Hoofdstuk 5: organisatie van GGZ Flashcards

1
Q

Welke disciplines zijn werkzaam binnen de GGZ?

A
  • huisarts;
  • geneesheer-specialisten: de psychiater;
  • klinisch psycholoog;
  • (psychiatrisch) verpleegkundige;
  • sociaal verpleegkundige;
  • maatschappelijk werker;
  • kinesitherapeut;
  • psychotherapeuten;
  • ergotherapeuten;
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke taken heeft de huisarts binnen GGZ?

A
  • vroegtijdig herkennen van psychiatrische ziektebeelden;
  • acute opvang, verwijzing naar lokale instellingen;
  • herkennen prodromale fase bij psychose;
  • overleg met instelling voor ggz waar zv wordt behandeld;
  • overleg met betrekking tot nazorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe lang heeft een psychiater gestudeerd?

A

na zijn basisopleiding van 7 jaar een specialisatieopleiding van 5 jaar tot
psychiater

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werkt een psychotherapeut?

A

via gesprekstherapie zv verder helpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de taak van de psychiater?

A
  • nagaan op welke gebieden de oorzaken van iemands geestelijke problemen liggen;
  • uitzoeken in hoeverre verschillende aspecten op elkaar inwerken en welke de overhand hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doet de klinische psycholoog?

A
  • verantwoordelijk voor globale begeleiding van aantal door psychiater toegewezen zorgvragers,
  • niet voor medicamenteuze behandeling
  • psychotherapeutische groepsgesprekken
  • individuele psychotherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke taken heeft een psychiatrisch verpleegkundige?

A
  • ondersteunende en begeleidende taak.
  • observeren en rapporteren
    -> enige van multidiciplinair team 24u/24u op afdeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kunnen we de observatie door de verpleegkundige verdelen binnen GGZ?

A
  • observaties en handelingen met betrekkingen tot de lichamelijke functies
  • observaties en handelingen bij stoornissen in psychiatrische functies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar moet men op letten bij observaties en handelingen met betrekkingen tot de lichamelijke functies?

A
  • herkennen van crisissituaties waarbij vitale functies bedreigd kunnen worden;
  • gebruik maken van strategieën om crisissen te voorkomen of de ernst te verminderen;
  • doelgericht observeren en beveiligen van zv in crisis
  • toedienen van eerste zorgen in de geestelijke gezondheidszorg
  • observatie van specifieke lichamelijke klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke kennis is er nodig bij observaties en handelingen met betrekkingen tot de lichamelijke functies?

A
  • lichamelijke gevolgen van diverse psychiatrische stoornissen;
  • bijwerkingen van medicatie en eventuele gevolgen;
  • herkennen van psychosomatische klachten en er adequaat op reageren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar moeten we op letten bij observaties en handelingen bij stoornissen in psychiatrische functies?

A
  • uitingen van psychiatrische disfuncties in praktijk kunnen herkennen;
  • psychopathologie kennen en weten welke psychiatrische functies vaak verstoord
    zijn
  • adequaat kunnen rapporteren omtrent psychiatrische functies.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doen een sociaal verpleegkundige en een maatschappelijk werker binnen GGZ?

A
  • situeren problematiek zv in zijn sociale context.
  • voeren sociaal onderzoek uit,
  • regelen administratieve status van zv
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doet een kinesitherapeut binnen GGZ?

A

= bewegingstherapeut
- beoogt geen genezing van het bewegingsstelsel
- lichaamsbeweging een positief effect heeft op de lichamelijke gezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet een psychotherapeut?

A
  • behandelen personen met psychische problemen tijdens psychotherapeutische sessies
  • geen medicatie voorschrijven
  • niet erkend beroep en niet beschermd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doet een ergotherapeut binnen GGZ?

A
  • begeleid zv in vinden zinvolle dagindeling
  • stimuleert ook de zelfredzaamheid bij zv
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke dienste zijn er binnen de GGZ?

A
  • klinische psychiatrie of intramurale psychiatrie
  • sociale psychiatrie:
  • psychogeriatrie of gerontopsychiatrie
  • kinder- en jeugdpsychiatrie
  • forensische psychiatrie
  • liasonpsychiatrie
  • preventieve psychiatrie
  • etnische psychiatrie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is klinische psychiatrie of intramurale psychiatrie?

A
  • observatie en behandeling van opgenomen zv
  • werkterrein: psychiatrische afdelingen binnen algemeen ziekenhuis; psychiatrische ziekenhuizen,
  • oudste discipline binnen de geestelijke gezondheidszorg.
  • Pragmatische therapieën met curatief doel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is sociale psychiatrisch?

A
  • gericht op wisselwerking tussen de zorgvrager en zijn sociale relaties;
  • betrekking van sociale context in behandeling;
  • werkt vaak samen met ambulante geestelijke gezondheidszorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is forensische psychiatrie?

A
  • richt zich op mensen die een delict hebben gepleegd en die psychiatrische zorg nodig hebben;
  • deze zorg kan vrijwillig worden aangenomen, maar ook als voorwaarde worden gesteld of verplicht worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is liasonpsychiatrie?

A
  • subspecialisatie van de psychiatrie -> medische zorg, onderwijs en onderzoek in niet-psychiatrische instellingen voor GGZ
  • opvolging van zv die opgenomen zijn op een somatische afdeling;
  • psychiater of een consultverpleegkundige geeft advies of helpt mee bij de behandeling van zv die psychiatrische stoornissen vertonen;
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat doet preventie psychiatrie?

A
  • omhelst de zorgen en bevordering van het psychisch welzijn op preventieve wijze;
  • doelgroep: herstelde zv met psychische kwetsbaarheid die onderhevig zijn aan psychische spanningen, maar niet meer in behandeling zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is etnische psyciatrie?

A

situeert zich binnen een bepaalde cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke groepen van formele zorgverlening zijn er binnen GGZ?

A
  • extramurale of ambulante zorg;
  • intramurale of klinische zorg;
  • semimurale of transmurale zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Welke groepen van informele zorgverlening zijn er binnen GGZ?

A
  • zelfzorg;
  • mantelzorg;
  • vrijwilligerswerk;
  • zelfhulpgroepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat zijn de functies van zelfhulpgroepen?

A
  • emotionele steun vinden bij elkaar;
  • informatieoverdracht;
  • belangen verdedigen, adviezen formuleren en druk uitoefenen (naar overheid toe);
  • sociale activiteiten organiseren;
  • externe contacten uitbouwen.
26
Q

Wat is extramuraal of ambulante zorg?

A

“buiten de muren” (bv. consultatie bij psychiater of psycholoog, dagopvang …).

27
Q

Wat is intramurale zorg?

A
  • binnen de muren
  • residentiële zorgverlening
28
Q

Wat is semimurale of transmurale zorg?

A

tussenvoorzieningen voor zv waarbij extramurale zorg onvoldoende is, maar een volledige opname niet aan de orde is

29
Q

Welke voorbeelden van transmurale zorg zijn er?

A
  • beschermde of beschutte woonvormen;
  • psychiatrische deeltijdbehandeling of dagbehandeling
30
Q

Welke residentiele voorzieningen zijn er?

A
  • algemene ziekenhuizen;
  • psychiatrische ziekenhuizen;
  • psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT)
31
Q

Welke niet-residentiele voorzieningen zijn er?

A
  • beschut wonen;
  • revalidatiecentra
  • centrum voor geestelijke gezondheidszorg;
  • psychiatrische thuiszorg;
  • project artikel 107;
  • ambulante consultaties
32
Q

Welke afdelingen binnen een algemeen ziekenhuis zijn er voor GGZ?

A
  • A-dienst:
    • PAAZ (psychiatrische afdeling algemeen ziekenhuis)
    • Acute neuropsychiatrie
  • SP-dienst
  • EPSI
33
Q

Wat zijn de eigenschappen van de PAAZ?

A
  • urgentiepsychiatrie;
  • kortdurende opname;
  • laagdrempelig;
  • op doorverwijzing of eigen initiatief;
  • liaisonpsychiatrie.
34
Q

Wat zijn de eigenschappen van acute neuropsychiatrie

A
  • voor volwassenen;
  • in een crisissituatie;
  • voor observatie of behandeling;
  • korte tot middellange duur
35
Q

Wat zijn de eigenschappen van een SP-dienst in het algemeen ziekenhuis?

A
  • gespecialiseerd in revalidatie van psychogeriatrische aandoeningen;
  • voor ouderen met psychische problemen;
  • multidisciplinaire diagnosestelling en behandeling;
  • bv. psychogeriatrie
36
Q

Wat zijn de eigenschappen van de EPSI?

A
  • eenheid voor psychische spoedinterventie;
  • voor opvang van personen in een psychische crisissituatie;
  • beperkte verblijfsduur tot maximaal 72u;
  • laagdrempelig;
  • 24u op 24u psychiatrische bijstand.
37
Q

Voor wie is een psychiatrisch ziekenhuis?

A

uitsluitend personen op met een psychische of psychiatrische problematiek al dan niet in combinatie met een somatische problematiek

38
Q

Welke diensten komen voor in een psychiatrisch ziekenhuis?

A
  • A-dienst
  • K-dienst
  • T-dienst
  • SP-dienst
  • forensische eenheid
39
Q

Wat is de A-dienst?

A
  • opnamedienst;
  • voor volwassenen;
  • bij acute psychische problemen;
  • vaak met specifieke doelgroepen
40
Q

Wat is een K-dienst?

A
  • kinder- en jeugdpsychiatrie;
  • 3 – 18 jaar;
  • bv. kinderen met depressie, gedragsstoornissen …
41
Q

Wat is een T-dienst?

A
  • voor langdurige opname;
  • sociale re-integratie
42
Q

Wat is een SP-dienst binnen een psychiatrisch ziekenhuis?

