hoofdstuk 1, paragraaf 1 Flashcards

1
Q

wat is het referentiekader?

A

Het referentiekader is het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat houdt het kernconcept identiteit in?

A

Identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon. Het is afgeleid van zijn perceptie over de groep(en) waar hij wel of juist niet deel van uitmaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de drie aspecten van identiteit en wat houden deze in?

A

De drie aspecten van identiteit zijn:

  1. persoonlijke identiteit: het beeld dat iemand van zichtzelf heeft, zijn zelfbeeld.
  2. sociale identiteit: het beeld dat iemand heeft van zichzelf als lid van sociale groep(en) en categorieën waar hij of zij deel van uitmaakt.
  3. collectieve identiteit: we delen collectieve identiteit op in twee soorten, namelijk interne collectieve identiteit en externe collectieve identiteit.
    Interne collectieve identiteit is het beeld dat iemand heeft van de groep dat als blijvend en kenmerkend wordt beschouwd van iemand die deel uitmaakt van deze groep.
    Externe collectieve identiteit is het beeld van een groep dat als blijvend en kenmerkend wordt beschouwd, van iemand die niet tot die groep behoort.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een loyaliteitsconflict en wat kan zorgen voor een loyaliteitsconflict?

A

Een loyaliteitsconflict is een innerlijke strijd die iemand voert omdat hij het gevoel heeft niet loyaal te kunnen blijven aan een groep waar hij eigenlijk nog wel bij wil blijven horen, maar ook weer niet door bijvoorbeeld doordat die groep een slechte reputatie heeft bij de rest van de samenleving.
Een loyaliteitsconflict kan ontstaan door spanningen bij identiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly