Hoofdstuk 2 : Ideologieën Flashcards
Door wie werd het begrip ‘ideologie’ voor het eerst geïntroduceerd?
Antoin Destutt de Tracy (tijdens een lezing in 1796)
Welke beschrijving gaf Antoine Destutt de Tracy aan het begrip ideologie?
Een nieuwe empirische wetenschap van ideeën die valse van ware ideeën zou kunnen onderscheiden.
Wie zorgde ervoor dat ideologie een neutraal begrip werd?
Lenin (Vladimir Iljitsj Oeljanov)
Wie sprak er als eerste over culturele hegemonie?
Antonio Gramsci
Welke individuen maakten vooral een negatieve connotatie rond het begrip ‘ideologie’?
Napoleon, Karl Marx en Friedrich Engels
Wat zei Napoleon over een ideoloog?
Napoleon maakte eerder een negatieve connotatie. Een ideoloog beschreef hij als ‘iemand die blind was voor de werkelijkheid en zich enkel door abstracte ideeën liet leiden.”
Wat zeiden Marx en Engels over ‘ideologie’?
Ideologie is een verdraaiing van de werkelijkheid. Ze zagen het als een onderdeel van een superstructuur dat de machtsposities binnen klassen legitimeert.
Wat zei Lenin over ‘ideologie’?
Ideologie is een neutraal begrip. Het proletariaat (de derde stand/ arbeidersklasse) moet over een ideologie beschikken.
Hun ideologie is het socialisme.
Aangezien het ‘wetenschappelijk socialisme’ de ideologie van het proletariaat was, werd het onderscheid tussen ideologie en wetenschap opgegeven.
Wat is culturele hegemonie?
Het wereldbeeld van een bepaalde klasse is dominant omdat het door andere klassen stilzwijgend geaccepteerd wordt.
Synoniem: common sense
Wat zei Gramsci over ideologie?
Ideologie houdt maatschappelijke verhoudingen in stand. Het zit ingebed in cultuur en maatschappelijke gedragingen.
Wat zijn 3 kritieken die conservatieven hebben op ideologie?
Ideologie :
1) is te simplistisch en abstract
2) verstoort de sociale orde
3) is te veranderlijk
Wat zijn de oplossingen van conservatieven tegen ideologie?
1) ideologie mogen we niet laten meespelen in ons handelen.
2) traditiegebaseerde aanpak obv ervaring en geschiedenis
3) conservatisme is meer een houding en geen soort ideologie
Er heerst wat controverse over de functionaliteit van ideologieën binnen de politiek. Noem enkele redenen waarom ideologie functioneel of disfunctioneel zouden zijn.
Disfunctioneel:
- roept negatieve emoties op.
- zorgt voor irrationaliteit en stereotypering.
- zijn valse voorstellingen en verbergen de werkelijkheid.
Functioneel:
- ideologieën zijn aanwinst voor de politiek
- ze denken na over de ideale samenleving
- vormen een leidraad in ons handelen
- is een bindmiddel in politieke deelgemeenschap.
Wat is het belangrijkste verschil tussen wetenschap en ideologie?
Wetenschap = beschrijvend en verklarend + is niet geïnteresseerd in gevolgen van theorieën op het menselijke gedrag.
Ideologie = voorschrijven + is wel geïnteresseerd in de gevolgen van theorieën op het menselijke gedrag.
Conclusie: concept ideologie blijft nog steeds heel algemeen -> dus kijken naar essentie om verschil tussen ideologieën te illustreren.
Vb: sociaaldemocratie & communisme
Wat zijn de drie bestanddelen van een ideologie? (Morfologie)
- Descriptief element: kijkt naar de maatschappij zoals ze is.
- Prescriptief element: kijkt naar hoe de maatschappij zou moeten zijn.
- Operationeel niveau: overgang tussen 1 en 2.
Definitie ideologie
Ideologie is een neutraal concept dat verwijst naar een actiegericht gedachtesysteem, naar een set van ideeën die de doelen en middelen van sociale actie poneren, motiveren of verklaren, ongeacht de vraag op die actie de sociale orde wil bevestigen, omverwerpen of langzaam aanpassen.
Wat is het verschil tussen element 1 en element 2 van een ideologie? (Morfologie)
- Descriptief: beschrijft hoe de wereld/ maatschappij is adhv feiten.
- Prescriptief: beschrijft hoe de wereld/ de maatschappij zou moeten zijn adhv waarden. -> dus ook normatief.
Omwille van de waarden in element 2 is ideologie geen wetenschap (want wetenschap baseert zich enkel op feiten).
Ideologie is dus geen waarheid, maar WEL een middel om waarheid te construeren en macht te verwerven.
Wat is het verschil tussen element 2 en element 3 van een ideologie? (Morfologie)
- Fundamentele visie: Theorieën en ideeën over de ideale samenleving adhv waarden.
- Operationele visie: strategieën en tactieken die door politieke partijen gebruikt worden in hun machtstrijd. Vb: partijprogramma’s, retoriek, regeringsvoorstellen,…
Er is veel discussie over de overgang van 2 naar 3.
De links-rechtsschaal wordt door velen gezien als een democratisch instrument. Waar en wanneer ontstond het verschil links-rechts voor het eerst?
Ontstaan in de Franse Revolutie. Op 7 mei 1789.
Welk discussiepunt zorgde in 1789 voor het ontstaan van de links-rechtsschaal?
Franse revolutionairen wilden een einde maken aan het politiek systeem waarbij de koning de absolute macht had.
In de Nationale vergadering was er discussie over:
- het gewenste politieke systeem
- de macht van Koning Lodewyck de 15de (XVI) in dit politiek systeem.
Rechterkant: conservatieven- macht koning blijft.
Linkerkant: progressieven - macht koning verandert.
Wat betekent ‘ruimtelijke polarisering’?
Niet langer de stand (1: clerus, 2: adel, 3: burgerij) bepaalde of je links of rechts stond in het debat (over macht koning), maar WEL het gedachtegoed.
De derde stand (burgerij) nodigden de twee hogere standen (clerus en adel) uit om bij hen aan de linkerzijde de staan, die opteerde voor verandering waarbij de macht van de koning zou wijzigen.
Ze opteerden voor het opstellen van een grondwet die de spelregels duidelijk zou maken.
Wat is de relevantie van de links-rechtsschaal?
- het omlijnt min of meer de politieke inhoud.
- het geeft een aanduiding van de positie en de inhoud gelinkt aan die positie.
- het geeft een algemene richting van de standpunten van politieke partijen.
Vandaag de dag is er heel wat discussie over het nut van deze links-rechtsschaal. Hoe komt dit?
Door de toenemende complexiteit van breuklijnen.
Burgers identificeren zich vandaag niet langer meer met één breuk of ideeëngoed (links of rechts).
Dit heeft mogelijks twee redenen:
- volgen geen stabiele breuklijnen omdat we andere meningen hebben over steeds wisselende issues.
- er zijn nieuwe breuklijnen waardoor de oude verdrongen worden.
Het succes van de groenen in de jaren 1980 viel te verklaren door een nieuwe breuklijnen. Welke?
Een breuklijn tussen materialisten en postmaterialisten.