Hoofdstuk 4 - Alleen is maar alleen (Relaties) Flashcards
duinen, de
dunes
klikken (het klikt)
we get along well, we have a click
klomp, de
clog
ontmoeten
to meet
ouder, de
parent
overweg kunnen met
to handle
visite, de
visitors, guests
begrijpen
to understand
druk
busy
kennis, de
acquaintance
plek, de
place, spot
regen, de
rain
rij, de
row, line, queue
binnenkort
soon, shortly
inderdaad
indeed
moe
tired
nergens
nowhere
onderwerp, het
subject
ruzie, de
row, argument
vergeten
to forget
zorgen (zich zorgen maken over)
to worry about
aardig
nice
band, de (familie)
family tie
dood
dead
eenzaam
lonely
familielid, het
relative
kleinkind, het
grandchild
los
loose
missen
to miss
neef, de
cousin, nephew
nicht, de
niece, cousin
oma, de
granny, grandma
oom, de
uncle
opa, de
grandpa, granddad
samen
together