Hoofdstuk 19 Flashcards

1
Q

Sinds de opkomst van wat is de mediarevolutie in een nieuwe fase beland?

A

Sinds de opkomst van digitale media.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardoor wordt de nieuwe media-explosie gekenmerkt?

A

Door een enorme uitbreiding van differentiatie van het informatieaanbod.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat waren de belangrijkste onderzoekstradities al je terugkijkt op honderd jaar theorievorming over massacommunicatie?

A

Studies over specifieke mediawerking, het onderzoek naar culturele indicatoren en agendasetting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de analyse eenheden?

A

Zender, boodschap, medium, publiek en effect. Ze spelen een grote rol. Als je een mediaonderzoek doet moet je naar al deze dingen kijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de klassieke vraag bij het onderzoek naar massacommunicatie , tevens de forumule van Lasswell?

A

‘Who says what in chich channel to whom with what effect?’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke vijf deelgebieden kan je aanwijzen wat communicatiewetenschappen betreft? (Lasswell)

A

Zenderonderzoek (who), mediaonderzoek (in which channel), inhoudsanalyse (what), oubliekstudies (to whom) en invloeds- of effectenanalyse (with what effect)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer kan je de formule van Lasswell niet meer klakkeloos overnemen?

A

Als je kritisch kijkt naar de mediamacht van de zender, of naar de invloed van mediagebruikers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Massacommunicatie in het tijdperk van de media-explosie is op te vatten als een wederkerin proces waarin…..

A

alle eenheden (zenders, media, boodschappen, ontvangers) in de openbare communicatie hun eigen specifieke rol hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Van Ruler hanteert drie opvattingen over communicatie. Welke zijn dat?

A

Actiegricht, effectiviteitsgericht en interactiefgericht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de actiegerichte visie van Van Ruler?

A

Communicatie is een actiegricht proces van informatieverspreiding waarbij alle aandacht uitgaat naar de zenderactiviteit en waarbij communicatie eigenlijk gelijk gesteld wordt aan een proces van uitstoten van informatie. Deze kan je ook de klassieke vorm van het transmissieconcept noemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Aan welke andere theorie(en) staat de actiegerichte visie gelijk?

A

De injectienaaldtheorie (mensen nemen alles klakkeloos over), en een groot deel ook met de two-step-flow theorie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de effectiviteitsgerichte visie van Van Ruler?

A

Communicatie is een effectiviteitsgericht proces van actieve zenders en passieve ontvangers met als doel een van tevoren door de zonder eenzijdig vastgestelde uitkomst van een lineair en afgebakend proces. Hier in wordt er rekening gehouden met de beinvloedingdsstroom en de beoogde effecten op ontvangers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de interactief gerichte visie van Van Ruler?

A

Communicatie is een interactief gericht proces van tweerichtingsverkeer, waarbij zender en ontvanger tegelijk actief kunnen zijn en zelfs van rol kunnen wisselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe lang duurt het voordat een nieuw medium wordt ontwikkeld en opgenomen in de samenleving?

A

Over het algemeen kan je stellen dat het een ruime tijd duurt voordat een medium zijn plek heeft gevonden in de samenleving. De introductie er van is een geleidelijk proces. Pas na een paar jaar vindt een nieuw medium een vaste plaats in het media landschap en heeft het een publiek van ‘early adopters’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer ga je van ‘early adopters’ naar ‘early majority’ en wat houdt dit in?

A

Als zo’n 40% van de bevolking het gebruikt is het door de early majority in gebruik genomen. Het medium is dan volwassen geworden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat vervult een volwassen massamedium?

A

Een volwassen massamedium vervult op een eigen wijze bepaalde mediafuncties die door andere media minder goed gerealiseerd kunnen worden. Als er weer een ander medium komt verdwijnt het ingeburgerde medium niet, maar het gaat wel bestaande mediafuncties anders invullen.

17
Q

Media hebben verschillende beperkingen. Zo heeft tv een beperking die print aanvult. Wat is hier een voorbeeld van?

A

Televisie uitzendingen hebben maar een beperkte tijd om nieuws te geven bijvoorbeeld dus kunnen alleen de highlights geven. Printmedia geven veel meer achtergrondinformatie. Als je dan kijkt naar de mediafunctie van print, zijn de dagbladen meer een cultuuroverdracht iets en iets voor opinievoming.

18
Q

Wat is verguizing van de media?

A

Een nieuw medium wordt in de pioniersfase veel
verketterd. Klassieke massamedia verzorgden broadcast communication/blikverruiming (ongekend veel informatie over ongekend veel onderwerpen voor een steeds
groter publiek). Daardoor werden culturele tradities en heersende opinies door de media op de proef gesteld.

19
Q

Er is altijd al een voorkeur geweest voor woordcultuur en een afkeur voor beeldcultuur. Maar met de kopkomst van wat veranderde dit?

A

Met de opkomst van fotografie en bewegend filmbeeld is dit veranderd.

20
Q

Bij de invoering van een nieuw massamedium zijn er niet alleen mensen die het slecht vinden maar ook mensen die het goed vinden. Maar uiteindelijk komen er ook altijd vragen. Waar gaan de vragen over?

A

De vragen en debatten gaan over de voor en nadelen.