Hfst 5 Flashcards

1
Q

Server

A

Een centrale computer die dezelfde soort info geeft aan elke client die erom vraagt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

LAN (local area network)

A

Computers die verbonden zijn in een klein gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Netwerk met switches

A

LAN computers worden met een switch verbonden vervolgens worden de switches met elkaar verbonden om een compleet netwerk te vormen. Dit heet switched ethernet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Computernetwerk is bedoeld om te zorgen

A

De software op de ene computer kan communiceren met de software op andere computers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mac adres

A

Wordt gebruikt om alle computers binnen 1 neterrk te vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ip adres

A

Wordt gebruikt om computers te kunnen vinden die op andere netwerken zitten dan de computer zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het verbinden van netwerken

A

Om 2 netwerken te verbinden heb je een router nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De gateway

A

De pc moet het ip adres van de router weten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ern subnetmasker

A

Bestaat uit 255 of 0

255: onderdeel van het netwerknummer
0: het computernummer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Werking van gateways met 2 routers

A

De ene router moet het ip adres van de andere router krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Netwerkwolk

A

Er kunnen computers, routers en switches in zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Internet service provider (isp)

A

De toegang tot internet wordt beheerd door gespecialiseerde bedrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Domain name system (dns)

A

Zet een naam om in een ip adres

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Smtp

A

Om mail te versturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Imap

A

Bezorgen van mail uit mailbox

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly