hoofdstuk 1; paragraaf 9 Flashcards

1
Q

draagkracht / carrying capacity

A

Het aantal mensen dat in een gebied kan leven zonder schade te berokkenen aan de omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bodemdegradatie

A

Sterke vermindering van de bodemkwaliteit, zodat de bodem minder opbrengt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

droogteresistentie

A

Mate waarin een bodem vocht vasthoudt. Ook: mate waarin een gewas tegen droogte kan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voedselzekerheid

A

Wanneer in een land altijd voor iedereen voldoende voedsel van goede kwaliteit beschikbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

sociaal-economische stratificatie

A

Indeling van de bevolking in ‘lagen’ of ‘klassen’, meestal gebaseerd op grondbezit of inkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

grondbezit verhoudingen

A

Procentuele verdeling van het grondbezit afgezet tegen het aandeel van de bevolking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sociale stratificatie

A

Indeling van de bevolking naar status in de maatschappij, vooral belangrijk voor de positie van vrouwen en etnische minderheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

etnische minderheden

A

Bevolkingsgroepen die wat betreft afkomst (ras, volk) binnen een staat kleiner zijn dan de dominante bevolkingsgroep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

grootfamilie

A

Samenlevingsvorm waar ouders, kinderen, grootouders, ooms en tantes en hun kinderen bij horen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly