Hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

Rechtsstaat

A

Land waar de rechten en plichten in een grondwet zijn vastgelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

democratie

A

bestuursvorm waarin het volk invloed heeft op politieke besluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

democratische rechtsstaat

A

staat waarin burgers rechten en vrijheden hebben die door wetten worden beschermd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

autoritaire staat

A

staat waarin de macht bij één persoon of een kleine groep ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

dictaturen

A

regeringsvorm waarin één machthebber of partij alle macht heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

censuur

A

controle op en beperking van informatie door de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

grondwet

A

document waarin de basisrechten en plichten van burgers en de overheid staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

grondrechten

A

fundamentele rechten die burgers beschermen tegen de staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

mensenrechten

A

universele rechten die voor alle mensen gelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

boycot

A

het verbreken van economische of diplomatieke relaties als protest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Trias politica

A

scheiding van de macht in wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wetgevende macht

A

instelling die wetten maakt en aanpast (bijv. parlement)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uitvoerende macht

A

instelling die wetten uitvoert en beleid maakt (bijv. regering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Rechterlijke macht

A

instelling die recht spreekt en wetten toepast (bijv. rechters)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

legaliteitsbeginsel

A

principe dat iemand alleen gestraft kan worden als iets vooraf bij wet strafbaar is gesteld

17
Q

strafrecht

A

geheel van regels over het straffen van misdrijven en overtredingen

18
Q

overtredingen

A

lichte strafbare feiten, zoals door rood licht rijden

19
Q

misdrijven

A

ernstige strafbare feiten, zoals diefstal of moord

20
Q

criminaliteit

A

alle strafbare feiten die in de wet staan

21
Q

tijdgebonden

A

iets dat verandert door de tijd heen, zoals wetten of normen

22
Q

plaatsgebonden

A

iets dat per land of regio verschilt, zoals wetgeving

23
Q

proces-verbaal

A

officieel verslag van een strafbaar feit door de politie

24
Q

Openbaar Ministerie

A

instantie die verdachten vervolgt en de rechtszaak leidt

25
hoofdstraf
de belangrijkste straf, zoals een boete of gevangenisstraf
26
bijkomende straf
extra straf naast de hoofdstraf, zoals een rijontzegging
27
maatregel
strafrechtelijke maatregel om de samenleving te beschermen, zoals contactverbod
28
tbs
terbeschikkingstelling, maatregel voor daders met een psychische stoornis
29
ontoerekeningsvatbaar
niet verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor eigen daden vanwege een stoornis
30
jeugdstrafrecht
apart strafsysteem voor jongeren van 12 tot 18 jaar
31
repressie
aanpak van criminaliteit door harde straffen en controle
32
preventie
voorkomen van criminaliteit door bijvoorbeeld voorlichting en opvoeding