Histologie Flashcards
Welke histologische samenstelling hebben de drie delen van de lippen?
- Extern gedeelte
- epidermis: meerlagig verhoornd plaveiselepitheel
- dermis: sebumkliertjes, haartjes, zweetklieren
- Overgangszone
- epidermis: veel minder verhoornd
- dermis: sterk geïnnerveerd en veel bloedvaatjes
- Intern gedeelte
- epitheel: niet-verhoornd meerlagig plaveiselepitheel
- lamina propria: speekselkliertjes
Wat zijn ameloblasten?
Cellen die het glazuur vormen, die erna verdwijnen.
Wat zijn odontoblasten?
Ze vormen het dentine of tandbeen.
Ze liggen op de grens tussen pulpa en dentine.
Ze bevatten vezels van Tomes, die uitlopen in het dentine (gestreept aspect!)
Wat zijn vezels van Sharpey?
Collageenvezels in het tandcement die de grootste massa van het wortelvlies vormen.
Beschrijf het slijmvlies van de mondholte.
- Epitheel: niet-verhoornd plaveiselepitheel
- Lamina propria: fijne laag bindweefsel met bloedvaten, zenuwen en lymfevaten
- Submucosa: vrij losmazig bindweefsel met grotere bloedvaten, lymfevaten en zenuwen, kleine speekselklieren en lymfoïd weefsel
Geef de regionale verschillen qua histologische samenstelling in de mondholte
- Gingiva, hard verhemelte en bovenkant tong: parakeratotisch verhoornd epitheel
- Hard verhemelte en gingiva: geen submucosa
Wat zijn Von Ebner klieren?
Kliertjes in de bodem van de wal rond de papillae circumvallatae die dunne vloeistof secreteren om voedselresten weg te spoelen
Wat is de ring van Waldeyer?
Grote, ringvormig geschikte lymfoïde aggregaten in de farynx die functioneren als afweersysteem rond de luchtwegen en spijsverteringskanaal
Welke 4 types mucosa bestaan er?
- Protectief type: mondholte, farynx, slokdarm en anaal kanaal
- Secretoir type: maag
- Absorptief type: dunne darm
- Absorptief/secretoir type: dikke darm
Hoe wordt het spijsverteringskanaal geïnnerveerd?
Door twee autonome zenuwplexussen: de plexus van Meissner (in submucosa) en de plexus van Auerbach (tussen 2 spierlagen van muscularis propria)
Beschrijf de histologische samenstelling van de slokdarm.
Mucosa:
- Epitheel: meerlagig plaveisel
- Lamina propria: slijmsecreterende cardiaklieren, papillen
- Muscularis mucosae: dikker naar distaal
Submucosa: oesophagusklieren (talrijker in bovenste en onderste deel)
Muscularis propria: enkel dwars bovenaan, enkel glad onderaan
Wat zijn de histologische kenmerken van de cardia?
- Mucosa veel dikker
- Foveolae gastrica: 50% van de dikte
- Cardiaklieren die mucus secreteren
Wat zijn de histologische kenmerken van corpus en fundus?
- Zet grootste hoeveelheid secretieproducten vrij
- Foveolae gastricae: 25% van de dikte
Geef de verschillende soorten cellen die te vinden zijn in de fundus en corpus en hun kenmerken.
- Mukeuze halscellen: mucus verschillend van slijmnapcellen, kleiner
- Hoofdcellen / zymogene cellen: goed ontwikkeld RER, pepsinogeen
- Pariëtale cellen of wandcellen: HCl, intrinsic factor
- Neuroendocriene cellen: producten naar lamina propria
Wat zijn de histologische kenmerken van het antrum/pylorus?
- Foveolae: dieper
- Vnl. mucussecreterende cellen, secreteren ook lysozym
- Bevat ook neuroendocriene cellen
Welke cellen bevatten de darmvilli?
- Resorberende cellen of enterocyten: resorberen, maken disacharidasen en peptidase, bevat brush border
- Slijmbekercellen (Goblet cellen): nemen toe in aantal van dd naar il, verspreid tussen enterocyten, mucus vergemakkelijkt transport