Hfst 5: de vragen naar zin- in- en uitzicht blijven Flashcards
1
Q
fenomenologie =
A
een filosofie die niet alleen aandacht besteed aan het rationele denken, maar ook aan de menselijke eigenschappen en gevoelens (Augustinus en Blaise Pascal)
2
Q
Edmund Husserl
A
- 19de - 20ste eeuw
- intentionaliteit: je ontdoen van andere zaken die ons verhinderen om te kennen wat we echt willen kennen, nmlk het object (=fenomeen)
= fenomenologische reductie - Wesenschau: het wezen van de fenomenen bereiken
=> diepere eigenschappen ontdekken die verder gaan dan het uiterlijke
3
Q
Karl Jaspers
A
- 20ste eeuw
- wetenschap filosofie
- communicatie is nodig om te ontwikkelen en mogelijk door het bezit van vrijheid
- het zijnde = het transcendente: niet te vatten via wetensch, wel belichten door filosofie
- > buiten de kring van onze kennis is een werkelijkheid die de oorzaak v ons bestaan is = Chiffre
4
Q
Jean-Paul Sartre
A
- 20ste eeuw
- “L’être et le néant”:
- L’exictence procède l’essence: het zijnde staat voorop
- la réalité pour moi: werkelijkheid = werklh op zich + werlkh voor mij
- exister c’est choisir: de mens is fundamenteel vrij (= een gegeven en een opdracht)
- l’existentialisme est un humanisme: door het existentialisme word een echt menselijk leven mogelijk gemaakt (maar verantwoordelijkheid!)
- “critique de la raison dialectique” (social filosofie): synthese marx en kierkegaard
5
Q
Gabriël Marcel
A
- 20ste eeuw
- christelijk existentialisme (neosocratisme): tegenstelling tss wat we hebben en wat we zijn
- > datgene wat we hebben maakt ons tot slaven en beïnvloed wat we zijn
- onderscheid probleem en mysterie
6
Q
Martin Buber
A
- 20ste eeuw
- joods existentialisme
- “Ich und du”: de mens staat op 2 mannieren id wereld: ich-du (relatie tss jij en ik) + ich-es (ervaring vd dingen rond ons)
- > verschuiving van du naar es
7
Q
Emmanuel Levinas
A
- men tracht te veel de wereld te begrijpen waardoor men de kern voorbij gaat
- kern = ervaring van de ander
8
Q
Ernst Bloch
A
- 19de-20ste eeuw
- aantal aspecten vd filosofie komen samen
- methode = sporen zoeken
- abstracte utopie - concrete utopie
- “Das prinzip Hoffnung”: encyclopedie van wensdromen uit de geschiedenis
- hoop: docta spes
- militante optimisme
- 2 soorten godsdiensten: traditionele en degene die de menselijke bevrijding tot haar opgave maakt
- streven naar individuele en sociale vrijheid
9
Q
moderne fenomenologie
A
Een filosofische methode waarbij de geest uitsluitend op het object (fenomeen) is gericht dat we willen kennen, daarna vanuit het bewustzijn tot de objecten zelf gaan en het ‘wezen’ van deze dingen proberen te bereiken door beroep te doen op al onze eigenschappen om zo inzicht te bereiken (Husserl)