Hoofdstuk 1: werkingmechanisme en situering btw Flashcards

1
Q

Wat is een bedrijfskolom?

A

Een verzameling van bedrijven die zich met opeenvolgende fasen van het productieproces bezighouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie betaalt uiteindelijke alle btw?

A

De consument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor belasting is btw?

A

Een verbruiksbelasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent belastingplichtigen?

A

Ze hebben de plicht om de belasting door te storten aan de staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kunnen er meerdere belastingbetalers en belastingdragers zijn?

A

Meerdere belastingbetalers kan maar maar 1 belastingdrager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent de verschuldigde btw?

A

De ondernemer ontvangt btw van zijn klanten en moet die doorstorten aan de staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent aftrekbare btw?

A

De onderneming mag de btw die hij zelf betaald heeft op aankopen in kader van zijn economische activiteit aftrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer gebeurt de btw aftrekking?

A

Maandelijks of driemaandelijks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is recht op aftrek van voorbelasting?

A

Dit is verschuldigde btw - aftrekbare btw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel moet de onderneming naar de staat storten als de verschuldigde btw 105 euro is en de aftrekbare btw is 84 euro.

A

21 euro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn toeleveringsbedrijven?

A

Bedrijven die verschillende onderdelen maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn indirecte belastingen?

A

Belasting op eenmalige gebeurtenis of feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een voorbeeld van een indirecte belasting?

A

btw, accijnzen, milieubelastingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een voorbeeld van directe belastingen?

A

personenbelasting, vennotschapsbelasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn directe belastingen?

A

Belasting op een duurzame toestand, een periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Door wie wordt de btw geregeld?

A

Europees

17
Q

Hoe gebeurt de harmonisatie van de wetgeving op btw?

A

Via richtlijnen

18
Q

Wat gebeurde er in 1993?

A

De afschaffing van de fiscale grenzen voor alle handelingen tussen de lidstaten

19
Q

Uit wat strekt het toepassingsgebied van de btw-wetgeving?

A

Hij strekt zich uit over de 27 lidstaten van de Europese Unie

20
Q

Wat zijn de 3 belastbare handelingen binnen het toepassingsgebied?

A

-binnenland
-gemeenschap: 27 lidstaten
-derde land

21
Q

Wat is de algemene regel bij de belastbare handelingen?

A

Elke lidstaat is bevoegd belastingen te heffen binnen eigen grondgebied

22
Q

Wat gebeurt er met de btw wanneer er goederen van buiten de EU in België ingevoerd worden?

A

Dan is btw verschuldigd, wie ook de invoerder is

23
Q

Wanneer spreken we van een intracommunautaire verwerving?

A

Wanneer een Belgische btw-plichtige goederen of diensten verwerft uit een andere lidstaat

24
Q

Wat is een belastbaar feit?

A

Feit waardoor de belasting verschuldigd wordt

25
Q

wat betekent tijdstip opeisbaarheid?

A

het tijdstip van het belastbare feit is het ogenblik waarop de levering van het goed wordt verricht, de dienst is verricht, de invoer geschiedt of de intracommunautaire verwerving wordt verricht

26
Q

Wanneer wordt btw opeisbaar? (3)

A
  • bij uitreiking factuur
  • bij ontvangst van de gedeeltelijke betaling voor de levering/verrichten van een dienst EN voor factuur
  • uiterlijk de 15de maand volgend op de maand van levering goed/dienst
27
Q

Voorbeeld: in B2B context
Datum factuur: 02/03/2022
Datum betaling: 10/03/2022
Datum levering: 01/04/2022
Wanneer is de btw opeisbaar?

A

Op 02/03/2022, wanneer de factuur is uitgereikt

28
Q

Voorbeeld in B2B context
Datum factuur: 08/04/2022
Datum betaling: 10/03/2022
Datum levering: 01/04/2022
Wanneer is btw opeisbaar?

A

10/03/2022, bij betaling voor de levering EN voor factuurdatum

29
Q

Wanneer is btw opeisbaar in B2C context?

A

Bij betaling door klant

30
Q

Voorbeeld B2C context
Datum verkoop: 16/01/2023
Datum betaling: 20/01/2023
Wanneer is btw opeisbaar?

A

20/01/2023, wanneer betaling wordt ontvangen

31
Q

Wat is het tijdstip van voldoening van de btw in B2C context?

A

Uiterlijk de 20ste van de maand die volgt op de betrokken periode

32
Q

wat zijn de 3 belastbare handelingen?

A

1) levering van goederen en verstrekken van diensten
2) invoer
3) intracommunautaire verwervingen

33
Q

Wat is art. 6 W. btw?

A

De overheid en haar instellingen die vrijgesteld zijn aan btw

34
Q

Wat is art. 44 W. btw?

A

vrijgestelde handelingen