Hoofdstuk 1: Familierecht Flashcards

1
Q

Jeugdrecht omvat… (4)

A

Familierecht, vrijwillige jeugdhulp, kinderbescherming, jeugdstrafrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Historische ontwikkelingen (2)

A

1900: Apart jeugdrechtsysteem en kinderbescherming, 1901 Kinderrechten, 1900 Leerplicht
1950: Kinderrechten, EVRM, 1989 IVRK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Algemene principes IVRK (4)

A
  1. Alle kinderen hebben recht op alle rechten en vrijheden die in het verdrag worden genoemd, zonder discriminatie van welke aard ook.
  2. Bij alle maatregelen betreffende kinderen vormen de belangen van het kind de eerste overweging.
  3. Alle kinderen hebben recht op leven, overleven en ontwikkeling.
  4. Alle kinderen hebben het recht om hun mening te geven en te participeren in beslissingen die hen betreffen, in overeenstemming met hun leeftijd en rijpheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van de kinderombudsman en sinds wanneer bestaat dat in Nederland?

A

Controleert de ontwikkeling van de rechten van het kind?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Belangrijke artikelen:
art. 3 IVRK
art. 5 IVRK
art 8. EVRM
art. 7 + 8 IVRK

A

art. 3 = het belang van het kind moet voorop staan bij alle maatregelen die kinderen aangaan.
art. 5 = ouders of andere wettelijke vertegenwoordigers hebben de primaire verantwoordelijkheid voor de zorg, begeleiding en opvoeding van hun kinderen. De overheid moet dit respecteren en hierin ondersteuning bieden.
art. 8 = een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. Dit recht moet worden gerespecteerd door openbaar gezag en hier mg geen inbreuk op worden gemaakt.
art. 7 + 8 = recht op een naam, nationaliteit, eigen identiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Personenrecht vs Familierecht

A

Familierecht = verhouding tussen mensen, vaak ouder/kind
Personenrecht = aspecten met betrekking tot 1 persoon (leeftijd, sekse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Familierecht

A

Rechtsverhouding tussen personen op het gebied van families en relaties, zowel verticaal als horizontaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verticale relaties vs horizontale relaties

A

Verticale relaties = afstamming en ouderlijk gezag
Horizontale relaties = huwelijk en geregistreerd partnerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Afstammingsrecht

A

Regelt afstamming tussen ouders en kinderen. Benoemt wie volgens de wet familie van elkaar is, dwingend recht (staat vast).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gezag =
Afstamming =

A

Opvoedverantwoordelijk
Juridische ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verschillende soorten ouderschap (6)

A

Moeder door geboorte = juridische moeder
Vaderschap van rechtswege = biologische vader, formele relatie met moeder
Moederschap van rechtswege = sinds 2014, voorwaarden: 1 formele relatie met moeder, 2 verwerkt door kunstmatige intelligentie met onbekende donor
Ouders door erkenning = juridische relatie tussen man en kind. Toestemming van moeder nodig
Ouders door gerechtelijke vaststelling = partner die geen juridische ouder wil zijn of partner overleden, tegen wil in toch juridische ouder worden
Ouders via adoptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Erkenning niet mogelijk (4)

A

Moeder geeft geen toestemming (of kind van > 12 jaar)
Vader is < 16 jaar
Te nauw verwantschap (oom, vader, opa)
Kind heeft al 2 ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gevolgen juridisch ouderschap (6)

A

Familierechtelijke betrekking. tussen kind, ouders en bloedverwanten
gezag over het kind
recht op en plicht tot omgang met het kind
onderhoudsplicht (tot 21e jaar) = kinderalimentatie
kinderen zijn erfgenamen
rechtsgevolgen: familienaam, nationaliteit, sociale zekerheid en procesrechtelijke gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voorwaarden Nederlandse adopties (5)

A

adoptie moet in belang van jeugdige zijn
het kind heeft niets te verwachten in de rol van biologische ouders als ouder
adoptie alleen als kind < 18 jaar is
mening van het kind speelt een rol: > 12 jaar mag kind zelf laten weten hoe het over de adoptie denkt
grootouders mogen hun kleinkind niet adopteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Eisen voor biologische ouders voor adoptie (3)

A

gaat niet door als biologische ouders er negatief tegenover staan (tenzij mishandeling/verwaarlozing)
biologische moeder moet minimaal 16 jaar zijn
biologische moeder mag niet meer het gezag over het kind uitoefenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Eisen adoptieouders (3)

A

moeten minimaal 18 jaar zijn
moeten minimaal 3 jaar samenwonen
kind moet minimaal 1 jaar bij adoptieouders wonen en door hen worden verzorgd/opgevoed

17
Q

Stappen adoptie buitenland (5)

A
  1. verzoek indienen
  2. Raad voor de Kinderbescherming voert onderzoek uit naar geschiktheid van ouders
  3. verplichte voorlichtingscursus over de gevolgen van adoptie
  4. minister moet beginseltoestemming geven
  5. adoptieouders gaan via bemiddelingsbureau op zoek naar adoptiekind
18
Q

Wanneer buitenlandse adoptie mogelijk?

