begrippenlijst actua Flashcards

1
Q

coalitie

A

de meerderheid in het parlement. Het is een samenwerkingsverband tussen meerdere politieke partijen om een regering te vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

oppositie

A

de minderheid in het parlement. De partijen die niet deelnemen aan de regering maar beïnvloeden en bekritiseren het beleid door vragen te stellen en te betogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

legislatuur

A

zittingsperiode / regeerperiode. De periode waarvoor een college gekozen wordt/ de periode waarin de regering aan de macht is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

septemberverklaring

A

is een jaarlijkse toespraak van de minister-president van Vlaanderen tot de leden van het Vlaams parlement. Het is een toespraak over de algemene maatschappelijke situatie, de beleidsvoornemens en de begroting. Deze toespraak vindt altijd plaats op de vierde maandag van september.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

begroting

A

een financieel overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven in een bepaalde periode (meestal het komende jaar – 2024). Het is een soort van aktes van alle noodzakelijke middelen dat de overheid nodig heeft om te kunnen werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Raad van State

A

is een onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land. (de koning is de voorzitter). Het is een hoog administratief rechtscollege dat ook advies geeft aan regeringen / parlementsleden als zij wetten/ decreten moeten maken. De parlementsleden moeten dit advies niet verplicht opvolgen, alleen is dit niet zo slim. Als je het advies van de Raad Van State helemaal naast je neerligt, loop je de kans dat mensen tegen jouw wet procederen. De kans is dan groot dat je wet vernietigd wordt door de rechtbank.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zwijgakkoord

A

Hier wordt het Vlaams parlement al decennia mee geteisterd. Afspraak tussen partijen die onderdeel zijn van de coalitie (meerderheid) waarbij wordt afgesproken dat geen enkel lid van de Vlaamse coalitie (dus geen enkel parlementslid van CD&V, NVA, Open VLD ==> dit zijn de 3 Vlaamse meerderheidspartijen) een actie mag ondernemen in het parlement zonder toestemming van de andere coalitiepartners. (zwijgakkoord mag wel worden verbroken door ‘bazen’/ partijvoorzitters).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

autobusdemocratie

A

Er werden tijdens het congres bussen aangeleverd met de juiste mensen. De mensen die de partijtop trouw zijn. Je zorgt dat op jouw bus de mensen aanwezig zijn die jou volgen. Je brengt die mensen allemaal naar dat congres en op het congres stemmen die hoe jij dat wil. En daarna zet je ze weer op de bus richting huis. Eigenlijk bestaat dit soort type democratie niet meer, maar voor 1 keer heeft de Open VLD dit weer ingevoerd en dit tijdens dat congres.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

staatshervorming

A

een proces waarbij België sinds 1830 voortdurend evolueert door opeenvolgende grondwetwijzigingen. Zo is België dankzij staatshervormingen al geëvolueerd van een unitaire staat/ eenheidsstaat naar een federale staat met drie gewesten en drie gemeenschappen, met elk hun autonome bevoegdheden. De laatste staatshervorming dateert van 2012. Dit was de 6de staatshervorming en wordt ook wel het vlinderakkoord genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

herfederaliseren (van bevoegdheden)

A

bevoegdheden die vroeger gedefederaliseerd waren, teruggeven aan de federale staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

defederaliseren (van bevoegdheden)

A

bevoegdheden meer toekennen aan de deelstaten (Vlaanderen – Wallonië).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

federale beleidsverklaring (SOTU)

A

synoniem: State of the Union (SOTU) is de federale tegenhanger van de Septemberverklaring op Vlaams niveau. Hierin worden de belangrijkste agendapunten voor het komende politieke jaar op federaal niveau toegelicht. Regeringshoofden geven een verklaring over het beleid dat ze dat jaar (2024) gaan voeren. Dit gebeurt altijd de tweede dinsdag van oktober. De eerste federale beleidsverklaring dateert van 1993. Dit is het moment dat we officieel een federatie zijn geworden (bij J.L. Dehaene).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sindicalisatiegraad

A

het aantal werknemers dat lid is van een vakbond. Mensen die geen vaste job hebben, zullen zich minder aansluiten bij vakbonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

patronale bijdragen

A

bijdragen die je betaald op je loon die je ontvangt en die naar de sociale zekerheid gaan. (zelfde als RSZ-bijdrage)  Rijksdienst Sociale Zekerheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

overheidsschuld

A

totale massa van openstaande leningen en schulden die je hebt omdat je in het verleden al zoveel schulden per jaar hebt gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

staatsbon

A

wanneer een burger een staat koopt bij de staat, kan de regering jouw geld voor een jaar gebruiken om hun begrotingstekort terug te betalen. Na 1 jaar krijg je jouw inzet terug + extra interest (omdat de staat jouw geld kon gebruiken). Het geld dat je geeft aan de staat is gewaarborgd, dus je krijgt dit geld zeker terug. (Ze lenen geld bij de burger omdat de banken grotere rente vragen op het geld dat de staat bij hen zou lenen).

17
Q

stabiliteitsprogramma

A

een programma dat de Europese Unie via de Europese commissie maakt om de stabiliteit van de Europese begrotingen te garanderen. De EU is hierin geïnteresseerd, omdat dit ook de stabiliteit van de euro als betaalmiddel moet onderbouwen. De positie van de euro in de internationaal financiële wereld hangt af van de economie en van de begroting van alle Eurolanden. Als er Eurolanden zijn die steeds meer tekorten hebben en een slechte economische groei hebben, kan dat de positie van de euro op de internationale financiële markt verzwakken (waardoor EURO minder waard is dan dollar/ pond).

