Hoofdstuk 2: btw-belastingplichtige en zijn verplichtingen Flashcards

-btw plichtige -soorten btw plichtigen -aanvang en einde btw-plicht -verplichtingen btw-plichtige -btw-plichtige als SA van de btw

1
Q

Wie is de btw-plichtige? (4 criteria)

A

1) een persoon
2) uitoefening van een economische activiteit
3) Geregeld
4) zelfstandig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat bedoelen ze met “geregeld uitoefende werkzaamheid”?

A

Opeenvolging van de handelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar heeft de gewone btw-plichtige recht op?

A

Op aftrek van voorbelasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe zit het met de periodieke aangifte indienen bij de gewone btw-plichtige?

A

Omzet < 2.500.000 euro = optie kwartaal
Omzet > 2.500.000 euro = maandelijks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de maximale omzet bij een vrijgestelde kleine onderneming?

A

25.000 euro omzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie zijn niet-belastingplichtige rechtspersonen?

A

Overheden en overheidsinstellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de 2 uitzonderingen op de niet-belastingplichtige rechtspersonen?

A

1) concurrentieverstoring van enige betekenis
2) lijst met handelingen die leiden tot btw-plichtige hoedanigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn voorbeelden van niet-belastingplichtige rechtspersonen? (2)

A

1) autonome gemeentebedrijven
2) holdings

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is de aanvang van de btw-plicht? (3)

A

-aangifte aanvang werkzaamheden
-oprichting vennootschap
-overname handelszaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wanneer is het een einde van de btw-plicht? (6)

A

-Bij de definitieve stopzetting belastbare werkzaamheid
-belastingplichtige beantwoordt niet meer aan de 4 essentiële kenmerken
-Faillissement
-Vereffening onderneming
-Overlijden
-Tijdelijke stopzetting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de 8 verplichtingen van de btw-plichtige? (5 en 6 moet je niet kennen)

A

1) registratie
2) facturatie
3) aangifteplicht
4) belasting voldoen
5) …
6) …
7) boekhouding
8) intrastat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er bij de registratie van btw-plichtige?

A

Ze schrijven hun in bij de Kruispuntbank van Ondernemingen en krijgen dan een ondernemingsnummer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk formulier vul je in als je de economische activiteit wil wijzigen?

A

Formulier 604B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk formulier dient men in te vullen bij aanvang van registratie?

A

Formulier 604A: Aanvraag tot identificatie voor btw-doeleinden bij aanvang van een activiteit’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de deadline voor de wijziging van economische activiteit?

A

Binnen 1 maand via controlekantoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat als er wijzigen binnen een onderneming zijn die geen impact hebben op de btw-plichtige?

A

Dan dien je dit enkel te melden aan KBO maar geen 604B invullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welk formulier dien je in te vullen als je economische activiteit wil stopzetten?

A

604C

18
Q

Wat zijn de 2 uitzonderingen op de facturering?

A

1) leveringen en diensten die zijn vrijgesteld
2) leveringen en diensten aan particulieren die ze bestemmen voor privé-behoeften

19
Q

Door wie moet de factuur worden uitgereikt?

A

leverancier of dienstverrichter

20
Q

Wat zijn de uitzonderingen op wie de factuur moet uitreiken?

A
  • derde
  • self-billing
21
Q

Wanneer heb je een vereenvoudigde factuur?

A

bij een bedrag van maximum 100 euro

22
Q

welke munteenheid wordt vermeld op factuur?

A

Gelijk welke munteenheid

23
Q

Welke taal moet de factuur zijn?

A

België: taal van het gebied waar de exploitatiezetel gevestigd is

24
Q

Wanneer wordt de factuur uitgereikt bij nationale leveringen of diensten?

A

uiterlijk 15de kalenderdag van de maand na de maand waarin:
-belastbaar feit heeft plaatsgevonden (bv levering goederen)
-btw opeisbaar wordt (bv bij betaling)

25
Q

Welke 2 vormen van facturen zijn er?

A

1) papier
2) elektronisch

26
Q

Wanneer mag een elektrische factuur?

A
  • de klant gaat akkoord
  • de authenticiteit van de herkomst, integriteit van inhoud en leesbaarheid moet gewaarborgd kunnen worden
27
Q

Wat is de algemene termijn om een factuur te bewaren?

A

7 jaar

28
Q

Wanneer is het einde van de bewaring van een factuur?

A

Na 7 jaar vanaf de 1ste januari volgend op de factuurdatum

29
Q

Wat zijn de afwijkende termijnen voor de bewaring van facturen?

A

-gebouwen = 15 jaar
-particulieren = 5 jaar indien facturatieverplichting

30
Q

Wat is de frequentie van de aangifteverplichting?

A

iedere maand een aangifte indienen

31
Q

Wanneer is een kwartaalaangifte een optie?

A

Indien omzet niet meer is dan 2.500.000 euro

32
Q

Welke 2 aangevers zijn er voor de belasting te voldoen?

A

1) maandaangever
2) kwartaalaangever

33
Q

Wanneer moet belasting voldaan zijn bij maandaangever en kwartaalaangever?

A

Uiterlijk de 20ste van de maand die volgt op het desbetreffende aangifte tijdvak

33
Q

Wanneer moet belasting voldaan zijn bij maandaangever en kwartaalaangever?

A

Uiterlijk de 20ste van de maand die volgt op het desbetreffende aangifte tijdvak

34
Q

wie is de schuldenaar van de btw?

A

Btw-plichtige die in BE een goed of dienst heeft geleverd/gepresteerd EN hij die in BE een belastbaar ICV gedaan heeft

35
Q

in welk rooster: “handelingen waarvoor de btw verschuldigd is door de medecontractant?

A

R45

36
Q

Welk artikel staat centraal als het gaat over de verplichtingen van de btw-plichtige?

A

Art. 53 W. btw

37
Q

wie is verplicht om een btw-bonnetje te geven aan klant?

A

1) gemeubeld logies al dan niet gepaard met verschaffen van spijzen en dranken
2) verschaffen van maaltijden en dranken die bij de maaltijden worden gebruikt
3) wassen van personenauto’s, auto’s voor dubbel gebruik etc

38
Q

wie is gehouden om een GKS ticket uit te reiken?

A

btw-plichtigen die een jaaromzet > 25.000 euro realiseren uit het verschaffen van maaltijden voor verbruik ter plaatse

39
Q

wat is art. 51 WBTW?

A

Verleggingsregeling

40
Q

wat is art. 19 WBTW?

A

inhoud van werken in onroerende staat