A

Na 1 jaar bij 2 adoptieouders, na 3 jaar bij 1 adoptieouder

19
Q

Handlichting

A

De rechter kan op verzoek van minderjarige en met toestemming van ouders een kind voor bepaalde rechtshandelingen handelingsbekwaam maken

20
Q

Hoorrecht

A

Vanaf 12 jaar, rechter dient mening mee te nemen en uit te leggen waarom en in hoeverre zijn beslissing aansluit/afwijkt van de wensen van de minderjarige

21
Q

Strafrecht minderjarigen

A

< 12 jaar niet vervolgd
12-18 jaar via apart jeugdstrafrecht

22
Q

Mening geven over ouderlijk gezag/voogdij/scheiding als minderjarige

A

minimaal 12 jaar: moeten recht hebben
< 12 jaar: mogen mening gevraagd worden, gebeurt weinig

23
Q

Andere schade toebrengen door minderjarige > getrapt systeem van verantwoordelijkheid

A

< 14 jaar: ouders verantwoordelijk
14-15 jaar: ouders aansprakelijk, tenzij ouders kunnen aantonen dat ze niet aanwezig waren
min. 16 jaar: kinderen aansprakelijk

24
Q

Grote veranderingen wat betreft gezag (3)

A
  1. minderjarigen hebben prominentere rechtspositie gekregen en het belang van het kind is leidend
  2. gezagsrecht is stapsgewijs losgekoppeld van het huwelijk
  3. de kring van personen die gezag over het kind kunnen krijgen is uitgebreid (dus ouders van gelijk geslacht ook gezag)
25
Q

Wie mag geen gezag hebben? (3)

A

minderjarigen (uitzondering: 16-17 jaar door rechter wel meerderjarig verklaard woorden om gezag te hebben)
personen die onder curatele staan
personen wiens geestvermogens zodanig zijn verstoord dat ze niet in staat zijn om gezag uit te oefenen

26
Q

Juridische verhoudingen met betrekking tot gezag (3)

A
  1. ouders met formele relatie: huwelijk of geregistreerd partnerschap
  2. ouders hebben geen formele relatie: alleen moeder door geboorte gezag, als vader ook gezag wil, moet moeder hier toestemming voor geven en moet vader het kind erkennen.
  3. ouder en niet-ouder: dagelijkse verantwoordelijkheid voor opvoeding wordt uitgeoefend door 1 ouders en nieuwe partner/familielid
27
Q

Voogdij op 3 manieren verkregen

A
  1. van rechtswege: ouders en niet-ouder voeren gezag uit en ouder overlijdt. niet-ouder krijgt voogdij
  2. benoemen door een ouder
  3. benoemen door een rechter
28
Q

Gezag na scheiding

A

Beide ouders houden gezag!

29
Q

Co-ouderschap

A

Beide ouders nemen evenredig deel van de verzorging en opvoeding van kinderen op zich. Verplichting om band tussen kind en andere ouder te bevorderen.

30
Q

Ouderschapsplan

A

Afspraken over de verdeling en verzorginstaken, omgangsregeling, manier waarop ouders contact hebben en betaling van de kosten van het kind

31
Q

Via welke instantie ouderschapsplan maken?

A

CJG of rechter

32
Q

Eenhoofdig gezag

A

Alleen toegewezen wanneer er sprake is van klemcriterium

33
Q

Klemcriterium

A

Kind komt bij gezamenlijk gezag klem te zitten tussen ouders en er zal niet snel verbetering komen. Ook mogelijk bij ernstige ziekte/stoornis van een van de ouders of geschiedenis van mishandeling.

34
Q

Doelen afstammings- en gezagsrecht (4) (artikel W.M. Schrama)

A
  1. verantwoordelijkheidsbeginsel: duidelijkheid over wie verantwoordelijkheid draagt over kinderen.
  2. beschermingsbeginsel: bescherming van de kinderen, omdat zij bij hun geboorte zelf geen verantwoordelijkheid kunnen dragen.
  3. conflicten tussen ouders voorkomen
  4. alle regelingen zijn erop gericht om kinderen zo veel mogelijk bescherming en zekerheid over rechtspositie te bieden.
35
Q

Mogelijke oplossing voor gelijke positie ouders (artikel W.M. Schrama)

A

Kiezen voor dubbele aanknoping. De automatische rechtsgevolgen gelden voor de man die geboorteaangifte doet voor het kind en die op hetzelfde adres staat ingeschreven. Hij krijgt dan gezamenlijk gezag en is juridisch vader in 1x.
- voordeel: toestemming moeder niet nodig
- nadeel: als iemand anders aangifte doet, die niet op hetzelfde adres staat ingeschreven. Dan geen gezamenlijk gezag en ten onrechte uitgaan van dubbele aanknoping.

36
Q

Inbreuk van art. 8 EVRM gerechtvaardigd als… (3) (Uitspraak EHRM zaak A.V./Slovenia)

A
  • overeenkomstig met de wet
  • legitiem doel
  • noodzakelijk in een democratische samenleving