Hoofdstuk 1 - Taal en cultuur Flashcards
fors
adjective/adverb
strong, sharp, considerable
adjective/adverb
Er is forse kritiek geuit op dat wetsvoorstel.
(There has been strong criticism of that bill.)
Het aantaal werklozen is de afgelopen jaren fors gestegen.
(The number of unemployed people has risen sharply in recent years.)
Maar: we hebben die avond flink gelachen. De bioscoop zat flink vol.
(But: we had a good laugh that night. The cinema was quite full.)
herleiden tot
verb phrase
traced/converted/reduced to
verb phrase
De wiskundeleraar vraagt of je de breuk wilt herleiden tot een simpelere breuk. Bijvoorbeeld: 2/4 = 1/2.
(The math teacher asks if you want to reduce the fraction to a simpler fraction. For example, 2/4 = 1/2.)
De informatie die wij verzamelen, is niet te herleiden tot een persoon. Uw privacy blijft dus verzekerd.
(The information we collect cannot be traced back to an individual. Your privacy therefore remains assured.)
de kern
noun
the core
noun
Een goede presentatie bestaat uit een inleiding, een kern en een slot. De kern is het belangrijkste deel.
(A good presentation consists of an introduction, a core and a conclusion. The core is the most important part.)
kernidee
(central/main/basic idea)
het terrein
noun
the field, sphere, domain
the site, premises, grounds
noun
Als het hek dicht is, mag u het terrein niet betreden.
(When the gate is closed, you are not allowed to enter the premises.)
Hij weet alles van insectenbeten, dat is echt zijn terrein. Hij heeft er onderzoek naar gedaan, dus dat is zijn specialiteit.
(He knows all about insect bites, that’s really his field. He has done research on it, so that is his speciality.)
markeren
transitive verb
to mark
(figuratively or literally)
transitive verb
Het eindexamenfeest markeert het einde van de middelbareschooltijd en het begin van het studentenleven.
(The graduation party marks the end of high school and the beginning of university life.)
de doorbrak
noun
doorbreken is the verb form
the breakthrough
noun
We verwachten een doorbraak in de langlopende discussie omtrent de hypotheeklast voor huiseigenaren.
(We expect a breakthrough in the long-running debate over the mortgage burden on homeowners.)
doorbreken
(in)transitive verb
brak door, is doorgebroken
to break through
(literally or figuratively)
(in)transitive verb
Hij had al negen boeken geschreven, maar werd pas bekend toen hij doorbrak met zijn bestseller.
(He had already written nine books, but only became famous when he broke through with his bestseller.)
de tanden braken door het tandvlees
(the teeth broke through the gums)
bevlogen
adjective
inspired, enthusiastic, animated
adjective
Voor deze bijeenkomst zoeken we een bevlogen spreker die het publiek kan inspireren.
(For this meeting, we are looking for an animated speaker who can inspire the audience.)
In het interview sprak de auteur bevlogen over zijn nieuwe boek.
(In the interview, the author spoke enthusiastically about his new book.)
kennelijk
adverb/adjective
apparently, evidently, obviously
adverb/adjective
Is die tas van jouw? Nee. Kennelijk heeft iemand het vergeten.
(Is that bag yours? No. Apparently someone forgot it.)
Zij heeft twee essays geschreven in plaats van een. Kennelijk had ze tijd genoeg om dit te doen.
(She wrote two essays instead of one. Apparently, she had plenty of time to do so.)
behappen
verb, indefinite tense only
doable, manageable, workable
verb, indefinite tense only
dat is goed te behappen
(that is very doable, it is easily manageable)
dat kan ik niet in mijn eentje behappen
(I can’t handle that all at once on my own)
Tien nieuwe woorden per dag is nog wel te behappen, maar meer kan ik echt niet onthouden hoor!
(Ten new words a day is still manageable, but I really can’t remember more!)
onthutsend
disconcerting, bewildering
De detective deed een onthutsende ontdekking: de vrouw die hij zocht, lag al tien jaar dood in haar woning.
