Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

wat is de belangrijkste reden voor weerstand bij verandering?

A

de onzekerheid die de verandering mee brengt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat moet je als eerste aanspreken bij verandering?

A

de emotie, alleen feiten zijn niet genoeg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cialdini geeft zeven principes die spelen bij gedragsverandering. noem de 7 principes.

A
  1. wederkerigheid: mensen willen iemand anders niets verschuldigd zijn.
  2. Commitment en consistentie: mensen houden vast aan eenmaal gemaakte keuzes.
  3. sociale bewijskracht: mensen kopiëren elkaars gedrag.
  4. sympathie: menen worden gemakkelijker overtuigd door mensen die ze aantrekkelijk vinden en door mensen of merken die op hen lijken.
  5. autoriteit: mensen volgen mensen en merken met gezag.
  6. schaarste: mensen zien iets wat schaars is als waardevoller.
  7. eenheid: mensen willen graag bij een groter geheel horen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke stappen vol je als je gedragsverandering wilt realiseren?

A
  1. kijk naar de huidige situatie.
  2. onderzoek de doelgroep.
  3. bepaal het gewenste gedrag.
  4. formuleer concrete doelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn effectieve tips bij gedragsverandering?

A
  1. maak het makkelijk.
  2. houd het simpel en herhaal, herhaal, herhaal.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

autoriteit

A

een persoon, organisatie, of merk met gezag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

commitment

A

wanneer mensen ergens mee instemmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

consistentie

A

wanneer mensen willen handelen in overeenstemming met wat zij eerder hebben gezegd of gedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eenheid

A

de behoefte van mensen ergens bij te horen dat groter is dan zijzelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

nudging

A

mensen subtiel stimuleren om zich op een gewenste wijze te gedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

schaarste

A

iets wat beperkt verkrijgbaar is, vinden we waardevol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

sociale bewijskracht

A

overtuigd worden door anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sympathie

A

positieve gevoelens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wederkerigheid

A

het principe dat als je iets krijgt, je iets terug wilt doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly