Hoofdstuk 4: Methodisch Agogisch Handelen Flashcards

1
Q

Kun je een voorbeeld geven van methodisch agogisch handelen in het onderwijs?

A

In een lagere school kan MAH bijvoorbeeld het proces zijn waarin de orthopedagogisch begeleider samen met een leerling een persoonlijk ontwikkelingsdoel opstelt (bijvoorbeeld verbeteren van zelfvertrouwen), een plan maakt om dit doel te bereiken (zoals het geven van positieve feedback), en dit regelmatig evalueert door te reflecteren op de voortgang en bij te sturen waar nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent ‘methodisch agogisch handelen’ binnen het orthopedagogisch begeleiden?

A

Methodisch agogisch handelen (MAH) is een proces waarin de orthopedagogisch begeleider doelgericht, systematisch, procesmatig en bewust werkt aan het verbeteren van het welzijn van cliënten, vaak met een specifieke focus op kinderen of groepen met verminderde kansen in de maatschappij. Dit proces omvat het stellen van duidelijke doelen, het plannen van interventies, en het voortdurend evalueren en bijsturen van het handelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is reflectie zo belangrijk binnen MAH?

A

Reflectie is essentieel omdat het de begeleider in staat stelt het eigen handelen kritisch te bekijken en bij te sturen. Door te reflecteren, kan de begeleider bijvoorbeeld vaststellen of de gekozen strategie wel de juiste resultaten oplevert of dat er aanpassingen nodig zijn. Dit proces maakt MAH dynamisch en flexibel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een belangrijk kenmerk van methodisch agogisch handelen?

A

Het is doelgericht, systematisch, procesmatig en bewust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is ‘bewust handelen’ belangrijk in MAH?

A

Omdat het ervoor zorgt dat de begeleider niet alleen handelt vanuit gevoel, maar dat iedere stap weloverwogen is, met een duidelijk doel en in lijn met de waarden van de cliënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt ‘systematisch werken’ in binnen MAH?

A

Systematisch werken betekent dat de begeleider een duidelijke volgorde en structuur aanbrengt in de stappen om het doel te bereiken. Dit helpt om het proces overzichtelijk te houden en doelen te behalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe zou je in jouw rol als orthopedagogisch begeleider methodisch agogisch handelen toepassen om de zelfregie van een leerling te bevorderen?

A

Ik zou samen met de leerling een haalbaar doel formuleren (bijvoorbeeld zelf beslissingen maken over dagelijkse taken), een plan opstellen om dit te bereiken (zoals het oefenen met keuzes maken in de klas), en de voortgang regelmatig evalueren door met de leerling te reflecteren op hun beslissingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Je begeleidt een leerling die moeite heeft met samenwerken in groepsactiviteiten. Hoe zou je MAH toepassen om dit te verbeteren?

A

Eerst zou ik samen met de leerling het doel stellen: “beter samenwerken in groepsverband”. Vervolgens maak ik een plan waarin ik kleine, haalbare stappen opneem, zoals het geven van specifieke taken tijdens groepswerk en positieve feedback. Regelmatige evaluaties helpen om te zien of het plan werkt en bij te sturen waar nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is geen onderdeel van methodisch agogisch handelen?

a) Doelgericht werken
b) Spontaan handelen zonder planning
c) Evalueren en bijsturen
d) Bewust en weloverwogen handelen

A

b) Spontaan handelen zonder planning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke stap is het eerste in het regulatieve proces van methodisch agogisch handelen?

a) Evaluatie
b) Doelstelling formuleren
c) Vraagverduidelijking
d) Interventie

A

c) Vraagverduidelijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke voordelen heeft methodisch agogisch handelen voor de begeleider?

A

Het helpt om te anticiperen op het proces, helder te communiceren met de cliënt en betrokkenen, het handelen te evalueren, en het proces door te geven aan anderen, wat zorgt voor continuïteit in de begeleiding.

Waarom?: Methodisch agogisch handelen biedt structuur en duidelijkheid, waardoor de begeleider niet alleen op gevoel werkt, maar weloverwogen keuzes maakt die de kans op succes vergroten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kan methodisch agogisch handelen bijdragen aan een verhoogde kans op succes in de begeleiding van kinderen in het lager onderwijs?