(The detective made a disconcerting discovery: the woman he was looking for had been lying dead in her home for 10 years.)
ratelen
intransitive verb
to rattle (figuratively or literally)
to chatter
intransitive verb
Ik vroeg of de vrouw wat langzamer wilde spreken, maar in plaats daarvan ratelde ze maar door. Ik verstond er niets van, zo snel sprak ze.
(I asked if the woman would speak more slowly, but instead she just rattled on. I couldn’t understand a thing, she spoke so fast.)
de weergave
noun
the description, account (of)
noun
Bij het schrijven van je scriptie is een correcte weergave van de bronnen een vereiste.
(When writing your thesis, an accurate account of your sources is a must.)
weergeven
transitive verb
gaf weer, heeft weergegeven
to render, reproduce
to describe, reflect
transitive verb
In de grafiek wordt het aantal zonne-uren per dag weergegeven.
(The chart shows the number of solar hours per day.)
Dit scherm kan 3D-beelden weergeven zonder dat daar een speciale 3D-bril voor nodig is.
(This screen can display 3D images without the need for special 3D glasses.)
sneuvelen
intransitive verb
to break, perish
to fall (in battle), be killed (in action)
intransitive verb
Is er alweer een glas gesneuveld? Kun je de glazen voortaan iets voorzichtiger afwassen?
(Has another glass been broken? Can you wash the glasses a little more carefully from now on?)
In een oorlog sneuvelen er altijd veel soldaten.
(Many soldiers always die in a war.)
beperken
transitive verb
to limit, restrict
transitive verb
De schade van de storm bleef gelukkig beperkt. Er zijn wel bomen omgevallen, maar niet op auto’s of huizen.
(Fortunately, the damages from the storm were limited. Trees fell, but not on cars or houses.)
zich beperken tot
reflexive verb
to limit/restrict/confine (oneself to)
reflexive verb
De politie wil dat we ons beperken tot de feiten; we hoeven er geen verhaal vol emoties van te maken.
(The police want us to stick to the facts; we don’t need to create a story full of emotions.)
frappant
adjective/adverb
striking, remarkable, conspicuous
adjective/adverb
De twee jongens lijken ongelooflijk veel op elkaar; de gelijkenis is echt frappant.
(The two boys are incredibly similar; the resemblance is really striking.)
maar liefst
expression
no less/fewer than
as much as
expression
De 34-jarige man had maar liefst acht kinderen.
(The 34-year-old man had no fewer than/a whopping eight children.)
Ze kreeg maar liefst twee grote onderzoekssubsidies toegewezen.
(She was awarded no fewer than two major research grants.)
ten onrechte
mistakenly, wrongly, unfairly
De leerlinge werd ten onrechte verdacht van afkijken.
(The pupil was wrongfully suspected of cheating.)
Hij is ten onrechte voor gek gezet met zijn geruduceerde spraak, want wij doen dat allemaal.
(He has been unfairly made a fool of with his ruined speech, since we all do that.)
iemand voor gek zetten
expression
to make a fool of someone, show someone up
expression
Annabel was boos omdat ze vond dat Marcella haar voor gek zette waar hun vrienden bij waren.
(Annabel was angry because she felt Marcella was making fun of her in front of their friends.)
Hij is ten onrechte voor gek gezet met zijn geruduceerde spraak, want wij doen dat allemaal.
(He has been unfairly made a fool of with his ruined speech, since we all do that.)
het spoor bijster raken
expression
lose one’s way
lose the scent
expression
Door alle tegenstrijdige informatie raken we het spoor bijster.
(All the conflicting information makes us lose the plot.)
Je raakt het spoor bijster als de dame achter de toonbank in het Frans begint terug te ratelen.
(You lose your way when the lady behind the counter starts rattling back at you in French.)
als het ware
expression
as it were, so to speak
expression
We kunnen hem als het ware geen seconde alleen laten.
(We can’t leave him alone for a second, so to speak.)
De planning van de uitspraak van dat woord, waarbij het gaat om de aansturing van de spraakorganen, light als het ware nog klaar in ons geheugen.
(The planning for the pronunciation of that word, which involves controlling the organs of speech, is still ready in our memory, so to speak.)