Hoofdstuk 4 Flashcards
de aanvulling
le complément
het onslag
le licenciement, le congé
het verzuim
l’omission, l’absence
verlangen
désirer, souhaiter
uitoefenen
exercer, pratiquer
negeren
ignorer
weigeren = afwijzen
refuser
opleveren
mener à, aboutir à
de besparing
l’économie
aandringen op
insister sur
beroven
dévaliser (une banque)
Doe het licht uit!
Eteins la lumière!
inschakelen
faire appel à (un avocat)
arbeidsongeschiktheid
incapacité de travail
opzettelijk
intentionnel
onbekende
inconnu
langzamerhand
lentement, progressivement
de uitkering
l’allocation, la prestation
blijkbaar = kennelijk
manifestement
desondanks
cependant
de lasten
les charges
Dat hangt af van…
ça dépend de…
kennelijk
apparemment
de opdracht
la mission, l’ordre
lijden
souffrir
oplopen
monter, augmenter
uitgaan
sortir
ontzettend
très, vraiment, extrêmement
genegeerd
ignoré
lijden onder..
souffrir de…
opgelopen
subi
het verleden
le passé
de gebeurtenis
l’évènement, l’occasion
het dreigement
la menace
afwijzen
refuser
toestaan
permettre, autoriser
het tijdperk
l’époque, la période
de toestand
l’état, la condition, la situation
de bedreiging = het dreigement
la menace
naar aanleiding van…
à l’occasion de…
bescheiden
modeste
de beschadiging
la détérioration
de schram (de schrammen)
l’égratignure
de vergunning
l’autorisation, le permis
doorschieten
aller trop loin, tomber dans l’excès
het betoog
een artikel waarin de schrijver duidelijk zijn mening geeft
toelaatbaar
admissible
nog net geen
presque
de verslaggever
le reporter
de tekortkoming
la lacune
verborgen
caché
de overheid
le gouvernement
de dwang
la contrainte
afluisteren
écouter aux portes, espionner
gevaarlijk
dangereux
in opdracht
sur ordre
de verdachten
les suspects
de kelder
la cave
vastgehouden
détenu
de schuldvraag
la culpabilité
de opsporing
l’enquête
arresteren … Synonyms!!
aanhouden, oppakken
aangenomen
adopté, approuvé
de minderheit
la minorité
overgeslagen
sauté, oublié
het indienen
la présentation, la soumission
toegestaan
autorisé
overslaan
sauter, omettre
de verhouding
le lien, le rapport, la relation
de mededeling
la communication, la notification
toenemend
croissant
het overgewicht
la surcharge pondérale
het onderzoek naar…
la recherche sur…
de aanleiding
la cause, la raison
uitwijzen
- déterminer
2. expulser
tevoren
auparavant, avant
daadwerkelijk
réels
verlamd
paralysé
onderling
mutuel
doorschieten
aller trop loin, dépasser les bornes
aannemen
accepter, approuver
de voorziening
l’équipement, le dispositif
vorderen
- avancer
2. réclamer, réquisitionner
een claim indienen
déposer, soumettre une plainte
vergoed
remboursé, indemnisé
ontwikkeling
développement, évolution
gedreigd
menacé
opgelost
réglé, résolu
redelijk
raisonnable
oftewel
autrement dit
in verhouding met
par rapport à
Om een voorbeeld te noemen
Par exemple
de ernst
la gravité
de verdubbeling
le doublement
uitwijzen
démontrer
twee keer zoveel
2 fois plus
de toestand
l’état, la situation
berokkennen
causer
uitwijzen
démontrer
de aanleiding
la raison
We zijn te ver doorgeschoten.
Nous sommes allés trop loin!
de geschidenis
l’histoire
terugzien
revoir
de verzekaars
les assureurs
even terzijde
mis à part ça
het smartengeld
le dédommagement
in verhouding met…
proportionnellement à…
de dwarslaesie
la lésion de la moelle épinière (tétraplégie, paraplégie)
de vergoeding
la rémunération
wat mij betreft
en ce qui me concerne
het bedrag
le montant
de molen
le moulin
allerlei
toutes sortes de