Hoofdstuk 1 Flashcards
Utilitarisme
- Handeling is goed als deze grootste geluk voor grootste aantal mensen oplevert
- Genot/plezier en pijn
Sterke punten utilitarisme
- Ethisch progressief (alle wezens geluk/pijn > geen onderscheid genders en dieren)
- Spreekt gezond verstand aan (logisch om te denken: geluk = goed en pijn = slecht)
- Goede basis beleidsvorming (praktische richtlijnen voor nemen beslissingen bv. welke ziektes/onderzoeken investeren)
Zwakke punten utilitarisme
- Moeilijk om geluk of leiden te meten (geen objectieve maatstaf, moeilijk verschillende vormen te vergelijken, moeilijk om objectief/goed moreel besluit te nemen)
- Speculatief (voorspellen toekomstige gevolgen van handelingen > moeilijk ethisch verantwoorde keuzes)
- Veroorzaakt nadeel of lijden voor minderheden (51%/49% nog moreel juist?, rechten individuele mensen schenden als ten goede komt grootste deel > moorden of slaaf)
- Kan extreme morele eisen stellen (intuitief supererogatorisch: goed/niet noodzakelijk, extreem veeleisend)
Handelingsutilitarisme
- Volgens handelingsutilitarisme moet elke handeling afzonderlijk beoordeeld worden op basis van de gevolgen die het heeft voor welzijn van mensen
- Geen vaste regels, elke situatie afwegen
VOORBEELD
* Liegen bij bedrog om kwetsen te voorkomen
* Arts vertelt niet de volledige waarheid aan een terminale patiënt om diens welzijn te verbeteren
Regelutilitarisme
- Morele handelingen worden beoordeeld op basis van algemene regels die op lange termijn het meeste welzijn opleveren
- Niet elke handeling afzonderlijk beoordelen, maar kijken consequenties regels op lange termijn
VOORBEELD
* Lieg niet als algemene regel, zelfs als leugen betere uitkomst zou geven
Hedonisme
- Stelt dat genot het hoogste goed is en de ultieme maatstaf voor een goed leven
- Pijn en lijden moeten zoveel mogelijk worden vermeden
- Waarde handeling bepaald aan hand van genot
- Kritiek Robert Nozick “Experience Machine”
Speciesime
- Moreel onderscheid maken tussen dieren en niet-dieren
- Andere diersoorten worden als minderwaardig beschouwd en belangen tellen minder zwaar, puur omdat ze niet tot menselijke ras behoren
- Mensen plaatsen hun belangen boven die van dieren
Categorische imperatief
- Belangrijk concept deontologie Kant
- Richtlijn voor moreel handelen
- Stelt dat je moet handelen volgens regels waarvan je zou willen dat iedereen ze volgt
- Mensen als doel op zich behandelen, niet als middel
- Geldt altijd, ongeacht doelen of verlangens
VOORBEELD
* Stelen is fout als je niet wilt dat iedereen steelt
Deontologische ethiek
- Stelt dat morele regels moeten worden gevolgd, ongeacht gevolgen
- Handelingen zijn goed of fout op basis van principes
- Intentie is belangrijk; handelen uit plichtsbesef = verschil regelutilitarsime
- Immanuel Kant (morele principes tot stand vanuit categorische imperatief)
Sterke punten deontologie
- Benadrukt ideeën zoals respect en autonomie (tegenstelling utilitarisme, mensen niet gebruiken om doel te bereiken maar zien als doel op zichzelf > individuen niet opofferen en rechten niet geschonden > beschermt minderheid tegen onrechtvaardigheid als dat meer geluk zou opleveren)
- Intentie van belang (intentie is belangrijk onderdeel ethisch handelen, vanuit plichtsbesef)
- Voorkomt subjectieve interpretaties (vaste regels altijd toepasbaar, consistent)
Zwakke punten deontologie
- Kant sluit mensen uit bij interpretatie relationele mens (rationele wezens gelijk behandelen, niet universeel, houdt ongelijkheid in stand)
- Strikt houden regels leidt tot contra-intuïtieve conclusies (onlogisch, geen rekening uitzondering, moordenaar vertellen waar vriend is)
- Moeilijk toe te passen in praktijk en beleidsvorming (te rigide; geen rekening uitzondering > moeilijk ethische keuzes te maken in echte wereld, euthanasie niet toegestaan en journalist altijd waarheid
- Gevoelens worden buiten beschouwing gelaten (intuitief verkeerd om alleen plichtsbesef te zien als voorwaarde moreel handelen > handelen vanuit plichtsgevoel (meest moreel volgens kant) vs. handelen om geven welzijn > tegen intuitie in, gevoel lijkt rol te spelen)
Supererogatorisch
- Handelingen die moreel goed zijn, maar niet strikt noodzakelijk
- Wordt meer gedaan dan ethisch vereist is
VOORBEELD
* Iemand die bijna volledige loon aan goede doelen schenkt
Hypothetische imperatief
- Voorwaardelijke regel afhankelijk van specifiek doel of verlangen
- Geeft aan wat je moet doen om bepaald resultaat te berieken
- “Als-dan” structuur (bijv. “Als je gezond wilt blijven, moet je sporten”)
- Tegenovergestelde van categorische imperatief (geldt niet altijd en afhankelijk van doel)
Rechtvaardigheid
- John Rawls theorie van rechtvaardigheid
- Theorie gebaseerd op gedachte-experiment: “sluier der onwetendheid”
- Voorstellen dat we nog niet weten welke positie we in maatschappij zullen innemen (geslacht, ras, sociale klassen, gezondheid, talenten, etc.)
