hfd. 1 N-F Flashcards
1
Q
aan zee
A
au bord de la mer
2
Q
bruin worden
A
se faire bronzer
3
Q
een nachtmerrie
A
un cauchemar
4
Q
een slaapzak
A
un sac de couchage
5
Q
vrijwilligerswerk
A
du travail volontaire
6
Q
in zee zwemmen
A
se baigner dans la mer
7
Q
instappen
A
monter
8
Q
naar de discotheek gaan
A
sortir en boîte
9
Q
naar het strand gaan
A
aller à la plage
10
Q
onvergetelijk
A
inoubliable
11
Q
op een dag
A
un jour
12
Q
teruggaan naar Spanje
A
retourner en Espagne
13
Q
terugkomen
A
rentrer
14
Q
tijdens de hele vakantie
A
pendant toutes les vacances
15
Q
twee jaar geleden
A
il y a deux ans