Hoofdstuk 3: SRH Flashcards

1
Q

Wat is SRH?

A

= Systematisch rehabilitatiegericht handelen
- methodiek die professionals handhaven om zorgvragers te ondersteunen in hun herstel -en ontwikkelingsproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is rehabilitatiegericht handelen?

A
  • krachtgericht werken
  • rekening houden met psychische beperkingen en gebruiken van talenten en zelfontwikkeling
  • zv leren omgaan met hun specifieke problematiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat willen we bereiken met het SRH?

A
  • beter omgaan met kwetsbaarheid en talenten versterken
  • doelen kunnen realiseren met betrekking tot kwaliteit van leven op gebied van n levensdomeinen
  • kunnen participeren in de door hen gewenste omgevingen, door betere kwaliteit van leefomgevingen en sociale netwerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de doelgroep van het SRH?

A

mensen met psychosociale beperkingen, die daardoor niet meer volwaardig kunnen functioneren binnen de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de basisprincipes van het SRH?

A
  • prestatiegericht;
  • herstelgericht;
  • krachtgericht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de subdoelstellingen van het SRH?

A
  • het realiseren van wensen en doelen met betrekking tot kwaliteit van leven;
  • het omgaan met kwetsbaarheid en het versterken van krachten;
  • het verkrijgen van toegang tot gewenste omgevingen en het zo groot mogelijk maken van kwaliteit van leefomgevingen en sociale netwerken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uit welke stappen bestaat het SRH?

A
  • 1: opbouwen en onderhouden van “werkzame” relatie;
  • 2: verzamelen van informatie en met zv een “persoonlijk profiel” maken;
  • 3: zv helpen wensen te formuleren, keuzes te maken en doelen te stellen;
  • 4: de zv helpen een “persoonlijk plan” te maken;
  • 5: het plan helpen uitvoeren;
  • 6: proces volgen: leren, evalueren, bijstellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een persoonlijk profiel?

A

een hulpmiddel waarbij de krachten van de zorgvrager en zijn omgeving in kaart gebracht worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt het persoonlijk profiel buigehouden?

A
  • als levend document waarin voortdurend informatie verzameld wordt
  • zv is “de eigenaar” van het document en moet altijd in het bezit zijn van exemplaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe gebruikt men een persoonlijk profiel?

A
  • krachten worden omgezet in specifieke doelen in het persoonlijk plan
  • algemene doelen waar zv aan zal werken in kader herstel- en ontwikkelingsproces
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het persoonlijk plan?

A
  • hierin worden alle doelen en acties van de zv verwoord
  • als gezamenlijke werkagenda van zv en zijn begeleider
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de aandachtspunten bij het persoonlijk plan?

A
  • zv is eigenaar -> moet exemplaar hebben
  • duidelijk aangeven wanneer doel moet behaald zij en wanneer doel behaald is
  • kan tussentijds bijgestuurd worden -> dynamisch gebruik
  • zorgverlener helpt bij opstellen aan hand van persoonlijk profiel
  • wnr zv nog niet klaar -> zorgverlener een individueel ondersteuningsplan opstellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een persoonlijk ondersteuningsplan?

A
  • plan van zorgverlener -> op welke manier ondersteuning geboden wordt aan zv
  • enkel gebruikt wnr geen persoonlijk plan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op welke domeinen van levenskwaliteit heeft het SRH invloed?

A
  • Persoonlijke domeinen:
    • zelfzorg: ADL, sociale vaardigheden, beheren van financiën …
    • gezondheid: lichamelijke en psychische
    • zingeving: alles wat van persoonlijke waarde is (bv. je geloof);
    • sociale relaties
  • Levensdomeinen: wonen, werken, leren, recreëren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is er belangrijk i.v.m. het behandelingsproces volgens het SRH?

A
  • duur interventie en frequentie en intensiteit van contacten zijn individueel verschillend en zijn verschillend per setting
  • zekere volgorde in activiteiten maar geen afgebakende stappen
  • opbouwen en waarborgen van werkzame relatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Aan welke eigenschappen moet een iemand voldoen om volgens het SRH te werken?

A
  • Uitgaan van krachten en mogelijkheden van de zorgvrager en zijn omgeving
  • present zijn
  • Handhaven of verbeteren van levenskwaliteit
  • Ondersteunen van herstel, bevorderen van empowerment en ervaringskennis
  • Ondersteunen van participatie
17
Q

Op welke manier kan een zorgverlener uitgaan van krachten en mogelijkheden van de zorgvrager en zijn omgeving?

A
  • zv helpen om doelen te bereiken;
  • zv geeft zijn voorkeuren aan over de wijze waarop ondersteuning dient te gebeuren, over de inhoud, het tempo …
  • samen met zv opsporen van mogelijkheden, opties, gewenste bronnen
18
Q

Op welke manier kan de zorgverlener present zijn?

A
  • aanwezig zijn is één van de belangrijkste taken van de SRH-werker;
  • opbouwen van een samenwerkingsrelatie
  • onderhouden van een duurzame relatie met de zorgvrager.
19
Q

Op welke manier kan de zorgverlener de levenskwaliteit handhaven en verbeteren?

A
  • zoekende en vragende houding aannemen tegenover de zv en omgeving;
  • op een methodische wijze onderzoeken hoe zv levenskwaliteit ervaart;
  • inzet om de kwaliteit van het leven van de zorgvrager te verbeteren en te handhaven;
  • waken over persoonlijke en professionele grenzen;
  • respecteert andere normen en waarden van zv
20
Q

Wat kan de zorgverlener i.v.m. ondersteunen van herstel, bevorderen van empowerment en ervaringskennis (waarop is het gericht)?

A
  • gericht op verlichten van lijden;
  • gericht op vergroten van regie/autonomie
  • herkent krachten van zv en stimuleert;
  • uitgaan van mogelijkheden en niet meer problemen veroorzaken
  • aansluiten op ondersteuningsbehoeften van zv, samenhangend met wensen, doelen en psychosociale kwetsbaarheid;
  • helpen doelen stellen en plannen maken.
21
Q

hoe kan de zorgverlener de participatie ondersteunen?

A
  • zv ondersteunen om gewenste sociale rollen te vervullen
  • bewerkstelligen dat zv hun kwaliteiten in dienst stellen van maatschappij;
  • betrekken van omgeving, zodat deze optimaal ondersteunend is voor zv
  • contacten onderhouden voor zv met belangrijke personen uit zijn netwerk