Hoofdstuk 6: De kleuter. Flashcards
Wat is magisch denken?
Denken dat bepaald gedrag invloed heeft op gebeurtenissen.
Wat is animistisch denken?
Denken dat een levenloos voorwerp levende kenmerken bevat.
Wat is solitair spel?
Alleen spelen.
Wat is parallel spel?
Naast elkaar spelen, elkaar imiteren.
Wat is samenspelen met één kind?
Ontstaat veeleer toevallig.
Wat zijn vriendschappen?
Spelen in groep, afspraken regels.
Geef vier voorwaarden voor echt spelen.
- activiteit (kind doet iets)
- vind leuk (kind beleeft plezier)
- vrijwillig (kind doet uit eigen wil)
- geen doel (alleen spelen op zich)
Leg intuïtie uit.
Eigenschap dat je iets aanvoelt zonder er echt over na te denken.
Leg schuld(gevoel) uit.
Vervelend gevoel wanneer je vindt dat je verkeerd hebt gehandeld.
Leg sociale vaardigheid uit.
Vaardigheid om met anderen om te gaan en te communiceren.
Leg symbool uit.
Teken dat een begrip voorstelt.