A

Door methodisch te werken, wordt het plan duidelijk en meetbaar, en kunnen de begeleider en de leerling samen de voortgang volgen, waardoor de kans op succes groter is. Dit zorgt voor een gestructureerde benadering van het oplossen van problemen en het verbeteren van vaardigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar of Niet Waar? Methodisch agogisch handelen betekent altijd handelen zonder plan, op basis van gevoel en intuïtie.

A

Niet Waar.
Methodisch agogisch handelen is juist doelgericht, systematisch, procesmatig en bewust, en omvat een weloverwogen aanpak in plaats van intuïtief handelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar of Niet Waar? In methodisch agogisch handelen is reflectie niet belangrijk, omdat het proces strikt volgens een vast plan wordt uitgevoerd.

A

Niet Waar.
Reflectie is essentieel in methodisch agogisch handelen omdat het de begeleider in staat stelt het eigen handelen te evalueren en aan te passen waar nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar of Niet Waar? In methodisch agogisch handelen worden de stappen van het plan altijd lineair en niet herhaalbaar uitgevoerd.

A

Niet Waar.
In MAH kunnen de stappen in een circulair of spiraalsgewijs model worden uitgevoerd, waarbij reflectie en bijsturing op verschillende momenten in het proces plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom is het belangrijk dat methodisch agogisch handelen de mogelijkheid biedt om het proces over te dragen aan anderen?

A

Dit zorgt voor continuïteit van de begeleiding, zelfs wanneer de begeleider afwezig is. Het betekent dat het plan en de voortgang duidelijk en overdraagbaar zijn, wat de zorg voor de cliënt waarborgt.
Waarom?: Continuïteit is essentieel in orthopedagogische begeleiding om de cliënt stabiliteit en voorspelbaarheid te bieden, ook als er veranderingen in de begeleiders of situaties zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een belangrijk voordeel van methodisch agogisch handelen?

a) Het is altijd intuïtief
b) Het maakt reflectie moeilijker
c) Het stelt de begeleider in staat om keuzes te evalueren en bij te sturen
d) Het maakt het moeilijker om een plan te communiceren

A

c) Het stelt de begeleider in staat om keuzes te evalueren en bij te sturen.

18
Q

Wat betekent ‘anticiperen’ binnen methodisch agogisch handelen?

A

Anticiperen betekent dat de begeleider vooruitkijkt naar mogelijke obstakels of uitdagingen en het handelen daarop afstemt. Dit vermindert de kans op fouten en zorgt voor een meer gecontroleerd proces.

19
Q

Geef een voorbeeld van het voordeel van methodisch agogisch handelen

A

Stel dat je een leerling begeleidt die moeite heeft met concentreren. Door methodisch te werken, kun je een plan opstellen met duidelijke doelen (zoals een verbeterde concentratie tijdens taken), het plan systematisch uitvoeren (door bijvoorbeeld stap voor stap specifieke concentratie-oefeningen aan te bieden) en reflecteren op de voortgang om het plan zo nodig bij te stellen.

20
Q

Wat betekent ‘lijnen’ in de context van methodisch agogisch handelen?

A

Lijnen verwijzen naar een lineair model van werken, waarbij de stappen in het proces strak achter elkaar worden gezet zonder terug te keren naar eerdere fasen. Dit model is vrij beperkt, omdat het niet rekening houdt met de dynamiek van het agogisch proces.

Waarom?: Lijnen vertegenwoordigen een eenvoudig schema, maar het werk met mensen is complexer en vraagt om flexibiliteit en ruimte voor evaluatie en bijsturing.

21
Q

Wat is het verschil tussen een lineair model en een circulair model in methodisch agogisch handelen?

A

In een circulair model zijn de stappen in het proces met elkaar verbonden en kunnen terugkoppelingen en evaluaties nieuwe afwegingen en aanpassingen vereisen. Dit maakt het proces dynamischer en flexibeler dan het lineaire model.

Waarom?: Het circulaire model laat ruimte voor voortdurende reflectie en bijstelling, wat belangrijk is in werken met mensen omdat het niet altijd voorspelbaar is.

22
Q

Wat is het verschil tussen een lineair en een circulair model van methodisch agogisch handelen?

a) Lineair is flexibel, circulair is rigide
b) Circulair biedt ruimte voor evaluatie en bijstelling
c) Lineair laat geen ruimte voor reflectie
d) Circulair heeft geen duidelijk doel

A

b) Circulair biedt ruimte voor evaluatie en bijstelling.

23
Q

Wat is een voordeel van het spiraalmodel in methodisch agogisch handelen?

A

Het voordeel van het spiraalmodel is dat het een cyclisch proces biedt waarbij je steeds dieper inzicht krijgt na elke ronde, wat leidt tot een beter begrip en effectievere begeleiding.

24
Q

Geef een voorbeeld van het gebruik van een spiraalmodel

A

Stel je begeleidt een leerling die worstelt met zijn emoties. Je begint met een initiële evaluatie, maar na verloop van tijd ontdek je meer over de oorzaken van zijn gedrag. Door gebruik te maken van een spiraalmodel, kun je het proces herhalen, waarbij elke cyclus je dieper inzicht geeft en je het plan bijstelt om effectievere ondersteuning te bieden.

25
Wat betekent de uitspraak 'het einde van de intuïtie' in de context van methodisch agogisch handelen?
Het betekent niet dat intuïtie helemaal niet meer wordt gebruikt, maar dat methodisch werken de nadruk legt op weloverwogen handelen in plaats van op gevoel. Dit maakt het werk effectiever en verantwoorder. Waarom?: Intuïtie kan waardevol zijn, maar systematisch en reflectief handelen verhoogt de kans op succes en voorkomt onbewuste fouten.
26
Wat is het risico van uitsluitend intuïtief handelen in agogisch werk? a) Het verhoogt de kans op objectieve beoordelingen b) Het maakt het handelen effectiever c) Het kan leiden tot inconsistente en ondoordachte beslissingen d) Het vermindert de mogelijkheid om bij te sturen
c) Het kan leiden tot inconsistente en ondoordachte beslissingen.
27
Wat zegt het model van methodisch agogisch handelen over intuïtie?
Het zegt dat methodisch agogisch handelen nooit volledig intuïtief is, maar weloverwogen en doelgericht moet zijn, met ruimte voor reflectie en bijstelling.
28
Geef een voorbeeld van het belang van methodisch handelen boven intuïtief handelen
Stel je voor dat een leerling steeds afgeleid raakt in de klas. Intuïtief zou je kunnen denken dat het aan de omgeving ligt en simpelweg de stoel van de leerling verplaatsen. Echter, door methodisch te werk te gaan, analyseer je het gedrag, stel je doelen en werk je een plan uit om het concentratieprobleem grondiger aan te pakken (bijvoorbeeld door gerichte oefeningen en regelmatig feedback).
29
Wat is de regulatieve cirkel in methodisch agogisch handelen?
De regulatieve cirkel is een model voor het agogisch handelen waarbij de begeleider in verschillende fasen werkt: verduidelijking van de vraag, formuleren van doelen, bepalen van strategieën, uitvoeren van interventies en evalueren. Deze stappen kunnen herhaald worden op basis van reflectie en nieuwe inzichten. Waarom?: Dit model zorgt voor een dynamisch proces, waarbij de begeleider kan terugkeren naar eerdere fasen om bij te sturen op basis van evaluatie.
30
Wat is de eerste stap in de regulatieve cirkel van methodisch agogisch handelen? a) Doelstelling formuleren b) Evaluatie c) Vraagverduidelijking d) Interventie
c) Vraagverduidelijking
31
Welke stap volgt direct na de 'strategiebepaling' in de regulatieve cirkel van MAH? a) Evaluatie b) Doelstelling formuleren c) Interventie d) Vraagverduidelijking
c) Interventie
32
Geef een voorbeeld van de regulatieve cirkel
In het geval van een leerling met gedragsproblemen begint de begeleider met het verduidelijken van de vraag (wat is het probleem?), stelt vervolgens een doel (verbeteren van sociaal gedrag), kiest een strategie (zoals het oefenen met samenwerkende opdrachten), voert de interventie uit, en evalueert daarna de voortgang. Als het resultaat niet is zoals gewenst, wordt het plan bijgesteld en door de cirkel herhaald.
33
Welke stappen zijn er in het MAH die helpen bij het effectief begeleiden van cliënten en vormen een cyclus die altijd opnieuw kan worden doorlopen om de ondersteuning aan te passen en te verbeteren?
STAP 1: Vraagverduidelijking/ analyse: - Vraag 1: Wat is er met jou gebeurd? - Vraag 2: Wat is jouw kwetsbaarheid en jouw weerbaarheid? STAP 2: Het bepalen van de doelen: - Vraag 3: Waar wil je naartoe? STAP 3: Strategie: - Vraag 4: Wat heb je nodig? STAP 4: Interventie: - Vraag: Wat ga je doen? STAP 5: Terugblikken/ Evalueren - Hoe is het gegaan?
34
Leg uit wat de stappen zijn in het MAH
Stap 1: Vraagverduidelijking / Analyse Vraag 1: Wat is er met jou gebeurd? Antwoord: Dit is de eerste vraag die we stellen aan de cliënt om inzicht te krijgen in de situatie. Het doel is om de beleving van de cliënt te begrijpen, niet alleen vanuit de medische diagnose, maar ook door de ervaring van de cliënt te erkennen. Voorbeeld: Stel dat een leerling in de klas erg onrustig gedrag vertoont. Als orthopedagogisch begeleider vraag je: "Wat is er met jou gebeurd?", en het antwoord kan zijn dat het kind zich recentelijk gepest voelde. Dit is cruciaal om de situatie correct te begrijpen. Vraag 2: Wat is jouw kwetsbaarheid en jouw weerbaarheid? Antwoord: Hierin proberen we te begrijpen waar de cliënt moeite mee heeft en waar de sterke kanten liggen. Dit helpt bij het bepalen van interventies. Voorbeeld: Als het kind moeite heeft om hulp te vragen vanwege een laag zelfbeeld, kan de kwetsbaarheid liggen in sociale interacties, en de weerbaarheid kan blijken uit zijn vermogen om bij moeilijkheden een beroep te doen op zijn ouders. Stap 2: Het Bepalen van de Doelen Vraag 3: Waar wil je naartoe? Antwoord: Het doel van deze vraag is om samen met de cliënt een einddoel te formuleren, waar je naartoe wilt werken. Voorbeeld: Een doel kan zijn dat het kind na 3 maanden beter omgaat met zijn emoties en zichzelf kan kalmeren zonder de hulp van anderen. Stap 3: Strategie Vraag 4: Wat heb je nodig? Antwoord: De middelen en methodes die nodig zijn om het doel te bereiken worden bepaald in overleg met de cliënt en het systeem rond de cliënt. Voorbeeld: Het kind kan behoefte hebben aan een rustplek in de klas, zodat het zelf kan kalmeren wanneer het zich overweldigd voelt. Stap 4: Interventie Vraag: Wat ga je doen? Antwoord: In deze fase worden de gekozen strategieën uitgevoerd, en je monitort het proces om het effect te meten. Voorbeeld: Je biedt het kind de mogelijkheid om in een rustige hoek te zitten en werkt samen met de leerkracht om gedragsinterventies toe te passen. Stap 5: Terugblikken / Evalueren Vraag: Hoe is het gegaan? Antwoord: Na de interventie is het belangrijk om te evalueren of de doelen zijn behaald en waar verbeteringen mogelijk zijn. Voorbeeld: Is het kind in staat om zich na 3 maanden zelfstandig te kalmeren, en hoe heeft het zichzelf ontwikkeld in het omgaan met sociale situaties?
35
Wat zijn netwerkleden en waarom zijn ze belangrijk?
Netwerkleden zijn alle mensen die een rol spelen in het leven van de cliënt, vooral degenen die op persoonlijke, niet-professionele wijze betrokken zijn. Dit kunnen familieleden, vrienden, buren of vrijwilligers zijn. Ze spelen een belangrijke rol in de begeleiding omdat zij de cliënt goed kennen en vaak nuttige informatie kunnen geven over diens situatie. Voorbeeld: Stel je voor dat een leerling moeite heeft met concentreren in de klas. Als orthopedagogisch begeleider werk je samen met de ouders van de leerling om te begrijpen of er thuis afleidingen zijn, zoals een druk gezinsleven of gezondheidsproblemen die de concentratie beïnvloeden.
