hoofdstuk 3 Flashcards
onderzoeksmethoden
3 methoden voor het verzamelen van data
- Zelfrapportages
- Rapportages door anderen
- Observaties
zelfrapportages
Informatie die mensen over zichzelf geven in een gesproken interview of in een geschreven vorm, zoals een vragenlijst. In vergelijking met volwassenen hebben kinderen in deze vorm meer moeite om met hun aandacht er bij te blijven, geven ze langzamer antwoord en hebben ze meer moeite om de vragen te begrijpen.
rapportages door anderen
Het verkrijgen van informatie van mensen die het kind goed kennen. Een sterke kant van deze methode is dat de rapportages gebaseerd zijn op vele observaties in verschillende situaties.
het perifere zenuwstelsel
Omvat alle zenuwen die gaan over sensorische input en motorische output. Kan op vrij directe wijze gemeten worden, bv zweet, hartslag, spierspanning en motorische actie.
observaties
Een methode waarbij onderzoekers zich in de natuurlijke omgeving begeven of deelnemers naar het laboratorium brengen om gedragingen van interesse te bekijken.
het centrale zenuwstelsel
Omvat de hersenen en de ruggengraat. Kan gemeten worden door brain imaging, EEG (waarbij hersen activiteit wordt gemeten door elektroden op de schedel te plaatsen) en markeringstaken (onderzoekers weten of bepaalde hersengebieden volgroeid zijn doordat iemand bepaalde taken uit kan voeren).
etnografie
Een onderzoeker infiltreert in een bepaalde groep om begrip te werven over de groep.
ecologische validiteit
de mate waarin de gebeurtenissen in een onderzoek overeenkomen met gebeurtenissen in het echte leven. Dit bepaalt of de resultaten te generaliseren zijn naar situaties buiten het laboratorium.
cross-sectionele methode
Het vergelijken van verschillende leeftijdsgroepen met elkaar op een bepaald kenmerk.
case study ontwerp
Hierbij wordt één individu of één groep heel intens bestudeerd. Deze methode wordt vooral gebruikt bij zeldzame situaties of individuen.
longitudinale methode
Hierbij wordt één groep mensen gedurende lange tijd gevolgd. Er worden op verschillende momenten metingen verricht. Dit is een krachtig instrument om te meten wat de invloed van een gebeurtenis of kenmerk is op het latere leven van een individu.
sequentiële methode
Een combinatie van de cross-sectionele en longitudinale methoden. Hierbij worden bijvoorbeeld drie verschillende leeftijdsgroepen zowel met elkaar, als met zichzelf door de tijd heen vergeleken.
3 methodes om verandering over tijd te bestuderen
De cross-sectionele methode, longitudinale methode en de sequentiële methode.