Hoofdstuk 2: Ontwikkeling. Flashcards

1
Q

affectief

A

het functioneren van de gevoelens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

autoritaire opvoeding

A

ouders zijn koel en veeleisend, discipline, weinig genegenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

cognitief

A

functioneren van het verstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

consequent

A

op steeds dezelfde manier, volgens de regels en afspraken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

fijne motoriek

A

functioneren van handen en vingers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

fysiek

A

lichamelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

grove motoriek

A

functioneren van grote delen van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hechting

A

gevoel van verbondenheid, sterke emotionele band, gevoel van veiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

moreel

A

wat te maken heeft met ideeën over goed en slecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

nature

A

aangeboren en erfelijke eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

nurture

A

eigenschappen meekrijgen van de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ondersteunende opvoeding

A

ouders steunen, stimuleren en sturen, kinderen krijgen verantwoordelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ontwikkeling

A

verandering, evolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

onverschillige opvoeding

A

ouders geven weinig aandacht, wordt aan zijn lot overgelaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

permissieve opvoeding

A

ouders geven te veel toe, kind beslist wat er gebeurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

sensomotoriek

A

samen functioneren van zintuigen en bewegingen

17
Q

sensoriek

A

werking van de zintuigen

18
Q

sociaal

A

omgang met andere mensen

19
Q

temperament

A

aangeboren deel van onze persoonlijkheid dat bepaalt hoe we reageren op onze omgeving