Hoofdstuk 10: moeilijke woorden Flashcards

1
Q

Protosoom

A

De term Protostomie (van het Griekse “proto,” betekent eerst, en “stoma,” betekent mond). Het onderscheidt een groep ongewervelde dieren gebaseerd op het lot van de blastopore (de eerste opening van het vroege spijsverteringskanaal) tijdens embryonale ontwikkeling., Dieren waarbij de blastopore de mond wordt worden protostomen genoemd; die waarin de mond zich ontwikkelt na de anus worden deuterostomen genoemd (van het Grieks “deutero”, wat tweede betekent, en “stoma”, wat mond betekent).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bilateraal

A

twee lichaamsonderdelen die zich ten opzichte van een gezamenlijk referentievlak aan beide zijden hiervan bevinden.

In de praktijk wordt de term meestal gebruikt ter aanduiding van aandoeningen. Een voorbeeld: bilaterale tennisellebogen. Dit betreft een ontsteking van zowel de linker- als de rechterelleboog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Invertebraten

A

Ongewervelde dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Coeloom

A

secundaire lichaamsholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pericard

A

Hartzakje (een vezelachtig dubbelvlies die het hart losjes omgeeft)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Radula

A

Een monddeel bij weekdieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ganglia

A

groep zenuwcellen met dezelfde functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

methaneephridia

A

een soort excretieklier die uitsluitend wordt aangetroffen in ongewervelde dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sessiel

A

onbewegelijk, vastzittend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mucus

A

slijm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

longitudinale zenuwen

A

op de lengte betrekking hebbende zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

nephrididia

A

A tubular excretory organ in many invertebrates, such as mollusks and earthworms.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gonaden

A

Voortplantingsorganen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ovipaar

A

Oviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Statocyten

A

Evenwichtsorgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly