hh4 Flashcards

1
Q

deductief nomnologisch model= syllogisme

A

model waarin specifieke uitspraken afgeleid kunnen worden uit algemene uitspraken over de empirische werkelijkheid. Dit komt overeen met de deductieve fase uit de empirische cyclus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

methodlogische eisen

A
  1. wetenschappelijke uitspraken moeten empirisch waarneembaar en dus toetsbaar zijn
  2. maximale inofamtiviteit
  3. transparantie en controleerbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

verificationisme en fasiviationisem

A

het streven naar bevestiging van uitspraken
het streven naar weerlegging van uitspraken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

inductie en inductieprobleem

A

een algemene uitspraak wordt ondersteund door specifieke uitspraken
het is onmogelijk om aan de hand van specifieke uitspraken te
concluderen dat een algemene uitspraak waar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

concept en construct

A

eenvoudig kenmerk
ingewikkeld/abstract kenmerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kijken of test valide is

A

inhoudsvaliditeit
soortgenootvaliditeit
convergente validiteit
construct of begripsvaliditeit
predictieve validiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

externe validiteit

A

in hoeverre de resultaten naar de realiteit kunnen worden gegeneraliseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

populatie en ecologische validiteit

A

mate waarin de steekproef een goede afspiegeling is van de
doelpopulatie
mate waarin de resultaten van een onderzoek naar andere
omstandigheden kunnen worden gegeneraliseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly