h5 Flashcards

1
Q

implementatie

A

hoe is de interventie togepast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

selection bias

A

een vertekening van de onderzoeksresultaten doordat de selectie van de groepen niet gerandomiseerd heeft plaatsgevonden en de steekproeven op relevante kenmerken, die samenhangen met de resultaten, verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

interne validiteit

A

is de interventie echt de oorzaak van de verandering of spelen andere factoren ook een rol?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

externe validiteit

A

kan ik het effect wat ik in de steekproef heb gevonden generaliseren naar de gehele doelpopulatie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

diferentielle effecten

A

effecten zijn niet voor alle subpopulaties gelijkwaardig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

demand charecterics

A

kan ik het effect wat ik in de steekproef heb gevonden generaliseren naar de gehele doelpopulatie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kanskapitalisme

A

het verhogen van de kansen op het vinden van statistische verbanden door het opnemen van veel variabelen in het onderzoek en/of door een groot aantal (onafhankelijke) hypothesen te stellen.
vaak hetzelfde testen is kans groot dst het een x overeenkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

uni en multivariaat

A

1 e en 1 c in de analsye opgenomen

meerder e of c groepen want meerder interventies en doelen tegelijk testen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

powergebrek

A

het effect is er wel in het echt (in de populatie), maar de toets/steekproef
toont dit niet aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

problemen bij het inventariseren van begrippen en doelen

A

correlatie is geen causaal verband, soms te simpel weergeven, subpopulaties, te kort aan kennis, interventie niet voldoende beschreven, lastig controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

problemen bij operationaliseren van variabelen

A

interventies specifiek maar moet breed, objectief vs subjectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

instrumentatieproblemen

A

keuzes, bijpassend, geldigehid, normgeorienteerd toetsen, kwaliteit, geschikheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

meetmethoden afwegen

A

observatie= hoge externe validiteit, weinig meetfouten, minder betrouwebaar, privacy, langdurg, sociaal wenselijk gedrag
vragenlijst= sociaal wenselijk, selectief geheugen, suggestis van intervieuwer, attudiemeting ipv vaardigheidmeting, goedkoop, wienig moeite, repliceerbarr, goed gedrag in kaart brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

designproblemen bij hte kiezen hiervan

A

bedreiging validiteit, etische problemen en longitudale problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

interne validiteits bedreigingen designprobleem

A

geschiedenis
rijping
testeffect
instrumentaie
selectie
uitval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

externe validiteitsbedreigingen

A

reactieve effecten van meten
interactie
reactieve effecten van experimentele condities
multipele behandeling interferentie
vrijwillige aanmelding

17
Q

eqiupoise

A

interventie groep niet beter dan controle groep, kent geen meer voordelen. ene groep niet beter dan ander dan zit je hierin

18
Q

dataanalyse problemen

A

uitval, selectieve uitval

19
Q

selectieve uitval

A

belangrijke variablene uitvallen, groepne nite meer gelijk

20
Q

non respons fo missing data

A

bepaalde item niets beantwoord