Hoofdstuk 5: het kwalitatieve interview Flashcards
Discursief bewustzijn
Vorm van kennis
In staat zijn om bepaad redenen te geven, om verantwoording af te leggen voor bepaalde handelingen of gedragingen.
Praktisch bewustzijn
Vorm van kennis
Al hetgeen dat actoren weten en gebruiken om zich te kunnen bewegen in het sociale leven.
Stilzwijgende kennis
Half gestructureerd/half open interview
Soorten interviews
Maakt gebruik van een topiclijst/interviewschema, met een logisch opgebouwde lijst, maar de interviewer is vrij om af te wijken van de structuur en wordt de volgorde grotendeels bepaald tijdens het interview.
Volledig ongestructureerd/diepte interview
Soorten interviews
Er is sprake van een minimale sturing. Het interview krijgt richting d.m.v. doorvragen.
Narratieve interview
Sterke focus op het verhaal en hoe de respondent het verhaal brengt.
Hoe beleeft iemand bepaalde gebeurtenissen
Elicitatietechniek
A.d.h.v. een specifieke stimuli respondenten bevragen
Vignetten
Een beteknisvolle situatie toekennen en aan de respondent vragen wat ze in die situatie zouden doen.
Gericht op het vergelijken van meningen