Dutch Class!! :) Flashcards
het blad
la feuille, le journal
blijken, bleek, is gebleken
montre, s’avère
ondervraagde
interrogé
een derde
1/3
toch
cependant
wordt getwijfeld
met en doute
het nut
l’utilité
driekwart
3/4
de gelegenheid
l’occasion
waaraan
à quoi
Waar denk je aan?
A quoi penses-tu ?
zich ergeren aan
s’irriter
de ergenissen
les agacements
betreffen
concerner
ongewenste
indésirable
overbodig
superflu
verwerken
traiter, assimiler
ruim
largement
zakelijk
professionel
het verkeer
la circulation, le traffic
“wat … betreft”
concerning …
voorop lopen
avoir une longueur d’avance
de werknemers
les salariés
gemiddeld
en moyenne
waarvan
dont
…,dat wil zeggen,…
meaning…
nuttig
utile
belastend
contraignant
hoewel
bien que
veroorzaken
provoquer
afleiden
distraire
kliken
cliquer
zodra
dès que
enkele keren
quelques fois
slechts
seulement ne…que
nogal
assez, plutôt
wegwerken
se débarraser
berekenen
calculer, compter
besteden aan
dépensé à
vooral
principalement
nutteloos
inutile
voorkomen
empêcher, prévenir
voor/komen
comparaître (justice)
het gedrag
le comportement
steeds meer
more and more
ongevraagde
non sollicité
te pas en te onpas
à tort et à travers
zomaar
comme ça
vaste tijden
heures fixes
nogal wat
beaucoup, pas mal
de congruentie
la coïncidence
contact leggen met iemand
prendre contact avec qq’un
horen bij iets/iemand
appartenir à quelque chose, quelqu’un
in feite
en fait, en réalité
indruk maken
impressionner
per se
à tout prix, coûte que coûte
een gewoonte maken van iets
faire de quelque chose une habiture
gevoelig
sensible
overtuigen
convaincre, persuader
belachelijk maken
ridiculiser
iets tot gevolg hebben
avoir pr conséquence
onder andere (o.a.)
entre autres
ondergeschikt
secondaire
tot slot
pour conclure
dat wil zeggen (d.w.z.)
c’est à dire
toeteren
klaxonner
de voorkeur
la préférence
uitwisselen
échanger
overbrengen
faire passer
daarnaast
également, par ailleurs
vervelend
ennuyeux, désagréable
de leerling
l’élève
de voorsprong
l’avance
de indeling (van een huis)
l’organisation, le format, la division
de vereniging
l’association, la société
beveiligen
protéger
de hond uitlaten
sortir le chien
vrolijk
joyeux
speels
joueur, décontracté
steeds
tjrs, à chaque fois
steken
mettre (positionner)
terwijl
tandis que, alors que
onbewust
inconscient
omdraaien
retourner
opeens
tout à coup, soudain
kloppen
- frapper (op de deur kloppen)
2. être exact, corespondre (Ja, dat klopt!)
onbeleefde
impoli, grossier
omkeren
retourner, faire demi-tour
pas
ne…que
onderzoeken
étudier, examiner
flink
fort, solide
gerrodeld
ragots, commérages
onveilig
peu sûr, dangereux
bedreigen
menacer
weggestuurd
renvoyé
netjes
correct, soigné
eveneens
également, aussi
behoorlijk
convenable, passablement
achteloos
négligent
afval
déchets
op afstand
à distance
het afgelopen jaar
l’année dernière
twijfelen
hésiter, douter
bij elkaar
ensemble
bestaan
exister
vullen
remplir
geschikt
approprié
aanwezig
présent
uitgeven
dépenser
allereerst
tout d’abord, en premier lieu
de medewerker
le collaborateur, la collaboratrice
in de gaten houden
surveiller, contrôler
zulke
tel
meetelen
compter, rentrer en ligne de compte
wegwerken
se débarasser
de bestelling
la commande
toen bleek
lorsqu’il s’est avéré
weinig
peu
tegenwoordig
actuellement
duf
barbant
afgeleid
distrait
de toespraak
le discours
opgeleverd
donné, apporté
terechtkomen
arriver par hasard, se retrouver là
schade toebrengen
infliger des dommages
nauwelijks
à peine