hoofdstuk 1, paragraaf 4 Flashcards

1
Q

welke verschillende soorten culturen kennen we en wat houden deze in?

A

dominante cultuur: de cultuur van de groep in de samenleving met de invloedrijkste politieke of economische positie. Dit is vaak, maar niet altijd, de grootste groep.

subcultuur: kleinere culturen die deels overlappen en licht afwijken van de dominante cultuur met eigen waarden en normen. Iedereen zit in verschillende subculturen tegelijk.

tegencultuur: ook zijn er mensen die niet bij de dominante cultuur willen horen en zelfs willen dat de dominante cultuur verandert. Dit is een tegencultuur. Mensen die een tegencultuur vormen kunnen zich geweldloos of gewelddadig verzetten tegen de dominante cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de twee vormen socialisatie en wat houden deze in?

A

enculturatie: iemand leert de cultuur aan waarin hij geboren wordt.

acculturatie: het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen daaruit, dan die waarin iemand is opgegroeid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de functies van socialisatie?

A
  • continuering, oftewel voortzetting, van een (sub)cultuur.
  • verandering van een (sub)cultuur.
  • identificatie van het individu met anderen, met een groep en een (sub)cultuur, en het besef van groepslidmaatschap van het individu.
  • identiteitsontwikkeling van het individu gedurende de gehele levensloop.
  • gedragsregulatie van het individu waardoor het eigen gedrag en dat van anderen beter voorspelbaar wordt en het samenleven overzichtelijker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly