hoofdstuk 4 Flashcards
1
Q
symbool afgelegde weg
A
Δs
2
Q
wat is de afgelegde weg
A
de afstand die het systeem in die tijd langs de baan aflegt
3
Q
wat is Δs?
A
een getal en is altijd positief
4
Q
symbool verplaatsing
A
Δr (Δx)
5
Q
wat is de verplaatsing?
A
vector die wijst van punt 1 naar punt 2
6
Q
formule Δr
A
Δr = r2-r1 = r2 + (-r1)
7
Q
wat mag je niet vergeten op de r?
A
pijltje naar rechts
8
Q
gemiddelde snelheid formule 1ste wet newton
A
Vg = Δr/Δt
9
Q
wat is Vg met pijltje boven de v?
A
een vector met de richting en zin van Δr vermits Δt positief is
10
Q
A