Hoofdstuk 2 Flashcards

1
Q

welke hersenregio’s worden gestimuleerd bij een beloning

A
  • orbito-frontale cortex
  • ventraal striatum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

interdependence theory

A

Echter, later onderzoek en theorievorming hebben aangetoond dat menselijk gedrag vaak wordt beïnvloed door bredere overwegingen dan alleen direct eigenbelang. Een belangrijke ontwikkeling in dit opzicht is de interdependentietheorie voorgesteld door Thibaut en Kelley. Deze theorie benadrukt de structuur van interdependentie in sociale situaties, waarbij de uitkomsten van individuen gedeeltelijk of volledig worden bepaald door de acties van anderen.

In interdependentiesituaties, zoals het gevangenendilemma of sociale dilemma’s, worden mensen geconfronteerd met een conflict tussen hun persoonlijke doelen en collectieve doelen. Hoewel een egoïstische keuze op korte termijn het meest voordelig kan lijken voor een individu, kan dit leiden tot collectieve kosten of negatieve resultaten voor alle betrokken partijen. Deze benadering benadrukt dus het belang van begrip van de wederzijdse afhankelijkheid en de implicaties ervan voor menselijk gedrag en besluitvorming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

types social dilemmas

A
  1. Social traps = resource dilemma
    short term +, but long term -
  2. Social fences = public good dilemma
    short term -, long term +
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zero-sum

A

een win voor de ene persoon betekent een verlies voor de andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Win-Win situation

A

both experts in different areas; both want to perform well)
 Strong tendency for cooperation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

transformation

A

going beyond direct self-interest
=> belang hechten aan lange termijn voordelen en/of resultaten van andere personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

negotiation strategy

A

problem-solving
Inaction
yielding (= submissive)
contending (= competing)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

What leads individuals to ‘go beyond direct self-interest’?

A
  1. Interpersonal dispositions:
    - Social value orientation
    - Trust
    - Long-term vision
    - Other individual differences
  2. Priming (Van Lange et al., 2013)
  3. Beliefs regarding other’s behavior
  4. Features of the relationship
  5. Social norms
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

social value orientation

A
  1. prosocial (cooperative) orientation <-> antisocial
  2. individualistic orientation
  3. competitive orientation
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Priming

A

een psychologisch fenomeen waarbij subtiele aanwijzingen en suggesties invloed kunnen hebben op het gedrag van mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tit for tat strategy

A

Begin with a cooperative choice/move
Then imitate the other’s previous choice

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

features of the relationship

A

De degree which we collaborate depends on the relationship with the other component

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Distributive justice

A
  1. Equality
  2. Equity
  3. Need
  4. Reciprocity
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Procedural justice

A

Norm by which not the rewards themselves, but the decision-making process for distributing rewards is perceived as fairly

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly