂ in rode bloedcellen voor de ademhaling.