Hoofdstuk 5: Cardiovasculair Flashcards

1
Q

Etiologie natriumchloride

A

H cardiovasculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

pathogenese natriumchloride

A

H cardiovasculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

symptomen natriumchloride, diagnose en behandeling

A

H cardiovasculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A

symptomen natriumchloride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

natriumsulfaat

A

H cardiovasculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ionoforen etiologie

A

H cardiovasculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pathogenese ionoforen

A

H cardiovasculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

symptomen en behandeling ionoforen

A

H cardiovasculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A

symptomen en behandeling ionoforen

H cardiovasculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A

TAXUS BACCATA (VENIJNBOOM) - cardiovasculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. Varken ionoforen + tiamuline - wat zijn de symptomen?
    A. Spieratrofie, anorexie, slappe achterhand
    B. Diarree, anemie
    C. …
A

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Wat is de toepassing van monensin? Wat is de toxiciteit en welke symptomen geeft het bij zoogdieren?
A

= coccidiostatica / antiobiotica. - ionoforen

Pathogenese Algemeen principe: (niet gezien) * Interferentie met Na+ , K+ , Ca++ en Mg++ionen, * Nl. het vormen van complexen met deze ionen * => depletie ionen

b. Rundvee * Bij voederen van nitraatrijke voeders * Monensin bevordert de omzetting nitraat tot nitriet o Kan monensin niet goed metaboliseren * → verhoogde kans op nitrietvergiftiging c. Pluimvee en varkens * Mogelijkheid tot interactie met tiamulin (pleuromutilin) * Omdat het tiamuline CYP450 iso-enzymes (CYP3A4) blokkeert * Simultaan aanwenden van beide geneesmiddelen is tegenaangewezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A

= kardinaalmuts

Euonymus japonicus – Japanse kardinaalsmuts
Euonymus europaeus – Wilde kardinaalsmuts
* Alles is giftig: bladeren, zaden, bast => hoe meer in de zon: hoe geler
* Bevat hartglycosiden: circulatiestoornissen, speekselen, dyspnee, braken, diarree, collaps, coma,..
* Schapen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A

= japanse pieris

Pieris japonica Fam. Ericacea
* Bladeren giftig
* Kan in pot, struik,…
* Geiten, runderen, schapen
Symptomen door cardiotoxische inhoudsstof
* Cardiotoxische inhoudsstof = grayanotoxines
* Speekselen, braken, tachycardie, tachypnee, convulsies, ataxie, schuimbekken, koliek,..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A

= AZALEA EN RHODODENDRON

Toxiciteit
* Bladeren + stengels
* Paarden, runderen, schapen
Symptomen
* Door andromedotoxine
* Anorexie, 4-6 h na opname: speekselen, braken, diarree => G-I-schade
* Spierzwakte, spiertrillingen, AH depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
A

= oleander

= Taxus van Zuid-Europa !!!
Toxiciteit
* Vooral bladeren toxisch, maar ook bloemen, schors en vruchten
* Door hartglycosiden
* 30-60 g bladeren toxisch, ook gedroogd
* Drinkwater met oleanderbloemen !!
Symptomen
* GI irritatie, depressie, ventriculaire tachycardie, tachyarythmia (cardiotoxiciteit)
* Lichte stijging digoxine en digitoxine in serum, troponines
o Troponine stijgt: harspierschade-merker
Behandeling: anti-arythmica (fenytoïne, lidocaïne, MgSO4)

17
Q
  1. Paard wordt aangeboden met ataxie en incoödinatie. De vorige dag werd nieuw krachtvoer
    geleverd. Daarna kreeg hij hartarythmiën. Bloedonderzoek toonde een gestegen creatinine kinase en
    troponine I aan. Het paard ging snel achteruit en begon hevig te zweten. Hij werd geëuthanaseerd.
    Bij de sectie was bleek, necrotisch spierweefsel te zien. Wat is de vermoedelijke intoxicatie?
    Bespreek de pathogenese
A

= ionoforen

  • (Accidentele) opname van premixresten bestemd voor rundvee en pluimvee
    Algemeen werkingsmechanisme: (niet gezien) * Complexvorming met ionen met verstoring van het intracellulaire evenwicht

Beschadiging cytoplasmatische membranen
1. Rechtstreekse sarcolemma beschadiging * Hierdoor verhoogde Na+ influx en K+ efflux (ionen evenwicht) * => verminderde prikkelgeleiding (geen repolarisatie) * => hartblok
2. Toename van de catecholamine uitstorting * Vorming van oxidatieproducten met vrije radicaalvorming (ROS) * → bijkomende beschadiging sarcolemma
3. Vorming van lipideperoxiden * → membraanbeschadiging
4. Verhoogde Ca++ influx

Gevolg: myopathie (zwakte) en spiernecrose, voornamelijk door toename van endogene Ca ++ spiegel