Hfst 7 Flashcards
Algoritme
Exacte beschrijving van wat je moet doen
Application programmers interface (api)
Het overzicht van zaken met duizenden deeltaken die een applicatieprogrammeur kan gebruiken
Controlestructuur
Een structuur die de flow of control, de manier waarop een programma door de opdrachtregels loopt
Deeltaak
Een stukje code dat vaak voorkomt maar dat je maar 1x hoeft op te schrijven
Expressie
- Berekening
2. Voorwaarde die waar of onwaar oplevert
Globale variabele
Variabele die bovenin het tekenalgoritme gemaakt is en overal gebruikt kan worden
Herhalingsstructuur
Structuur waarin een deel van de opdrachten 1x of vaker herhaald wordt
Identifier
Naam voor een deeltaak of variabele die begint met een letter en verder alleen letters en cijfers
Keuzestructuur
Structuur waarmee je kunt aangeven dat opdrachten soms wel, soms niet gedaan moeten worden afhankelijk van een voorwaarde
Lokale variabele
Variabele die in een deeltaak gemaakt en alleen binnen de deeltaak gebruikt kan worden
Parameter
Een invulplek bij een deeltaak met een naam. Hij krijgt zijn waarde als de deeltaak start en werkt verder als lokale variabele
Programmastructuur diagram (psd)
Diagram waarin je structuren met hun aanroep kunt opschrijven
Er zijn verschillende soorten algoritmen zoals:
- sorteer
- kortste pad
- financieel
- grafisch
- games
Waaraan moet een algoritme aan voldoen:
- bestaat uit instructies
- heeft een goed omschreven resultaat
- instructies mogen maar 1 uitleg hebben
Regelsvoor parameters en deeltaken:
- deeltaken mogen 0,1,2,3,4 waarden hebben
- parameters hebben getalwaarden
- namen zijn identifiers