Hoofdstuk 14 - Daar ben ik het niet mee eens! (Maatschappelijke verhoudingen en actualiteit) Flashcards
1
Q
partij, de
A
party
2
Q
watersnoodramp, de
A
flood
3
Q
actueel
A
topical
4
Q
allereerst
A
firstly
5
Q
burgemeester, de
A
mayor
6
Q
debat, het
A
debate
7
Q
hersenspoelen
A
brainwash
8
Q
jochie, het
A
boy
9
Q
kansarm
A
underprivileged
10
Q
ladder, de
A
ladder
11
Q
opvatting, de
A
view
12
Q
overbrugging, de
A
bridging
13
Q
rollator, de
A
walker (for the elderly)
14
Q
staatsburger, de
A
citizen
15
Q
stigmatiseren
A
stigmatize
16
Q
tegenstelling, de
A
contrast
17
Q
toelaten
A
permit
18
Q
verschillende
A
different
19
Q
vertegenwoordigen
A
represent
20
Q
verzieken
A
screw up
21
Q
werkloosheid, de
A
unemployment
22
Q
wisselen
A
exchange
23
Q
aarde, de
A
earth
24
Q
atheïstisch
A
atheist
25
bedoeling, de
purpose
26
beeld, het
image
27
bestaan
to exist
28
bestuur, het
Board
29
bevrijden
liberate
30
bidden
pray
31
Bijbel, de
Bible
32
christen, de
christian
33
christendom, het
Christianity
34
debatteren
debate
35
dominee, de
minister
36
dopen
baptize
37
geest, de
spirit
38
gelovig
faithful
39
geschiedenis, de
history
40
godsdienst, de
religion
41
heilige, de
saint
42
hemel, de
heaven
43
herdenken
commemorate
44
individualisering, de
individualization
45
jood, de
jew
46
kolonie, de
colony
47
Koran, de
Qur'an
48
kwaad, het
evil
49
noch
neither
50
ontkerkelijking, de
secularisation
51
orthodox
orthodox
52
preek, de
sermon
53
rooms-katholiek (r.-k.)
Roman Catholic (Catholic)
54
schepper, de
creator
55
slopen
demolish
56
sober
sober
57
vasten
fast
58
vertegenwoordiger, de
representative
59
vijandigheid, de
hostility
60
vluchteling, de
refugee
61
vrijzinnig
liberal
62
wetenschap, de
wetenschap
63
balans, de
balance
64
bespreking, de
discussion
65
contributie, de
contribution
66
jargon, het
slang
67
opening, de
opening
68
principe, het
principe
69
rondvraag, de
survey
70
schorsen
suspend
71
sluiting, de
closure
72
tegenvallen
disappoint
73
blind
blind
74
bureaucratie, de
bureaucracy
75
formuleren
formulate
76
grondwet, de
constitution
77
herkennen
recognize
78
illusie, de
illusion
79
lot, het
destiny
80
migrant, de
migrant
81
minister, de
minister
82
misverstand, het
misverstand
83
schok, de
shock
84
staren
stare
85
verenigen
unite
86
vreemdeling, de
stranger
87
zinvol
meaningful
88
zuurkool, de
sauerkraut