18
Q

de Maastrichtnorm

A

dit is een norm die werd vastgelegd in Maastricht in 1992 (bij het vormen van de euro-wet) en zegt dat het begrotingstekort van een EU-lidstaat nooit meer dan 3% van het BBP mag bedragen. Als het begrotingstekort meer dan 3% van het BBP bedraagt, kan de EU boetes geven aan de lidstaten die zich hier niet aan houden.

19
Q

bevoegdheidsconflict

A

dat een overheid een andere overheid voor de rechtbank daagt of een procedure opstart om te zeggen: jullie hebben iets beslist waar jullie het recht niet hadden, je bent daar niet voor bevoegd.

20
Q

belangenconflict

A

jij als overheid mag de beslissing nemen, je bent daar wel bevoegd voor maar het gaat zodanig in tegen onze belangen dat wij vragen om die beslissing te schorsen en te kijken of er geen andere beslissing mogelijk is.

21
Q

IMF (Internationaal Monetair Fonds)

A

het IMF is een financiële instelling dat beleidsadvies geeft aan landen i.f.v. het bevorderen van de wereldwijde groei en economische stabiliteit. Zij bekijken de begroting van een land en bekijken waar het eventueel misloopt.

22
Q

Het gelijkheidsbeginsel

A

een algemeen principe dat iedere burger (wettelijk) gelijke rechten en een gelijke behandeling in gelijke gevallen toekent. Dit gelijkheidsbeginsel is vastgelegd in veel internationale verdragen. Het heeft betrekking op godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele geaardheid of burgerlijke staat.

23
Q

lijsttrekker

A

de hoogst geplaatste persoon op de kandidatenlijst van een politieke partij bij verkiezingen.

24
Q

lijstduwer

A

is een verkiezingskandidaat in een politieke partij die persoon naar verwachting veel stemmen zal trekken, maar op een (vrijwel) onverkiesbare plaats op de kandidatenlijst staat. Meestal gaat het om iemand die niet gekozen wil worden, maar wel wil bijdragen aan de populariteit van zijn of haar partij. Het is vaak een bekende persoonlijkheid of populaire politicus.

25
issue ownership
politieke partijen die eigenaar zijn van onderwerpen die tevens ook vaak aansluiten bij hun programmapunten. Voorbeelden: Open VLD – stakingen en vakbonden , Vooruit – sociale zekerheid , Groen – klimaat.
26
volksraadpleging
bij een volksraadpleging bevraagt men de mening van het volk omtrent een bepaald onderwerp, maar is de gemeente NIET verplicht om hier rekening mee te houden bij het maken van beslissingen.
27
referendum
bij een referendum bevraagt men ook de mening van het volk omtrent een bepaald onderwerp, maar is de gemeente WEL verplicht om hier rekening mee te houden bij het maken van beslissingen.
28
Gerrymandering
synoniem: kiesrechtgeografie. Men gaat kiesomschrijvingen zodanig gaan organiseren dat een politieke tegenstander vooral veel nadelen ondervindt aan de fusie. Het is het manipuleren of hertekenen van de grenzen van kiesdistricten. Vaak worden deze kiesdistricten gemanipuleerd om een politiek voordeel te behalen voor een specifieke politieke partij of kandidaat.
29
een dading
een soort van schriftelijke overeenkomst tussen een slachtoffer en een dader om een conflict op te lossen zonder naar de rechtbank te stappen. Het is een soort contract tussen slachtoffer en dader waarin de schade wordt vergoed.
30
cordon sanitaire
is een techniek waarbij men een ongewenste of gevaarlijke situatie probeert te isoleren door er een beschermende kring rond te leggen. Men gebruikt in Vlaanderen ook wel het woord ‘schutskring’.
31
het rekenhof
het rekenhof voert een externe technische controle uit op de begrotings- boekhoudkundige en financiële verrichtingen van de federale staat, de gemeenschappen, de gewesten, de provincies en openbare instellingen. De controle van de gemeenten behoort niet tot de bevoegdheid van het rekenhof. Ze gaan na of de uitgaven zijn gebeurd volgens de wettelijk opgeschreven regels (offerte aanvragen voor uitgaven). Ze doen louter een technische controle en doen geen uitspraken over de hoeveelheid geld die stroomt naar bepaalde instanties.
32
centrifugaal federalisme
Een systeem waarbij men wegvlucht van het centrum en men gaat decentraliseren. Franstalig en Nederlandstalig België kwamen niet overeen, waardoor men apart dingen begon te doen. (Vlaamse deelstaat en Waalse deelstaat).
33
centripetaal federalisme
Systeem waarbij ze een centrum nastreven als staat. Staat is zodanig georganiseerd om samen dingen te verwezenlijken. (Duitsland, Verenigde Staten).
34
anticasseurwet
in wetsontwerp wil men mogelijk maken om relschoppers (mensen die reeds werden veroordeeld voor geweld) te verbieden te betogen. Het gaat om heel erge vormen van agressie.
35
extern salderen
stikstofdecreet: wanneer landbouwbedrijven ermee stoppen, kunnen nieuwe landbouwbedrijven de stikstofrechten van de stoppende landbouwbedrijven opkopen.
36
woonstbetredingen
in woningen zoeken naar mensen die illegaal zijn. De politie krijgt de mogelijkheid om huiszoekingen te doen in het geval dat een illegale asielzoeker ergens in een huis verblijft.
37