- Vanuit deze originele positie moeten we nadenken over hoe rechtvaardige samenleving eruit moet zien
- Volgens hem moeten we handelen vanuit de principes en regels die we bedenken vanuit de originele positie om voor rechtvaardigheid te kunnen zorgen
- Deze principes vormen het sociaal contract dat de basis vormt voor een rechtvaardige samenleving
Sterke punten theorie van rechtvaardigheid
- Geloofwaardige argumentatie voor gelijke verdeling bronnen (ontwerpen samenleving achter sluier > objectieve/onpartijdige benadering van rechtvaardigheid > persoonlijke belangen geen rol; sterk argument gelijke rechten)
- Ook praktisch toepasbaar op wetten en instellingen (richtlijnen voor rechtvaardigheid; relevant beleidsmakers)
Zwakke punten theorie van rechtvaardigheid
- Te veel nadruk op geld en materiele bronnen (niet voldoende om over rechtvaardige maatschappij te spreken > alternatief capaciteitenbenadering; rechtvaardigheid gaat ook om mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen en goed leven te leiden; toegang onderwijs en vriendschap > Rawls behandelt bredere aspecten welzijn voldoende)
- Ideaal theorie (geidealiseerde veronderstellingen voor beschrijving ideale samenleving; weinig rekening met bestaande ongelijkheden > theorie niet volledig rechtvaardig)
Sluier der onwetendheid
- Gedachte-experiment van Rawls om na te denken hoe rechtvaardige maatschappij er uit zou zien
- Idee is dat mensen zich een situatie voorstellen waarin ze niet weten welke positie ze in de maatschappij zouden hebben
- Achter sluier van onwetendheid (in orginele positie) kiezen mensen voor een samenleving die voor iedereen eerlijk en gelijk is
- Ongelijkheden alleen als ze de minst bevoordeelden helpen (difference principle)
- Dit laat mensen onpartijdig en rationeel na denken over rechtvaardigheid, zonder beïnvloed te worden door hun eigen belangen of privileges
Ideaaltheorie
- Beschrijft visie op perfecte samenleving
- Maakt gebruik van geidealiseerde veronderstellingen
- Ongelijkheden die in de samenleving aanwezig zijn worden genegeerd
- Vaak beinvloed door bevoorrechte perspectieven filosofen
Niet-ideale theorie
- Erkent onrechtvaardigheden in de huidige samenleving
- Beste manier om een ideale samenleving tot stand te brengen is door te erkennen op welke manieren die samenleving momenteel niet ideaal is
- Moeten starten met aanpakken van onrechtvaardigheden en van daaruit weken naar verbeteringen
- Praktische veranderingen ipv streven perfecte samenleving
- Charles Mills en Iris Marion Young
Deugdethiek
- Ontwikkelt door Aristoteles
- Focust op ontwikkelen van deugdzaam karakter om moreel te handelen
- Moreel gedrag komt voort uit deugden
- Toepassen van deugden vereist praktische wijsheid (phronesis)
- Deugdzaam leven leidt tot eudaimonia
Sterke punten deugdethiek
- Minder formalistisch dan andere theorieën (niet regels/principes > meer flexibiliteit en rekening met specifieke situatie, focus op ontwikkeling moreel karakter = belangrijker dan volgen regels)
- Brede moraal (niet alleen regels of principes; meer invulling van wat het goede is; meedere aspecten meegenomen zoals moed en bescheidenheid > hoe we moreel leven leiden > flexibel maar brede manier om te bepalen wat moreel is)
Zwakke punten deugethiek
- Te naief om denken dat deugdzaam leven altijd tot geluk leidt en het uiterste doel is
- Deugdzaam handelen is afhankelijk van juiste opvoeding en opleiding (kan iemand met slechte opvoeding/omgeving moreel handelen? > deels geluk)
- Culturele verschillen in wat als deugdzaam wordt beschouwd (euthanasie = respect vs. = moord > universele deugden moeilijk)
- Moeilijk toe te passen in concrete ethische dilemma’s (welke deugden je moet ontwikkelen maar geen richtlijnen > deugdzame journalist altijd feiten onthullen of ook weten wanneer je moet zwijgen? > miss utilitarisme en deontologie nodig voor concrete antwoorden)
Eudaimonia
- Geluk of goede leven
- Ultiem menselijk doel
- Bereikt door deugdzaam leven (en zelfontplooiing)
- Morele deugden volledig ontwikkeld en consistente toepassing
Phronesis
- Praktische wijsheid
- Het vermogen om in specifieke situaties het juiste te doen (deugden toepassen)
- Stelt ons in staat om juiste middenweg te kiezen en deugden toe te passen