Hoofdstuk 2 Inleiding Recht Flashcards
Inductie
Uit het bijzondere het algemene afleiden.
Empyrische cyclus
Voortdurende proces van inductie, theorievorming, deductie en toetsing.
Deductie
Uit het algemene het bijzondere afleiden.
Abductie
Mogelijke verklaring voor een onverwacht verschijnsel.
Hermeneutiek
Studie van de interpretatie van geschreven teksten.
Rechtsfilosofie
Analyse en aanduiding van de begrippen en onderscheidingen die in het recht worden gehanteerd. Onderzoek naar de normen en waarden die ten grondslag liggen aan het recht.
Rechtseconomie
Economen zoeken en onderzoeken de wetmatigheden in de omgang met schaarse middelen, zowel door individuen en bedrijven, als door de overheid.
Rechtssociologie
De sociologie onderzoekt de wetten van het menselijk samenleven.
Rechtsantropologie
De antropologie houdt zich bezig met de mens en de verschillende verschijningsvormen die de menselijke cultuur kan aannemen.
Rechtspsychologie
De psychologie houdt zich bezig met onderzoek naar de wetten van de menselijke geest.
Criminologie
Verklaren en voorspelen van criminelen aan de ene kant en aan de andere kant de verschillende partijen die betrokken zijn bij preventie, opsporing en berechting van strafbare feiten.
Rechtsviding
Het proces dat leidt tot het vinden van de regel die de eerste premisse vormt in de redenering van de rechter.
Rechtsregel
De eerste premisse.
Rechtsfeiten
De tweede premisse.
Waarheidsvinding
Het proces dat leidt tot het vaststellen van deze rechtsfeiten.
Regressief redeneren
Van de assumptie en de beslissing naar de regel. Er wordt een interpretatie van een rechtsregel gezocht om tot de gewenste beslissing te komen.
Progressief redeneren
Van de premissen naar de conclusie. Vanuit het recht zijn de volgende feiten relevant en daaruit volgt logischerwijs de conclusie.
Heuristische fase
De fase waarin de rechter zich informeert en zijn oordeel vormt.
Legitimatiefase
De fase waarin de rechter de beslissing van gegronde redenen voorziet.
Rechtstoepassing Klassieke model
Montesquieu. Centrale positie van de wet, onproblematische toepassing van de wet, legaliteit is belangrijker dan legitimiteit.
Modus ponens
Propositie: als P dan Q;
Assumptie: P;
Conclusie; Q.
Modus tollens
Propositie: als P dan Q;
Assumptie: niet Q;
Conclusie: dus niet P.
Systematische interpretatie
Kijken naar verhoudingen met andere wetten en de systemen van wet opbouwingen.
Sociologische interpretatie
Begrijpen van de woorden van een wettelijke bepaling in relatie tot de maatschappelijke context waarin de wettelijke bepaling moet worden getoetst.
Rechtshistorische interpretatie.
Kijken naar hele geschiedenis rond een wet, zowel wetsgeschiedenis als de maatschappelijke geschiedenis.
Rechtsvergelijkende interpretatie.
Vergelijken met andere rechtsstelsels om te zien hoe deze een regeling uitleggen.
Anticiperende interpretatie
Rechter baseert zijn beslissing op de uitleg van nog niet ingevoerde wettelijke regelingen.
Rechtsvorming moderne model
Gerard Wiarda. Wet heeft niet op alle vragen antwoord, wet kan niet ‘mechanisch worden toegepast en legitimiteit is even essentieel als legaliteit.
Heteronome rechtsvinding
Strikte gehoorzaamheid aan de wet.
Autonome rechtsvinding
De rechter heeft ruimte om zelf een oordeel te vellen.
Discretionaire bevoegdheid
Bevoegdheid rechter om bij het nemen van een beslissing zich te oriënteren op wat het recht zou moeten zijn.
Hart
Theorie over kernbetekenis en schaduwgevallen.
Teleologische interpretatie
Bij deze methode wordt het doel van een wet als richtsnoer genomen.
Wetshistorische interpretatie
Bij deze methode wordt er gekeken naar de wetsgeschiedenis.
Extensieve interpretatie
Het bereik van de rechtsregel wordt uitgebreid door de interpretatie.
Restrictieve interpretatie
Het bereik van de rechtsregel wordt beperkt door de interpretatie.
Redeneren naar analogie
Gelijke of gelijkende zaken worden op dezelfde wijze geïnterpreteerd.A contrario
A contrario-redenering
Argumentatievorm waarbij een stelling wordt verdedigd door de stelling om te keren en dan te argumenteren dat deze negatie zeker niet juist is.
Rechtsverfijning
Werking rechtsregel wordt beperkt.