36
Wie zijn gedragsdeskundigen en wat is hun rol?
Gedragsdeskundigen zijn professionals die gespecialiseerd zijn in het begrijpen en analyseren van gedrag. In het kader van jouw werk als orthopedagogisch begeleider kom je vooral gedragsdeskundigen tegen zoals orthopedagogen en psychologen. Zij kunnen diagnostisch werk verrichten, gedragingen observeren en adviseren over interventies. Voorbeeld: Als een kind zich agressief gedraagt in de klas, kan een gedragsdeskundige helpen om het gedrag te analyseren. Ze onderzoeken mogelijk de achterliggende oorzaken (zoals emotionele stress of een onveilige thuissituatie) en helpen een plan te ontwikkelen om het gedrag te verbeteren.
37
Wat doet een maatschappelijk werker in het team?
Een maatschappelijk werker ondersteunt cliënten met maatschappelijke of sociale problemen, zoals moeilijkheden in het gezin, op school, of met het verkrijgen van sociale voordelen. Ze kunnen ook helpen met administratieve taken, zoals het aanvragen van subsidies of het aanvragen van hulpmiddelen. Voorbeeld: Als een leerling problemen heeft met het verkrijgen van speciale onderwijsbehoeften of subsidies, kan een maatschappelijk werker helpen om de juiste documenten in te vullen en bij de juiste instanties aan te vragen.
38
Wat is het verschil tussen (para)medici en artsen?
(Para)medici zijn zorgverleners die medische handelingen uitvoeren, maar niet zelf arts zijn. Ze werken vaak onder toezicht van een arts. Voorbeelden hiervan zijn kinesitherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten. Artsen, zoals een huisarts of specialisten, stellen diagnoses en geven medische behandelingen. Voorbeeld: Een kind in de klas heeft een lichamelijke beperking die zijn mobiliteit beïnvloedt. Je werkt samen met een ergotherapeut die strategieën ontwikkelt om het kind beter te laten functioneren in de klas (bijvoorbeeld door het aanpassen van de stoel of het gebruik van speciale hulpmiddelen). Als het kind een medische aandoening heeft die de oorzaak is van de beperking, kan een arts zoals een kinderarts betrokken worden voor verder onderzoek en behandeling.
39
Hoe werkt een arts samen met een orthopedagogisch begeleider?
Artsen, zoals huisartsen of specialisten (bijvoorbeeld psychiaters of neurologen), spelen een cruciale rol bij het behandelen van medische aandoeningen. Ze werken vaak samen met orthopedagogisch begeleiders wanneer er sprake is van een medische aandoening die invloed heeft op het gedrag of functioneren van een cliënt. Voorbeeld: Als een leerling psychische problemen heeft (zoals depressieve symptomen), kan een arts zoals een psycholoog of psychiater een rol spelen in het stellen van een diagnose en het aanbieden van therapieën. Jij als orthopedagogisch begeleider zou samenwerken met deze artsen om te zorgen voor een holistische benadering van de zorg voor de leerling, waarbij ook de sociale en pedagogische aspecten worden meegenomen.
40
Welke andere professionals werken samen met orthopedagogisch begeleiders?
Naast de bovengenoemde rollen kunnen er andere professionals zijn met wie je samenwerkt, zoals leerkrachten, muziektherapeuten, of teamcoaches. De samenwerking met deze professionals hangt af van de specifieke behoeften van de cliënt en de context van de zorg. Voorbeeld: In jouw stage als orthopedagogisch begeleider kun je samenwerken met de leerkracht om het leerproces van een kind te verbeteren. Als het kind bijvoorbeeld moeite heeft met lezen, kan een logopedist betrokken worden om de communicatie- en taalvaardigheden te verbeteren.