Hoofdstuk 1: Epithelen - 1.3 Indeling van de epithelen Flashcards
Bedekkende epithelen - Functies
- Bescherming
> bedekkende epithelen zijn stevig en ondoordringbaar, vormen laagje = lamina epithelialis - Gespecialiseerd voor absorptie en secretie
Bedekkende epithelen - Indeling
- Indeling op morfologische karakteristieken
> onderscheiden gezond en pathologisch epitheel - Indeling op vorm en aantal cellagen
Bedekkende epithelen - Vorm
- Alle cellen polygonaal
- Plaveiselcellen > ovale kern
- Kubische cellen > ronde kern
- Cilindrische cellen > langste as van de kern loodrecht op basale membraan
Bedekkende epithelen - Aantal lagen
> Gebaseerd op functie en locatie
- Eenlagige epithelen
- Meerlagige epithelen
- Pseudomeerlagige epithelen
Bedekkende epithelen - Eenlagige epithelen
- Afgifte en opname van stoffen
- Plaveisel/Kubisch/Cilindrisch
- Vaak oppervlaktespecialisaties
- Pseudomeerlagig epitheel: niet alle cellen even hoog. Alle cellen rusten op basale membraan
Bedekkende epithelen - Meerlagige epithelen
- Plaveisel/Kubisch/Cilindrisch
- Stratum basale: rust op basale membraan
- Stratum Spinosum: (stekels onder LM)
- Stratum Granulosum
Bedekkende epithelen - Verhoornd
- Droog oppervlak
- Hoornlaag
- Meest oppervlakkige laag bestaat uit dode cellen (= stratum corneum = hoornlaag)
Bedekkende epithelen - Overgangsepitheel
= Speciaal type meerlagig epitheel (= transitional epithelium)
- In ontspannen toestand: tiental cellagen met kubisch vormige cellen
- Spanning op het epitheel: epitheellaag wordt uitgerekt en cellen nemen plaveiselvorm aan
Klierepithelen - Functies
- Gespecialiseerd voor secretie
(= excretie)
> secretieproducten aanmaken en afgeven; vergt energie - Eencellige of meercellige klieren
Klierepithelen - Exocrien/Endocrien
Exocrien:
- Secretieproducten via afvoergangen naar buitenwereld
Endocrien:
- Secretieproducten komen in extracellulair vocht terecht; vervolgens via bloedbaan weggevoerd
Enkel endocrien/Enkel exocrien/Beiden in een orgaan
Klierepithelen - Indeling (exocrien) soort secreet
- Indeling naargelang het geproduceerde secreet
> Sereus: eiwitrijk en waterig
> Muceus: glycoproteinen
Klierepithelen - Indeling (exocrien) secretiewijze
Indeling naargelang de secretiewijze
> Apocrien: apex gaat eraf
> Holocrien: cel barst open
> Merocrien: ‘exocytose’
Klierepithelen - Indeling (endocrien)
- Altijd exocytose
- Soms opslag in follikels (v.b. schildklier) > reserve
Bedekkende epithelen - Onverhoornd
- Vochtig oppervlak
- Meest oppervlakkige laag (= stratum superficiale) bestaat uit levende cellen
Bedekkende epithelen - Meerlagig kubisch epitheel
- Komt alleen voor bij afvoergangen van klieren