hoofdstuk 5 athena Flashcards
causale attributie
leggen mensen hun eigen gedrag en dat van anderen uit door een gebeurtenis te koppelen aan een oorzaak.
verklarende stijl
verwijst naar zijn gebruikelijke manier om gebeurtenissen te verklaren. het wordt beoordeeld op drie dimensies
covariantie principe
proberen we te bepalen wat de oorzaken zijn achter waarneembaar gedrag
consensus
wat zouden de meeste mensen in die situatie doen? gedragen de meeste mensen zich op die manier.
ondersheidend vermogen
wat doet een individu in verschillende situaties? is dat gedrag uniek voor die situatie.
consistentie
wat doe het individu in een bepaalde situatie of in andere situaties? is het gedrag hetzelfde nu als in het verleden.
situationele attributie
oorzaak ligt waarschijnlijk bij de situatie. dit is wanneer alle informatiebronnen hoog zijn.
dispositionele attributie
oorzaak ligt waarschijnlijk bij de persoon zelf. wanneer consensus en onderscheidend vermogen laag zijn maar de consistentie hoog.
confactueel denken
onze attributen worden ook beïnvloed door onze gedachten over wat er gebeurd zou kunnen of zou moeten zijn als er iets anders gebeurde
emotionele amplificatie
als een gebeurtenis bijna is gebeurd, maar net niet, is onze emotionele reactie meestal intens.
fundamentele attributiefout
de neiging om het gedrag van andere mensen aan hun karakter toe te wijzen in plaats van aan externe oorzaken.
just world hypothese
veronderstelt dat mensen krijgen wat ze verdienen in het leven.
actor-observeerderverschil
houdt in dat er verschillen in attributies zijn tussen de acteurs en de observeerder. de acteur zal eerder geneigd zijn om situationele attributies te maken en de observeerder zal eerder geneigd zijn om dispositionele attributies te maken.
sociale klasse
de hoeveelheid rijkdom, onderwijs en beroepsprestige van personen en hun families.