Hoofdstuk 5 Inleiding Recht Flashcards
Détournement de pouvoir
Misbruik in ambt.
Relatieve rechten
Rechten die zijn te handhaven tegen een of meer bepaalde personen, te vinden in het verbintenissenrecht.
Absolute rechten
Rechten die zijn te handhaven tegenover iedereen. Eigendom, ideeën en goederen. Auteursrecht is een voorbeeld.
Rechtsfeiten
Feiten waaraan enig rechtsgevolg is verbonden.
Feitelijke handelingen
Menselijke handelingen met een niet-beoogd rechtsgevolg.
Rechtshandelingen
Menselijke handelingen met beoogd rechtsgevolg.
Obligatoire overeenkomst
Een verbintenisscheppende overeenkomst gesloten door twee partijen of meer.
Overeenkomst
Een afspraak die een verbintenis schept.
Verbintenis
De rechtsbetrekking die het gevolg is van een overeenkomst.
Pacta sunt servanda
Overeenkomsten moeten worden nageleefd.
Nietig
Wanneer de verklaring niet in overeenstemming is met de wil.
Vernietigbaar
Wanneer de wil wel in overeenstemming is met de verklaring, maar de wil zich op een onzuivere manier heeft gevormd. Wilsgebreken.
Wilsgebreken
Dwaling, bedreiging, bedrog en misbruik van omstandigheden.
Dwaling
Art. 6:228 BW een van de partijen (of beide) hebben een verkeerd oordeel/beeld gevormd over het voorwerp van de overeenkomst of de persoon met wij hij in zee ging.
Bedreiging
Iemand is tot het sluiten van een overeenkomst gebracht doordat hem vrees werd aangejaagd art. 3:44 lid 2.
Bedrog
Het foutief oordeel is bewust opgewekt door de wederpartij art. 3:44 lid 3.