A
  • voor ouderen met psychische problemen;
  • gericht op herstel op fysisch, psychisch en sociaal vlak
43
Q

Wat is het PVT?

A

= psychiatrisch verzorgingstehuis
- voor personen met een chronische, gestabiliseerde, psychische aandoening en voor mensen met een mentale beperking
- werkt enkel op doorverwijzing
- niet gefocust op behandelen, wel op verzorgen

44
Q

Wat is beschut wonen?

A

kleinschalige woonvorm waarbij bewoners zelfstandig kunnen wonen, onder begeleiding van professionele zorgverleners

45
Q

Welke types van revalidatiecentra zijn er?

A
  • gericht op verslavingsproblematiek
  • centra voor psychosociale revalidatie
46
Q

Wat doet een revalidatiecentra gericht op verslavingsproblematiek?

A
  • medische en sociale begeleiding aan personen met een drugsverslaving;
  • soms verstrekken van substitutieproducten
  • verder onderscheid tussen medisch-sociale opvangcentra (MSOC), dagcentra, crisisinterventiecentra (CIC), therapeutische gemeenschap (TG)
47
Q

Wat doet een centra voor psychosociale revalidatie?

A
  • gericht op kinderen, jongeren en volwassenen;
  • ambulante, partiële of residentiële behandeling;
  • behandeling verloopt steeds volgens een individueel behandelingsplan;
  • subgroep: gericht op kinderen en jongeren tot 19 jaar met een psychiatrische pathologie
48
Q

Wat is een centrum voor geestelijke gezondheidszorg (CGZ)?

A
  • via doorverwijzing en op eigen initiatief
  • psychische, relationele en psychosomatische problemen
  • multidisciplinaire samenwerking
49
Q

Op welke tereinen wordt er gewerkt in CGZ?

A
  • preventie;
  • eerste opvang van personen met psychische problemen;
  • diagnosestelling en behandeling
50
Q

Op welke manieren biedt CGZ hulp?

A
  • individuele therapie;
  • koppel- of gezinstherapie;
  • medicamenteuze behandeling;
  • informatie- en adviesverlening
51
Q

Hoe werkt psychiatrische thuiszorg?

A

intensief hulpaanbod aan personen met een psychiatrische problematiek

52
Q

Wat is project artikel 107?

A

project waarbij een multidisciplinair team thuis kortdurende zorg verleent aan personen met een ernstige psychische kwetsbaarheid in een acute crisissituatie, waarbij een intensief ambulant behandeltraject aan huis wenselijk is

53
Q

Wat zijn de doelstellingen van een mobiel crisisteam?

A
  • voorkomen en verkorten van een ziekenhuisopname;
  • verminderen van het aantal gedwongen opnames;
  • hervalpreventie na ontslag uit EPSI of A-dienst.
54
Q

Wat is het doel van project artikel 107?

A

ontwikkeling van een gemeenschappelijke geestelijke gezondheidszorg door de realisatie van zorgnetwerken en zorgcircuits

55
Q

Welke criteria zijn er voor een interventie van het mobiel crisisteam?

A
  • somatische urgentie;
  • ernstige intoxicatie;
  • dreigend geweld of gevaar
56
Q

Wat zijn de sleutelfuncties van project artikel 107?

A
  • 1: geestelijke gezondheidspromotie, preventie, vroegdetectie en vroeginterventie.
  • 2: mobiele behandelingsteams voor acute en chronische problematiek.
  • 3: teams inzake psychosociale rehabilitatie.
  • 4: intensieve gespecialiseerde residentiële geestelijke gezondheidsunits;
  • 5: specifieke woonvormen en verblijfsformules
57
Q

Welke niet medische hulpverlening bestaat er voor personen met psychische problemen?

A
  • Informele zorgverleners
  • Algemene professionele hulpverlening
  • Sociale ondersteuning
  • Specifieke professionele hulpverlening
58
Q

Wat wordt er bedoeld met informele zorgverleners?

A
  • bv mantelzorgers
  • hulp bij bv. persoonlijke verzorging, huishoudelijke taken, administratie …
59
Q

Wat wordt er bedoeld met algemene professionele hulpverlening?

A
  • Algemene en administratieve ondersteuning (ziekenfondsen, OCMW).
  • Praktische ondersteuning (diensten voor gezinszorg, poetsdienst, warme maaltijden)
60
Q

Wat wordt er bedoeld met sociale ondersteuning (wat zijn voorbeelden van diensten)?

A
  • Centra voor algemeen maatschappelijk werk (CAW):
  • autonome centra voor maatschappelijk werk;
  • centra voor teleonthaal;
  • centra voor algemeen welzijnswerk in het kader van de ziekenfondsen
61
Q

Wat wordt er bedoeld met Specifieke professionele hulpverlening?

A
  • justitiehuizen;
  • diensten begaan met geweldpleging;
  • andere justitiële diensten (politie, procureur, daderhulpverlening …);
  • diensten voor kinderen en jongeren met problemen (CBJ, JAC, CLB …)