Hoofdstuk 6: Focusgroepen Flashcards

1
Q

Focusgroep

A

Kwalitatieve onderzoekstechniek waarbij de interactie tussen de groepsleden en binnen de groep het centrale kenmerk is.

Wordt begeleid door de onderzoeker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klassieke focusgroep

A

Allemaal op één moment (real life)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Asynchrone (online) focusgroep

A

De deelnemeres nemen niet allemaal tegelijk deel aan de focusgroep, maar loggen op eigen tijd in op een website.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Doelgerichte steekproef

Selectie van de steekproef

A

De samenstelling van de steekproef zal afhangen van de onderzoeksdoelstellingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Segmenteren

Selectie van de steekproef

A

Organiseren van verschillende focusgroepen, waarbij de verschillen tussen de focusgroepen groot zijn. Om verschillen te kunnen vergelijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vreemde groepen

A

De deelnemers kennen elkaar niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bestaande groepen

A

Deelnemer kennen elkaar wel. Dit is soms onvermijdelijk

vb. onderzoek naar een organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Observator

A

Houdt zich bezig met het registreren van verbale en non-verbale interactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Selection bias

Nadeel focusgroepen

A

Er is een mogelijke vertekening door de selectie.

Wie wordt er geselecteerd deel te nemen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Response bias

Nadeel focusgroepen

A

Er is een mogelijke vertekening door de deelnemers.

Wie stemt er toe mee te doen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly