Hoofdstuk 2 woordjes F-N Flashcards
à la pointe de
op de punt van
bordé(e) par
begrensd aan
bilingue
tweetalig
la marée
het getij
nautique
water
faire du char à voile
strandsurfen
accompagné de
vergezeld van
un nain
een dwerg
embarquer
aan boord gaan
réfléchir sur
nadenken over
le métier
het beroep
le magazine
het tijdschrift
le vendeur
de verkoper
entretemps
intussen
essentiellement
voornamelijk
sur place
ter plekke
emporter
uiteraard
goûter
proeven
divorcé
gescheiden
il y a trois ans
drie jaar geleden
se remarier
hertrouwen
l’année dernière
vorig jaar
drôle
grappig
certainement
zeker
boire
drinken
À tout à l’heure!
Tot zo!
le marin
de zeeman
un pêcheur
een visser
comme
aangezien
hésiter
aarzelen
tandis que
terwijl
pauvre
arm
la pêche
de visserij
une entreprise
een onderneming
se tromper de
zich vergissen in
mettre en oeuvre
in het werk stellen
une metière première
een grondstof
un héritage
een erfenis
fidèle à
trouw aan
une association
een stichting
le but
he doel
procurer
krijgen
le dépliant
de folder
une enceinte
een omheining