Hfst 2: Van Thales tot Thomas Flashcards

1
Q

Thales Van Milete

A
  • 7de - 6de eeuw vC
  • verhuisde naar Turkije
  • alles bestaat uit water (= de oerstof)
  • discussie (= reactie op stelling ve vorige filosoof) is de kern vd filosofie
    => “zijn”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anaximenes

A
  • 6de eeuw vC
  • oerstof = lucht
  • filosofische discussie over het zijn
    => “zijn”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Heraclitus

A
  • 6de -5de eeuw vC (tijdgenoot en tegenhanger Parmenides)
  • vanuit observatie van vuur
    => voortdurende verandering (geen oerstof)
  • logos= het eeuwige verstand dat zich tss alle tegenstellingen ontwikkeld, zorgt voor de vebogen harmonie hiervan
    => “worden”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Parmenides

A
  • 6de - 5de eeuw vC (tijdgenoot en tegenhanger Heraclitus)
  • verandering = schijn en bedrog
  • het eeuwige blijvende zijnde is de waarheid, de rest is opinie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zeno

A
  • 5de eeuw vC
  • zintuigen bedriegen ons (schijnbare veranderingen ontmaskeren door de logica en de aporie)
  • logisch denken komt tot conclusies die tegen de alledaagse observatie ingaan (raitonalisme vs empirisme)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Protagoras

A
  • 5de eeuw vC
  • sofist
  • relativisme (een absolute waarheid is een illusie)
  • immoreel cynisme ( retoriek gebruiken in eigenbelang)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Socrates

A
  • 5de-4de eeuw vC
  • de Maieuthiek
  • het juiste hanelen leidt tot inzicht vh ware nut en geluk
  • het daimonion: goddelijk beginsel dat in ons leeft waanaar we moeten kijken en zoeken door juist te handelen/ een soort van geweten
  • samengaan moraal en politiek: de staat moet geregeerd worden door filosofisch gevormde mensen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Plato

A
  • 5de-4de eeuw vC
  • dualisme
  • ideeënleer
  • kennisleer
  • deugdenleer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aristoteles

A
  • 4de eeuw vC
  • “opvoeder van Europa”
  • logica: syllogisme
  • categorieënleer: onderscheid stof en vorm
  • mensenvisie: het verstand onderscheidt ons vd dieren
  • ethiek en economie: matigheid en rechtvaardigheid zorgen voor juist gebruik van goederen (bang voor extremisme) = gulden middenweg
  • realisme: (relativeren door ideeënleer v Plato) rationeel denken, maar extreme vormen v denken en handelen nodig om stagnatie te doorbreken
  • god = schepper van de wereld, maar staat erbuiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het stoïcisme

A
  • 3de eeuw vC (vroeg hellenisme)
  • ontstaan en einde vd wereld: ontstaat uit vuur waaruit 3 elementen ontstaan (lucht, water, aarde) en later opgaan in vuur waaruit nieuwe brand ontstaat -> aanvaarden dat alles begin en einde heeft
  • mens = centraal, alles in functie vd mens
  • god = een deel van de wereld ( Ari), in elke mens zit iets goddelijk (= Socr: daimonion)
  • vrije wil vd mens om in harmonie met natuur te leven (= deugdzame mens) of niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het neoplatonisme

A
  • 3de een nC (laat hellenisme)
  • Plotinus en volgelingen in tijd van oorlogen, verwoesting
  • troost in filosofische god: het Oergoede of ‘het Ene en het Al’: het Ene schept door uitstraling de werkelijke ideeënwereld die een afschaduwing is vd ware ideeënwereld
  • via lichaam zitten wij vast aan de materiële wereld vd stof die het ns moeilijk maakt de waarheid en het goede te bereiken
  • > opstijgen uit de zintuiglijke wereld en de stof zoveel mogelijk beheersen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De joden

A
  • Joodse traditie heeft filosofie kunnen redden en doorgeven (tijdens middeleeuwen)
  • Gabirol (11de eeuw nC): neoplatoon
  • Mozes Mainonides (12de eeuw nC): neo-aristotelist
  • vragen stellen bij godsdienstige overlevering en rationele denken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De islam

A
  • Avicenna (11de eeuw): geneeskundige standaardwerk voor EU geschreven (veel invloed), encyclopedie ‘té rationalistisch’ (neo-platoon)
  • Averroës (12de eeuw): nadruk op kritische denken van Aristoteles, als ketter veroordeeld, werk door monniken naar Pyreneeën gebracht om te kopiëren => bewaard
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Thomas Van Aquino

A
  • 13de eeuw (christelijke filo)
  • theoloog: god bestaat
  • filosoof: kennis klan alleen door zintuiglijke waarnmingen, wetenschappelijk observeren en hierover na te denken
    => onderscheid filo en theo
  • causaliteitsprincipe
  • filosoof en theoloog: We moeten zelf ons verstand en zintuigen gebruiken om tot kennis te komen (dat wat de menselijke materiële werkelijkheid overstijgt (transcendent) en dat wat in de mens zelf aanwezig is immanent))
  • inzicht => hamonisch leven id grote harmonie v al het bestaande
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wiliam Van Ockham

A
  • 14de eeuw
  • radicale scheiding tss filosofie en theologie
  • nauurwetenschappelijk onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

syllogisme =

A

een logische redenering bestaande uit twee premissen (majorterm + ondergeschikte minorterm) waaruit een conclusie afgeleid wordt

17
Q

categorieën =

A

de verschillende opzichten waarin men het kan hebben over iets bestaande

18
Q

Hellenisme =

A

De verrijkte multiculturele Griekse beschaving in Europa Azie en Afrika ttv Alexander de Grote (vanaf 4de eeuw VC tot 3de eeuw NC = hellenistische periode). Godsdiensten werden verspreid in deze periode

19
Q

de cynici:

A

zagen in dat de meeste mensen hypocriet waren en alleen aan hun profijt dachten. Leefden zo eenvoudig mogelijk, zonder zich te mengen met de burgerlijke cultuur