hoofdstuk 1, paragraaf 2 Flashcards
wat houdt het kernconcept socialisatie in?
Socialisatie is het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met anderen.
wat zijn de elementen van socialisatie en wat houden deze in?
- het proces van overdracht: mensen brengen de cultuur van een groep of samenleving over aan nieuwkomers. Mensen proberen anderen zich te laten gedragen zoals van hen verwacht wordt in die groep of samenleving. De mensen of groepen die een cultuur overdragen noemen we socialisatoren.
- het proces van verwerving: in dit deel van het socialisatieproces maken mensen zich de cultuur van een groep of samenleving eigen. Mensen nemen de waarden en normen die ergens bijhoren over en internaliseren ze. Ze maken zich een cultuur eigen. Dat is een langdurig proces. Het effect is dat mensen leven volgens de cultuur van een groep zonder dat ze zich hier heel bewust van zijn of controle nodig hebben.
Tijdens de overdracht en verwerving van cultuur kan er een verandering van cultuur plaatsvinden. Bij de verwerving kan een individu voor een deel zelf keuzes maken en dus ook kritisch zijn op cultuur die wordt overgedragen. Zo is cultuur steeds in beweging en socialisatie ook. Socialisatie is dus net zo goed een proces dat voor behoud van cultuur zorgt als dat het tot verandering van cultuur leidt.
hoe kan socialisatie ook informeel verlopen?
Socialisatie kan vaak ook op een vanzelfsprekende en informele manier door contact met anderen. We hebben de neiging gedrag te imiteren en over te nemen van mensen op wie we denken te lijken of op wie we willen lijken. Socialisatie verloopt dan door de identificatie met anderen.
waarvoor dienen rituelen binnen een cultuur?
Rituelen zijn erg nuttig voor het overdragen en verwerven van cultuur. Een ritueel bestaat uit handelingen die regelmatig terugkeren en een bepaalde betekenis hebben voor een persoon of groep. Een ritueel geeft structuur aan gedrag waardoor het aanleren ervan eenvoudiger wordt. Je hoeft er op een gegeven moment niet meer over na te denken en het is geïnternaliseerd.
hoe staan nature en nurture in verband met identiteit?
De eigenschappen die zijn aangeboren word nature genoemd, het is je natuur. Het gaat dan ook om de mogelijkheid te kunnen praten of te kunnen horen, terwijl ook een aangeboren afwijking of ziekte erbij kan horen. Zodra je woorden leest als ‘biologische factoren’, ‘genetische’ of ‘aangeboren’ gaat het over een verklaring van eigenschappen en gedrag gebaseerd op nature, wat dus deel uitmaakt van wie je bent en hoe je gevormd bent: je identiteit.
Daarnaast spelen ook aangeleerde eigenschappen een rol in het gedrag dat mensen vertonen. Aangeleerd gedrag, nurture, heeft te maken met de omgeving, de cultuur waarin iemand opgroeit en leeft. De cultuur is van invloed op wat iemand aanleert en afleert, wanneer iemand dat leert en hoe iemand dat leert. Bij alles wat een mens leert wordt hij voorbereid om te kunnen leven in de samenleving waar hij deel van uitmaakt. Als je woorden leest als ‘omgevingsfactoren’, ‘maatschappelijke oorzaken’ of ‘sociale interactie’ gaat het om een verklaring van eigenschappen en gedrag gebaseerd op nurture. Deze eigenschappen en gedragingen maken deel uit van wie je bent, je identiteit.
wat is het nature-nurture-debat?
De vraag of eigenschappen van mensen meer worden bepaald door natuur of cultuur staat centraal in het nature-nurture-debat.
