Hoofdstuk 2: kwalitatief onderzoeksdesign Flashcards
Theorie
Bestaat uit een systematische redenering die volgt uit een generalisering van onderzoeksgegevens
Wat onderscheidt wetenschappelijkheid
Heeft de maken met de manier waarop we vragen formuleren
Historisch onderzoek
Men heeft geen of nauwelijks controle over het gedrag van de respondenten.
= onderzoek over de voltooid verleden tijd
Experiment
Gedrag is manipuleerbaar.
Onderzoeksdoel/doelstelling
Motivatie en relevantie.
Het is de eerste stap in het formuleren van een probleemstelling.
Intellectuele redenen
Redenen om een onderzoek te voeren
Redenen die vanuit het wetenschapsinstituut zelf aangeraden worden om te kiezen voor een bepaald onderzoeksprobleem.
(vb. paradigma’s, theorieën…)
Doel: iets begrijpen
Praktische redenen
Redenen om een onderzoek te voeren
Redenen die te maken hebben met het doel dat de onderzoeker voor ogen heeft.
Doel: iets bereiken
Persoonlijke redenen
Redenen om een onderzoek te voeren
Het thema wordt gekozen omdat het de onderzoeker raakt. Intrinsieke motivatie.
Exploratief/verkennend onderzoek
Doelen van onderzoek
Doel: komen tot inzichten op een domein waar weinig over is geweten
Hoe ziet het veld eruit?
Verklarend onderzoek
Doelen van onderzoek
Opzoek gaan naar de oorzaken van de betekenisgeving van mensen.
Waarom is iets?
Beschrijvend onderzoek
Doelen van onderzoek
Aanleveren van een gedetailleerde beschrijving van een bepaalde case.
Wat, hoe en wie vragen
Emancipatorisch onderzoek
Niet alleen kennis doen, maar ook oplossen van een sociaal probleem, samen met de betrokkenen.
Probleemstelling
Argumenteren waarom je het onderzoek gaat voeren en beargumenteren a.d.h.v. wetenschap en maatschappelijke relevantie. (Waarom is het een probleem?)
Het is de eerste stap van het systematisch onderzoek.
De onderzoeksvraag
Een gerichte vraag waarop je onderzoek op het einde een antwoord zal proberen geven.
Het is de twee stap in het formuleren van een probleemstelling.
Onderzoekbaarheid
Kenmerk onderzoeksvraag
De mate waarin een onderzoeksvraag wel degelijk kan en mag leiden tot een onderzoek.
Criteria: moet empirisch te onderzoeken zijn en ethisch toelaatbaar
Haalbaarheid
Criteria: tijd, geld en bereikbaarheid + bereidheid
Cumulativiteit
Gebruiken van bestaande kennis om nieuwe kennis te vergaren. (Wetenschappelijke meerwaarde hebben)
Sensitizing concepts
Werken met algemene concepten die nog niet of enkel oppervlakkig zijn uitgewerkt om zo de invloed van een theoretisch kader te verminderen.
Kwalitatieve survey
Kwalitatieve grondvorm
Data verzameling afwisselen met analyse. Met diepte interviews of focusgroepen
Participerende observatie/etnografische studie
Kwalitatieve grondvorm
De onderzoeker gaat zich voor een bepaalde periode in bepaalde setting zetten en mee deelnemen aan het dagelijks leven binnen die setting.
Case study
Kwalitatieve grondvorm
Een gedetailleerd beeld krijgen van een bepaalde case.
Kan ook een groep zijn
Discoursanalyse
Soort inhoudsanalyse
Een verzamelnaam voor perspectieven die ervan uitgaan dat we via de studie van taal inzichten kunnen verwerven in de manier waarop mensen leven en samenleven. Omdat taal, betekenis en context onlosmakelijk van elkaar verbonden zijn.
Geen selectie
Kwalitatieve steekproef methoden
Onderzoeker moet zijn onderzoekseenheden niet kiezen, want dat is bij aanvang van het onderzoek al vastgelegd.
Typische case
Kwalitatieve steekproefmethoden
De grootste gemene deler.
Om een normale situatie in kaart te brengen