Hoofdstuk 38 Flashcards
wat is steady state in de nierfysiologie
input = output
waarvan is excretie afhankelijk
water inname en osmolalitiet
wat is excretie
uitscheiding van opgeloste stoffen in het urine
hoeveel miliosmolen scheid de nieren ongeveer uit
600
waarvan is het aantal osmolen afhankelijk in urine
osmolaliteit van de urine en de hoeveelheid urine
wat is de formule van de urine osmolaliteit (Uosm)
Osmoles excreted / urine output
hoe heet verdunde urine
hypo-osmotische urine
wat is diurese
extreme water output
hoe heet zeer geconcentreede urine
hyper-osmotisch urine
uit welke 2 compartimenten bestaat urine
het volume vocht dat nodig is om alle moleculen op te lossen
het vrije water
hoe word vrij water gemaakt
als het tubulaire systeem bijv NaCl absorbeert
hoe word geconcentreerde urine gemaakt
het vrije water word geabsorbeerd uit de buis
wat is iso-osmotische
urine
als de concentratie gelijk is aan die van het bloedplasma
wanneer is de water balans positief
als de nier urine produceert dat minder geconcentreerd is
dan het bloedplasma
wat is osmolaire klaring (Cosm).
de snelheid waarmee bloepplasma word geklaard van opgeloste stoffen
wat is de formule van (Cosm).
( Uosm x V ) / Posm
hoe word C h2o berekend
V - Cosm
wat is de standaard waarde van Cosm
2 L per dag
wat is de minimale em maximale waarde van vrije water klaring
-1,5 en +13 L
waar gaat het water naartoe als het uit de unrine buis word getrokken
het hyperosmotische interstitium van de medulla.
waar bevind het interstitium zich in de nier
medulla renalis.
hoe word water onttrokken door het tubulaire systeem
via osmose
hoe komt er vloeistof in het interstitium van de nieren
De proximale tubulus (PCT) resorbeert altijd 2/3e van het tubulaire vloeistof (voorurine). en dit gaat naar het interstitium
welke 2 delen van een nefron resorberen zouten
lis van henle
distale tubuli (DCT)
wat zal de tubulaire vloeistof zijn na het verlaten van de DCT
Hypo-osmotisch
welke delen van de nefron bepalen of de urine uitendelijk hyper of hypo-osmotisch zijn
ICT (initiële verzamelbuis), CCT (corticale verzamelbuis), OMCD (buitenste
medullaire verzamelbuis) en IMCD (binnenste medullaire verzamelbuis).
waardoor worden de distale delen van het distale nefron gereguleerd
hormonen (AVP)
wat gebeurd er tijdens de aanwezigheid van AVP
water wordt geresorbeerd uit het tubulaire lumen.
Dus hiermee concentreer je urine.
wat is antidiuresis
als er zo min mogelijk waterverlies mag zijn
geconcentreerde urine
wat is de osmositeit in de PTC (hyper/hypo/Iso)
iso-osmotische
waarvan hangt de osmositeit in de PTC af
van het bloedplasma (niet van hoeveel water je drinkt)
hangt de osmostiteit in TAL af van hoeveel water je drinkt
nee, het is altijd hypotonisch vergeleken met je bloedplasma (hoeveelheid verschilt wel)
welke delen van de nefron zijn het belangrijkst voor het concentreren van urine
IMCD en OMCD
welke 2 dingen heb je nodig om geconcentreerde urine te maken
AVP en Een hyperosmotisch medullaire interstitium
wat is de hoofdfunctie van de lis van henle
reabsorberen
van NaCl uit het tubulaire lumen richting het medullaire interstitium.
wat zijn de permabiliteiten van TAL
impermeabel voor water, maar juist erg permeabel voor NaCl
vanaf welk deel van de nefron maakt de water intake uit
na TAL (DCT)
vanaf waar word de urine geconcentreerd
ICT
vanaf waar word urine verdund
DCT
wat is de maximale osmolaliteit van het medulaire interstitium tijdens antidiurese
1200 mOsm
wat is de maximale osmolaliteit van het medulaire interstitium tijdens diurese
500 mOsm
wat is de osmolaliteit van het urine tijdens antidiurese
1200 mOsm