Hoofdstuk 3: moeilijke woorden Flashcards
1
Q
Dochtercellen
A
nieuwe cel, die na deling is ontstaan
2
Q
Haploid
A
N
3
Q
Diploid
A
2N
4
Q
zaadcellen
A
spermatozoa
5
Q
ova
A
eicellen (ovum)
6
Q
Gemmulatie
A
de vorming van het nieuwe individu uitgaande van een aggregatie van cellen omgeven door een resistente membraan die men gemmula noemt. Deze wijze komt voor bij sponzen en treedt meestal op in de winter. De gemmula overwinteren in die vorm en in de lente beginnen de ingekapselde cellen te groeien en vormen een nieuwe spons.
7
Q
vitellus of deutoplasma
A
dooier
8
Q
Somatische cel
A
Gedifferentieerde cellen