Hoofdstuk 2: Bindweefsel - 2.2 Extracellulaire matrix Flashcards

1
Q

Componenten

A
  1. Grondsubstantie
  2. Bindweefselvezels
  3. Weefselvloeistof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Grondsubstantie
A
  • Vaste componenten
    > proteoglycanen en glycoproteïnen
  • Watermoleculen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Grondsubstantie - Proteoglycanen

A
  • Glycosaminoglycanen (GAGs)

- Binding van water aan GAGs zorgt voor resistentie tegen drukkrachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Bindweefselvezels
A
  • Collagene vezels
    > Eiwit collageen (acidofiel)
  • Elastische vezels
    > Eiwit elastine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Functie grondsubstantie

A
  • Verbindend element;
  • Vult ruimte tussen cellen en vezels van het bindweefsel
  • Vormt belemmering tegen verspreiding van micro-organismen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Collageen type I

A

= dikke, stevige collageenbundels
- Grote trek- en drukkrachten
> pees, bot, huid
- Stevigheid door collageenfibrillen > collageenvezels > collageenbundel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Collageen type II

A

= losse fibrillen, geen vezels

> kraakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Collageen type III

A

= hele dunne vezels

> los geweven netwerk = reticulum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Collageen type IV

A

= dunne amorfe membranen

- Lamina basalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Elastische vezels

A

= zeer uitrekbaar
> tot 1,5x oorspronkelijke lengte
- Bestaan niet uit afzonderlijke fibrillen
- Zichtbaar door bijvoorbeeld een orceïnekleuring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Weefselvloeistof

A

= zorgt voor aanvoer van voedingsstoffen en afvoer van afvalstoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly